Blok 4: groepsdynamiek

Blok 4
Groepsdynamiek
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Blok 4
Groepsdynamiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat hoop je te leren?

Slide 3 - Woordweb

Wat gaan we doen?
- Wie ben ik?
- Wat is groepsdynamica? 
- Veiligheid binnen een groep en groepsdruk.
- Welke fasen zijn er in groepsdynamica?
- Hoe heb je invloed?
- Teamwork
- Momenten van extra aandacht
- Materialen om mee te werken

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al van groepsdynamica?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Altijd lid van een groep
Functies: 
Basisbehoefte van een mens om ergens bij te horen zorgt voor het Wij gevoel. 
Doelen: 
          Taakdoel: een gezamenlijke taak die de groep wil vervullen (werk, sport)
          Sfeerdoel: hoe mensen met elkaar omgaan, samenwerken (bewust en onbewust) 
Sfeer en taakdoelen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar
Voor en nadelen: 
          Voordelen: geeft gevoel ergens bij te horen
          Nadelen: mensen worden afhankelijk van de groep

Slide 7 - Tekstslide

Primaire groep
Secundaire groep
Formele groep
Informele groep
Homegene groep
Hetrogene groep
Groep in de directe omgeving van de leerling. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 8 - Sleepvraag

Soorten groepen
  • Primaire groep: Groep in de directe omgeving van jou. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
  • Secundaire groep: Een groep waar je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
  • Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
  • Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
  • Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
  • Hetrogene groep: De  individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 9 - Tekstslide

Veiligheid in een groep

Slide 10 - Tekstslide

Erbij willen horen
Groepsdruk
De druk van een groep kan groot zijn, vaak gebeurt dit onbewust. De groep bepaalt of jij je vinger opsteekt, of het normaal is dat je een vraag stelt, of je uitgelachen wordt als je iets 'doms' doet of zegt, of je brutaal bent tegen een docent of niet.
Wat je zelf wilt of vindt, wordt vaak minder belangrijk gemaakt door de  groepscultuur.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Weet je zelf een voorbeeld waarin jijzelf door groepsdruk iets wel of niet deed?
Wil je dat misschien noemen?
En welk gevoel gaf je dit?

Slide 13 - Open vraag

Zie mij!
Erbij willen horen is de basiswens van kinderen op school. Vanuit die basisbehoefte ontstaat de behoefte om niet alleen deel uit te maken van die groep, maar die ook iets te kunnen bieden.

Mensen zijn net papegaaien, ze leren van wat ze zien en dat te immiteren. Dit geldt ook voor gedrag in een groep.

Slide 14 - Tekstslide

Groepsdruk en internet (verkort)
  • Internet en gamen zijn een serieus onderdeel geworden van de dagelijkse bezigheden van jongeren. De snelle ontwikkeling van de virtuele wereld hebben veel invloed op de klas als groep. Na de laatste les gaat het groepsproces gewoon door.

  • De groepsdruk om te antwoorden is ook in de groepsapp aanwezig. Dit is één van de redenen voor jongeren die het zo lastig maakt om de telefoon tijdens het huiswerk maken weg te leggen: FOMO. (Dit betekent dat je bang bent om iets te missen)

  • Communiceren via internet kan gevolgen hebben, zodra de verzendknop is ingedrukt is de boodschap al bij de ander, zonder dat je daar nog iets aan kunt bijsturen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Fasen binnen een groep

Slide 17 - Tekstslide

Waarom wil je invloed op de groepsdynamiek?
Groepsfasen zonder
interventie:
1) Forming
2) Storming
3) Norming
4) Performing
5) Adjourning
Groepsvorming met interventie
1) Forming
2) Norming
3) Storming
4) Performing
5) Adjourning

Slide 18 - Tekstslide

1) Forming / oriënteren
De oriëntatiefase is heel intensief. 

Doel van leerlingen: Ontmoeting met elkaar, docenten en andere personeelsleden.

Doel van mentoren: informatie geven over gang van zaken.

Slide 19 - Tekstslide

2) Storming / presenteren
  • Fase van conflict en chaos.
  • Verschillen, Irritaties en conflicten komen aan de oppervlakte. Worden vaak openlijk uitgespeeld.
  • Elk groepslid streeft zijn eigen standpunten en belangen na.
  • Meer ik-gevoel dan wij-gevoel.
  • Sommige groepsrollen worden duidelijk.
  • De wind die in deze klas gaat waaien wordt in deze fase duidelijk

Slide 20 - Tekstslide

3) Norming / normeren
  • De groepsnormen worden duidelijk.
  • Deelnemers accepteren hun groepsrol.
  • Samenwerking komt op gang, de manier waarop kan worden vastgelegd.
  • Ieder groepslid wordt zich er van bewust dat hij de ander nodig heeft.
  • Wanneer de meningen over de klas dicht bij elkaar liggen, kun je zeggen0 dat de klas in de normeringsfase is beland. Die kan zowel positief als negatief zijn.

Slide 21 - Tekstslide

4) Performing / presteren
  • Het is duidelijk hoe leerlingen omgaan met elkaar, de docenten en de leerstof. De regels zijn niet afgesproken, maar ontstaan.
  • Geen individuen maar teamspelers. 
  • Wat een leerling vindt, levert hij/zij in voor de groepsmodus.

Slide 22 - Tekstslide

5) Reforming / evalueren
  • Hoe gaat het nu?
  • Wat gaat goed?
  • Waar moeten we samen op letten? 

Slide 23 - Tekstslide

Een klas met begeleiding van het groepsproces.
Wat onderschat wordt, is dat er veel meer nieuw samengestelde groepen zijn. Die hebben soortgelijke aandacht nodig.

Tijdens de vakantie gebeurt er een heleboel met de individuen in een groep, wat invloed heeft op het groepsproces na de zomer. Zelfs een vakantie van 2 weken heeft al effect op het groepsproces. 


Slide 24 - Tekstslide

Waarom wil je invloed op de groepsdynamiek?
Groepsfasen zonder
interventie:
1) Forming
2) Storming
3) Norming
4) Performing
5) Adjourning
Groepsvorming met interventie
1) Forming
2) Norming
3) Storming
4) Performing
5) Adjourning

Slide 25 - Tekstslide

Elke fase vraagt om een andere interventie

Slide 26 - Tekstslide

1) Oriëntatiefase (forming)
  • Mentor bij de deur, leerlingen één voor één begroeten.
  • Stevig maar vriendelijk. 6
  • Iedere leerling een hand geven  
  • Nog belangrijker: oogcontact! (en hoe wordt die ervaren door de leerling)
  • Blijf in je kracht door zo gauw de deur dicht is, het heft in handen te nemen.

Slide 27 - Tekstslide

  • Geef groep gelegenheid de mentor te leren kennen door vragen te laten stellen. Geef aan dat vragen stellen mag, maar niet moet.


  • Grensoverschrijdende vraag? Zelden om te kwetsen, eerder om gezien te worden door de groep. Jij hebt het heft in handen en bent positief gestemd en onverstoorbaar.

  • Tijd om leerlingen met elkaar te laten praten.

  • Wat vinden leerlingen belangrijk in een klas? --> formulier: hoe worden wij een fijne klas.

Slide 28 - Tekstslide

2) Normeren (Norming)
  • Komt voor de presentatie (forming) fase, omdat je bewust inzet op omgang met elkaar.
  • Vraagt intensieve begeleiding van de mentor.
  • Blijf bij de deur staan, voor dat moment één-op-één aandacht.
  • Straal vertrouwen uit dat de klas zich vormt tot een positieve groep.

Slide 29 - Tekstslide

  • Onderhoudsprogramma: mentor geeft geregeld opdrachten en oefeningen waarbij de leerlingen elkaar, aanvankelijk een op een, blijven ontmoeten.

  • Observeer hoe het met de veiligheid gesteld is en pas daar je oefeningen op aan.

  • Om dit soort oefeningen succesvol te laten zijn, is het belangrijk om ze vanaf het begin consequent te doen. 

Slide 30 - Tekstslide

  • Samenwerken in groepjes zal beter verlopen.

  • Gezamenlijk besluiten nemen is hier belangrij. Dit vereist oefening. Vaak is er een actie, project of klassenactiviteit waarover consensus moet worden bereikt. 

Slide 31 - Tekstslide

3) presenteren (storming)
  • De strijd om de macht gaat zich echt nog wel afspelen, alleen verloopt dit proces milder.

  • De omgangsvormen zoals in de eerste fase afgesproken houden geen stand, hoe oprecht ze ook waren. De leerlingen zijn daar alleen wel goed op aan te spreken en kunnen kritischer naar zichzelf en anderen kijken.

  • Vraagt intensieve begeleiding van de mentor.

Slide 32 - Tekstslide

4) presteren (performing)
  • De groep is tot nu toe intensief begeleid. De kans op een positieve werksfeer is redelijk groot.

  • Onderhoudsoefeningen verdwijnen vaak naar de achtergrond. Toch goed om dit wel op te pakken. Neem dit op in de planning.

  • Groepsproces is een "onderwaterprogramma" zet het op de teamagenda!

Slide 33 - Tekstslide

5) evalueren (reforming)
  • Leerlingen die zich prettig hebben gevoeld, in de groep zichzelf hebben kunnen zijn, kunnen opzien tegen het uit elkaar gaan. Zo'n afscheid kan erin hakken en heeft begeleiding nodig.

  • Maak het bespreekbaar met de klas. Plan een groepsuitje.

Slide 34 - Tekstslide

Onderbouw VO
Soms verbindt een klas de  groepscodes aan de mentor en stemt het gedrag af op zijn/haar aanwezigheid. Dit is op de basisschool geen probleem, maar met gemiddeld 14 verschillende docenten voor de klas wel.
Deel daarom de werkzaamheden rondom het groepsproces met collega's en betrek hen bij de uitvoering. Pas dan wordt het gedrag een zelfdragend systeem.

Slide 35 - Tekstslide

Bovenbouw VO
Inzetten op positieve groepsvorming in de stamklas alleen al sorteert effect. Blijkbaar geeft het veilige gevoel van 'mijn klas' en 'mijn mentor' een fundamentele zekerheid: 'ik hoor bij hen'. Het positieve hiervan is dat de behoefte tot scherp profileren minder is dan in een vaste groep die de hele week bij elkaar blijft. Dit heeft als negatieve kant dat de leerlingen zich in de clustergroepen minder intensief verbinden.

Slide 36 - Tekstslide

In de eerste of tweede week op schoolkamp gaan is een goed idee voor de groepsvorming.
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quizvraag

Teamwork
Een school is een complexe organisatie.
Schakelarmband: schakels maken de verbinding.

Mensen in school vervullen verschillende rollen. Er is sprake van functionele ongelijkheid, maar wel relationele gelijkheid. Iedereen heeft recht op respectvol gedrag. Iedereen is hiervoor persoonlijk verantwoordelijk.

Slide 38 - Tekstslide

  • Hoe gaan collega's met elkaar om?
  • Hoe verloopt de communicatie met leerlingen?
  • Hoe is contact tussen schoolleiding en medewerkers?


  • Vindt de school positieve groepsvorming van belang? Dan geldt dit niet alleen voor de leerlingen. Het is belangrijk dat de school door het goede voorbeeld van de volwassenen vormgeeft aan de relationele gelijkheid. (Practice what you preach, geldt ook voor schoolleiders.)

  • Mentor heeft goede ondersteuning nodig vanuit schoolleiding en of oop om goede groepsvorming in klassen te waarborgen.

Slide 39 - Tekstslide

Technische voorwaarden
Het is van het grootste belang dat de mentor het allereerste moment in het schooljaar doorbrengt met zijn klas. De mentor heeft hier minimaal 1,5 uur voor nodig om de kennismaking goed vorm te geven. Meer tijd is zeker aan te bevelen.

Verder is het zinvol het programma te laten bestaan uit onderdelen waarbij de leerlingen elkaar informeel ontmoeten.

Slide 40 - Tekstslide

Rol van collega's
Mentor is leidende figuur in het groepsproces. In de beginfase voert hij/zij alle activiteiten aan. Om te voorkomen dat het een proces is dat alleen in relatie met de mentor verloopt, is het goed om na de presentatiefase de collega's die lesgeven aan de klas te betrekken bij het proces.

Slide 41 - Tekstslide

Rol van ouders.
Ouders nemen een prominente plaats in in de ontwikkeling van leerlingen.
Kind
Ouders
School
Groeiruimte

Slide 42 - Tekstslide

Momenten van extra aandacht
  • Nieuwe leerling in de klas
  • Een leerling die weggaat
  • Een nieuwe docent voor de klas
  • Pesten in de klas (no blame methode)

Slide 43 - Tekstslide

Extra materialen
- Voorbeeld introductie dagen (zie documenten in teams)

Slide 44 - Tekstslide

Wat neem je mee van vandaag?

Slide 45 - Woordweb

Volgende bijeenkomst:
Observatie en interventieles bij dysfunctionele groep
Casussen bespreken.

Slide 46 - Tekstslide

Wie ben ik?
- Daphne Straatm
- Drama docent en docent Engels

- Gymnasium Apeldoorn, docent drama + mentor
- Lorentz Lyceum + Rivers international school, docent drama
- Openbaar Lyceum Zeist, docent drama en Engels, mentor, pestcoördinator, groepsdynamica coach
- Montessori college Arnhem,  docent drama en Engels, mentor, 
(pestcoördinator, groepsdynamica coach)

- Naast werk in onderwijs Sterkampen, (jeugd)theatergroepen regie en speler.

Slide 47 - Tekstslide