Blok 2, les 5 en 6: woordsoorten benoemen

Wat is de functie van een voegwoord?
A
Het is een mens, dier, plant of ding.
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het plakt twee zinnen aan elkaar.
D
Je kunt het doen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is de functie van een voegwoord?
A
Het is een mens, dier, plant of ding.
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het plakt twee zinnen aan elkaar.
D
Je kunt het doen.

Slide 1 - Quizvraag

Vul een voegwoord in wat op de streep past:

Ik doe mijn huiswerk, _____ ik muziek luister.

Slide 2 - Open vraag

Voegwoorden

Slide 3 - Woordweb

Wat is de functie van een telwoord?
A
Het is een mens, dier, plant of ding.
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Het geeft de hoeveelheid aan.

Slide 4 - Quizvraag

Vul een telwoord in wat op de streep past:

In de zaal staan _____ mensen.

Slide 5 - Open vraag

Telwoord

Slide 6 - Woordweb

Wat is de functie van een bijvoeglijk naamwoord?
A
Het is een mens, dier, plant of ding.
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Een vraagzin begint daarmee.

Slide 7 - Quizvraag

Vul bijvoeglijk naamwoorden in die op de streep passen:
De _____ politie vangt de _____ boef.

Slide 8 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Woordweb

Stoffelijk
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Woordweb

Bijvoeglijk
gebruikt
voltooid deelwoord

Slide 11 - Woordweb

Wat is de functie van een bijwoord?
A
Het geeft informatie over een werkwoord of bijv. naamwoord
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Een vraagzin begint daarmee.

Slide 12 - Quizvraag

Vul twee bijwoorden in die op de streep passen:

Job rent _____ weg van de _____ gemene jongen.

Slide 13 - Open vraag

Wat is de functie van een persoonlijk voornaamwoord?
A
Het verwijst naar een persoon of een zelfst. naamwoord
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Een vraagzin begint daarmee.

Slide 14 - Quizvraag

Persoonlijk
voornaamwoord

Slide 15 - Woordweb

Wat is de functie van een aanwijzend voornaamwoord?
A
Je kunt het doen.
B
Het verwijst naar het zelfstandig naamwoord.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Een vraagzin begint daarmee.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:

Ik wil graag deze trui.

Slide 17 - Open vraag

Aanwijzend
voornaamwoord

Slide 18 - Woordweb

Wat is de functie van een bezittelijk voornaamwoord?
A
Je kunt het doen.
B
Het verwijst naar het zelfstandig naamwoord.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Het geeft een bezit aan.

Slide 19 - Quizvraag

Vul een bezittelijk voornaamwoord in wat op de streep past:
Dat boek is van _____.

Slide 20 - Open vraag

Wat is de functie van een vragend voornaamwoord?
A
Je vraagt naar een persoon of een ding.
B
Het verwijst naar het zelfstandig naamwoord.
C
Het geeft een persoon aan.
D
Het geeft een bezit aan.

Slide 21 - Quizvraag

Vragend
voornaamwoord

Slide 22 - Woordweb

Wat is het wederkerend voornaamwoord in de zin:

Ik erger me al de hele dag.

Slide 23 - Open vraag