Les 3, D grammaire (04-11) H1A


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.


Aujourd'hui, c'est lundi
H1A
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.


Aujourd'hui, c'est lundi
H1A

Slide 1 - Tekstslide

Eli, luisteropdracht PW
MO dylano beluisteren en beoordelen

Slide 2 - Tekstslide

Le programme:
- Grammaire D regelmatige werkwoord op -er


Slide 3 - Tekstslide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken

Slide 4 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 5 - Tekstslide

SO chapitre (hoofdstuk) 2 = 
Maandag 9 december

Woordjes A + B NL-FR & FR-NL blz. 92
Phrases-clés C (zinnen) NL-FR & FR-NL blz. 94
Grammaire D werkwoord op -er blz. 95
Staat al even op Magister!

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
In Studiewijzer op Magister vind je de antwoorden van B, lire. Kijk dit zelfstandig na tijdens het werken (zelf verantwoordelijk).

Vragen? Stel ze!!

Slide 7 - Tekstslide

D, grammaire 
Het regelmatige werkwoord op -er
Ouvre le livre à la page 72

Slide 8 - Tekstslide

Startoefening:
1) Helpen         -> ik help      aider               -> j'aide
2) Zoeken        -> ik zoek     chercher       -> je cherche
3) Vragen         -> ik vraag   demander    -> je ............
4) Luisteren    -> ik luister  écouter          -> je ......


Bekijk de oefening samen met je buurman/buurvrouw. Wat gebeurt er telkens? Wat moet je invullen bij zin 3 en 4?
timer
1:30

Slide 9 - Tekstslide

Startoefening:
1) Helpen         -> ik help      aider               -> j'aide
2) Zoeken        -> ik zoek     chercher       -> je cherche
3) Vragen         -> ik vraag   demander    -> je demande
4) Luisteren    -> ik luister  écouter          -> j'écoute


Bekijk de oefening samen met je buurman/buurvrouw. Wat gebeurt er telkens? Wat moet je invullen bij zin 3 en 4?
timer
1:30

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Video
het regelmatige werkwoord op -er

Slide 12 - Tekstslide

Aantekening:
Open je aantekeningenschrift en schrijf mee.

Snap je iets niet? Stel een vraag!

Slide 13 - Tekstslide

Let op:
Je ziet dat de persoonlijk voornaamwoorden (je  / tu  / il  / elle ....) weer terugkomen net als bij het werkwoord 'avoir' (hebben).

Vind je dit nog ingewikkeld? Lees dan grammaire H van chapitre 1 nog eens door, kijk de uitlegvideo online in de methode nog eens of stel vragen!
Wie vindt de persoonlijk voornaamwoorden nog ingewikkeld?

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen....

Schrijf de antwoorden in je aantekeningenschrift. Weet je de betekenissen van de persoonlijk voornaamwoorden niet meer -> lees het blokje op blz. 48 nog eens.

Klaar? Begin met het huiswerk (ex. 16ABD + 17AB). Houd je schrift open voor controle
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord op -er
1) Tu ........... (parler) français?
2) Oui, je .......... (parler) français.
3) Elle ......... (donner) un cadeau.
4) Nous ............ (chercher) un restaurant.
5) Tobias ............. (demander) la réponse.
6) Elles ............... (trouver) une maison
7) Tobias et Fleur ............. (parler) néerlandais.

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen....

Schrijf de antwoorden in je aantekeningenschrift. Weet je de betekenissen van de persoonlijk voornaamwoorden niet meer -> lees het blokje op blz. 48 nog eens.

Klaar? Begin met het huiswerk (ex. 16ABD + 17AB). Houd je schrift open voor controle
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord op -er
1) Tu parles (parler) français?
2) Oui, je parle (parler) français.
3) Elle donne (donner) un cadeau.
4) Nous cherchons (chercher) un restaurant.
5) Tobias demande (demander) la réponse.
6) Elles trouvent (trouver) une maison
7) Tobias et Fleur parlent (parler) néerlandais.

Slide 16 - Tekstslide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 16ABD + 17AB
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Herhaal vocabulaire A+B of leer phrases-clés C (Slim stampen)
Extra uitleg nodig? Geef het aan!
Volgende les herhalen we grammaire D.

Slide 17 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk):
- Maken: 16ABD + 17AB (evt. vragen noteren)
- Leren: aantekening grammaire D + phrases-clés C
Volgende les herhalen we grammaire D + PW bespreken

Slide 18 - Tekstslide

Proefwerk bespreken:
- Zorg dat je tafel helemaal leeg is

- Vragen? Stel ze na het bespreken.
Bedenk na het bespreken een verbeterpunt dat je de volgende keer anders wilt doen & een punt dat al heel goed gaat en dat je wilt blijven doen 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide