Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formuleren par. 3 verwijzen met deze, die, dit, dat
Herhalen: verwijswoorden
Formuleren paragraaf 3: Verwijzen met
deze
,
die
,
dit
en
dat
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhalen: verwijswoorden
Formuleren paragraaf 3: Verwijzen met
deze
,
die
,
dit
en
dat
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je ervan?
Bij welk soort woorden kun je het verwijswoord 'deze' gebruiken?
Slide 2 - Open vraag
Wat weet je ervan?
Bij welk soort woorden kun je het verwijswoord 'dit' gebruiken?
Slide 3 - Open vraag
Woordgeslacht
de-woorden
zijn mannelijk of vrouwelijk: de tulp (m), de overheid (v)
het-woorden
zijn onzijdig: het gras, het gezin, het tafeltje
Als je verwijst naar een
de-woord
gebruik je
deze (dichtbij)
of
die (verder weg).
bijv.
De tafel
die
je daar ziet.
Slide 4 - Tekstslide
Als je verwijst naar een
het
-woord gebruik je
dit (dichtbij) of dat (verder weg)
bijv. Het huis
dat
je daar ziet.
Let op:
verkleinwoorden
zijn altijd
het-woorden
. Je verwijst dus altijd met
dit
of
dat
.
bijv. Het tafeltje
dat
daar staat.
Slide 5 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in: Op de markt kocht Loes een heerlijk ijsje, ....... ze al slenterend opat
A
dat
B
deze
C
die
D
dit
Slide 6 - Quizvraag
Vul het juiste verwijswoord in: Het meisje ...... daar staat heeft verkering met Tim.
A
dat
B
deze
C
die
D
dit
Slide 7 - Quizvraag
Vul het juiste verwijswoord in:
De snacks ... ik gisteren kocht, zijn al weer op.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 8 - Quizvraag
Vul het juiste verwijswoord in:
De jongen viel van zijn fiets. ... was niet de bedoeling.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 9 - Quizvraag
Vul het juiste verwijswoord in:
Het vliegtuig ... zonet is geland, komt uit Amerika.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 10 - Quizvraag
Voorbereiden op het proefwerk
Kies wat je gaat doen:
- Nieuw Nederlands online trainen
- Uit je boek leren
- Opdrachten uit je boek herhalen
Slide 11 - Tekstslide
Vandaag
- Je kent de verwijswoorden en je kunt deze op de juiste manier gebruiken.
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Formuleren H2
Oktober 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren par. 3 verwijzen met deze, die, dit, dat
Juni 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1H1 donderdag 8 juni 2023
Juni 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren paragraaf 3 + 4
April 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
e6-Formuleren-Verwijswoorden-H.4-havo1
Maart 2018
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HA1: formuleren: verwijswoorden
Maart 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
formuleren fouten met verwijswoorden
Oktober 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HV1 Formuleren H4
Februari 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1