15.5 De stad als ecosysteem en herhaling H6 + H8

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

15.5 De stad als ecosysteem

H15 Kwetsbare ecosystemen 

VWO 5 

Start

Wat is het verschil voor het milieu tussen het verbranden van fossiele brandstoffen en biobrandstoffen? 

Verschillende energievormen

Zonne-energie ->

Warmte (zonneboilers)

Elektrische energie (zonnepanelen)

Chemische energie->

Electrische energie (electriciteitscentrale)

Warmte (aardgas)

We zoomen in op het ecosysteem van de stad

Wat maakt dat anders?

Microklimaat in de stad

warmer, droger, meer luchtverontreiniging (fijnstof, NOx, CO2, )

Voedeselweb in de stad

Wat zie je minder in de stad dan daar buiten?

In de stad hebben mensen veel invloed

Stadlandbouw is duurzaam en verkleint de voedselstroom

Aan de slag 

Er komen nu een aantal opdrachten. Maak deze in een tweetal. 

De timer geeft aan hoe lang je de tijd hebt.

Gebruik je boek (blz. 254- 257)

Noem 3 factoren waarin een
stads microklimaat verschilt
van het klimaat buiten de stad.

Planten leggen ...(1) vast bij de fotosynthese

Chemische energie in de stad komt van ...(2)

1. 1. Glucose 2. Fossiele brandstof
2. 1. Zonne-energie 2. Chemosynthese
3. 1. Glucose 2. Chemosynthese
4. 1. Zonne-energie 2. Fossiele brandstof

Teken een voedselweb met de volgende zes organismen: rups, boommarter, havik, eik, eekhoorn, bonte specht.

Welke (ecologische) groepen organismen
zie je in je voedselweb? Schrijf die erbij.
Welke groep mist om een kringloop te maken?

Welke groepen komen minder of juist meer voor in een stads voedselweb?

1. Meer predatoren, minder consumenten
2. Meer carnivoren, minder herbivoren
3. Meer detrivoren, minder producenten
4. Meer reducenten , minder prooien

Vergelijk de rol die mensen hebben op een ecosysteem buiten de stad en een stedelijk ecosysteem.
Noem verschillen en overeenkomsten.

BONUSVRAAG OVER DE BINAS

Hoe lees je de tabel?

Groei

Poep & plas

afgevallen bladeren

Dissimilatie

Warmte

(voortgezette) assimilatie

Voedsel

Leg uit waardoor er minder leeuwen zijn dan grassprietjes en gazelles op de Savanne.

Oefenen met examenvragen

Maak voor volgende les de examentraining. We gaan het dan helemaal doornemen. Let vooral op de formulering

Exit-ticket. Lever voor het eind van de les de eerste twee vragen van de examentraining op bladzijde 264 in.