add

Wat is ADD?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is ADD?

Slide 1 - Tekstslide

Het ADD-syndroom en de werking van de hersenen

Kenmerkend voor iemand met ADD is dat de netwerken die verantwoordelijk zijn voor de besturing van de hersenen onvoldoende actief zijn. Door effectieve medicatie nemen de aandachtsfuncties toe en wordt e communicatie tussen de verschillende hersennetwerken verbeterd.
Het mankement van de samenwerking tussen executieve functies zijn geen vaardigheden die geleerd kunnen worden.  

Slide 2 - Tekstslide

Hersenen bestaan uit zo ongeveer 100 miljard zenuwcellen. Ze vormen de bouwstenen van de hersenen. Elke zenuwcel heeft een cellichaam met tienduizend dunne uitlopers; dendrieten. De dendrieten versturen informatie door. Zo is er een netwerk van miljarden en miljarden communicatoren.  

Slide 3 - Tekstslide

Bij mensen met ad(h)d werkt de communicatie tussen zenuwcellen in executieve functies – met name concentratie – minder goed. Uit scans blijkt dat de zenuwcellen bij mensen met ad(h)d in bepaalde gebieden van de hersenen minder actief zijn tijdens het uitvoeren van een taak waarbij de persoon zich moet concentreren.  

Brown, T. E. (2009). Het ADD-syndroom / druk 1: een nieuwe kijk op ADHD/ADD. 

Slide 4 - Tekstslide

ADD in het onderwijs

Slide 5 - Tekstslide


ADD is een van de drie vormen van ADHD. Dit is meestal een onoplettend type. Vaak zijn dit individuen die met de aandacht en concentratie moeite hebben. Ze zijn snel vergeetachtig en afgeleid. Ook komt het vaak voor dat ze hierbij ook enkele kenmerken laten zien van impulsiviteit en/of hyperactiviteit. Bij de meiden komt deze vorm het vaakst voor. Omdat ze minder druk zijn, is het zo dat de stoornis soms minder opvalt. Dit terwijl deze kinderen toch meestal onderpresteren op school.

Bron: Van Rijn, E., & Vermevden, S. (2009). Behandelend trainen. Van Gorcum.  

Slide 6 - Tekstslide

Bron: wonderlijke wazigheid:

Problemen die jongeren met ADD vaak tegenkomen zijn:
  • Moeite met concentreren
  • Snel afgeleid door dingen uit de omgeving
  • Afspraken of opdrachten vergeten
  • Moeite met opstarten
  • Voortdurend dingen uitstellen
  • Moeite met op tijd komen
  • Moeite met (huis)werk afmaken of inleveren
  • Slordig zijn (ontplofte kamer) of slordig werken 

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn een aantal behandelprogramma's voor deze leerlingen. De hulpvraag die door deze kinderen gesteld wordt, is om hen te laten leren om bepaald gedrag te vertonen in bepaalde sociale situaties. Het aanleren van sociale vaardigheden, zodat de leerling weet hoe hij of zij moet handelen in deze situaties. Ook willen leerlingen cognitieve vaardigheden aanleren, zodat ze op een andere manier gaan kijken en het probleem beter kunnen oplossen. Daarbij willen ze ook leren om te gaan met hun boze gevoel en dit te reguleren, zodat ze anders kunnen reageren waardoor de gevolgen van het gedrag dat ze vertonen, in hun voordeel is.
Bron: Van Rijn, E., & Vermevden, S. (2009). Behandelend trainen. Van Gorcum. 

Slide 8 - Tekstslide

 Ook dromerig zijn en een vraag of opdracht van volwassenen niet goed laten doordringen, heeft te maken met je aandacht verdelen. Je zou ADD daarom ook als motivatie-stoornis kunnen zien in plaats van concentratiestoornis. Daar waar iemand zonder ADD zich toch kan motiveren om aan saai huiswerk te beginnen of zijn aandacht bij een saaie les te houden, haakt een ADD’er af. Dat wil niet zeggen dat iemand met ADD hier bewust voor kiest of een luie of ongemotiveerde houding heeft. Het ziet er misschien aan de buitenkant wel zo uit, maar vaak balen mensen met ADD juist heel erg dat het ze weer niet lukt om hun aandacht erbij te houden, ondanks alle inspanningen die ze ervoor proberen te leveren.  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide