... bvb's in een zin aangeven met de pijltjesmethode;
... uitleggen wat de functie van een bepaling van gesteldheid is;
... de bepaling van gesteldheid in een zin herkennen en benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Even opfrissen
Wat is het verschil tussen een bwb en een bvb?
Slide 4 - Tekstslide
Bijvoeglijke bepaling
Meedoen met de uitleg of stil zelf opdracht 12 en 13 maken
Blz. 28: een bvb kan ook weer een bvb bevatten
'De man uit het grote Amsterdam vond Woerden maar een klein dorpje.'
'uit het grote Amsterdam' zegt iets over 'de man'
'grote' zegt iets over 'Amsterdam'
Bvb aangeven met pijltjesmethode: onderstreep de bepaling met een pijl, die wijst naar het zelfstandig naamwoord, dat we markeren door er zn onder te zetten.
'De man uit het grote Amsterdam vond Woerden maar een klein dorpje.'
Slide 5 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opdracht 12 en 13, blz. 29-30 (van 13 alleen de zinnen)
Klaar? Nakijken met antwoorden classroom
Daarmee klaar? Lees alvast 12.3 bepaling van gesteldheid
10 minuten: eerst 5 min in stilte voor jezelf
Daarna klassikale uitleg bepaling van gesteldheid
Of zelf theorie lezen en stil doorwerken
Slide 6 - Tekstslide
Bepaling van gesteldheid
Waarover geeft een bwb extra informatie?
Waarover geeft een bvb extra informatie?
'Woedend verliet hij de vergadering.'
Waar zegt 'woedend' iets over?
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld 1
'Woedend verliet hij de vergadering.'
'Woedend' zegt iets over 'hij' én over het werkwoordelijke gezegde (verlaten).
'Woedend' is een dubbel verbonden bepaling
= een bepaling van gesteldheid
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld 2
'Hij verft het hekje groen.'
'Groen' zegt iets over:
Het gevolg van wat er gebeurt: verven. Dus groen zegt iets over het werkwoordelijk gezegde.
De toestand van 'het hekje' (LV), na het verven.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Het onderwerp vindt iets van het lijdend voorwerp
'Ik acht uw plan onhaalbaar.'
'Zij vindt mijn humor niet grappig.'
Slide 10 - Tekstslide
Dus, bepaling van gesteldheid:
Het onderwerp verkeert in een toestand/ heeft een eigenschap, terwijl het iets doet (Woedend verliet hij de vergadering.)
Het onderwerp doet iets waardoor het lijdend voorwerp verandert (Hij verft het hekje groen.)
Het onderwerp vindt iets van het lijdend voorwerp (Ik acht uw plan onhaalbaar.)
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opdracht 14: schrijf de zinnen over in de juiste kolom
Maak opdracht 15: welke zinnen bevatten een bvg? Omcirkel de zin en onderstreep de bvg
Blz. 33-34
Je mag zachtjes overleggen
Klaar? Nakijken met antwoorden in classroom
Niet klaar = huiswerk
Slide 12 - Tekstslide
Even checken
'Het meisje heeft haar haren blauw geverfd.'
Bepaling van gesteldheid?
Slide 13 - Tekstslide
Vooruitblik
Volgende lessen: oefenen en herhalen grammatica
Volgende week: so, kiezen boek 2 en start schrijfvaardigheid