2VM blok 4.1

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Leesautobiografie Demi
  • Woord van de week
  • Huiswerk nakijken:  H3.8 opdr. 6 t/m 11 (11b niet)
  • Vragen?
  • Quizje
  • Theorie 4.1
  • Nieuw huiswerk:  H4.1 opdr. 0 t/m 5
  • Klaar?: Leesboek 2 + 3 creatieve opdrachten + leesautobiografie
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

de illusie
gedachte die te mooi is om waar te zijn


Slide 3 - Tekstslide

Lulu is in het bos (verdwalen).
A
verdwaald
B
verdwaalt

Slide 4 - Quizvraag

Elaine (bezoeken)
haar tante.
A
bezoekd
B
bezoekt

Slide 5 - Quizvraag

Tom heeft zich (vergissen) .
A
vergisd
B
vergist

Slide 6 - Quizvraag

Van welk werkwoord klinkt het voltooid deelwoord hetzelfde als de pv?
A
zwemmen
B
brengen
C
beloven
D
helpen

Slide 7 - Quizvraag

Welke woorden kunnen géén pv zijn in een zin?
A
herinnerd
B
vergadert
C
vergadert
D
gedragen

Slide 8 - Quizvraag

Zij heeft mijn haar .............
A
ingevlecht
B
ingevlochten

Slide 9 - Quizvraag

In welke zinnen staat een splitsbaar werkwoord?
A
De man beaamde dat.
B
De man gaf haar gelijk.
C
De man is erg tevreden over die afspraak.
D
De man komt zijn belofte na.

Slide 10 - Quizvraag

In welke zinnen staat een splitsbaar werkwoord?
A
De ouders moesten daar mee instemmen.
B
De ouders vervolgden hun gesprek.
C
De ouders geloofden hun ogen niet.
D
De ouders waren erg enthousiast over dat idee.

Slide 11 - Quizvraag

Hij heeft een gesprek (aanknopen)
met dat leuke meisje.
A
aangeknopt
B
aanknopen
C
aanknoopt
D
aangeknoopt

Slide 12 - Quizvraag

We hebben het probleem (indammen).
A
ingedamd
B
ingedamt

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet er met een hoofdletter?: basisschool peppels in sittard is morgen open
A
Basisschool, Peppels
B
Basisschool
C
Basisschool, Peppels, Sittard
D
Basisschool, Sittard

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet er met een hoofdletter?:
de jongen zei: 'zo ruikt het bij mij thuis ook.'
A
De, Zo
B
De
C
De, Jongen, Zo
D
De, Jongen, Thuis

Slide 15 - Quizvraag

Wat moet er met een hoofdletter?:
vorige week at mike belgische chocolade op een terras langs de maas.
A
Vorige, Mike, Maas
B
Vorige, Mike
C
Vorige, Mike, Belgische, De, Maas
D
Vorige, Mike, Belgische, Maas

Slide 16 - Quizvraag

Wat moet er met een hoofdletter?: tijdens de kerst zijn we de eerste kerstdag bij meneer de graaf.
A
Tijdens, De, Graaf
B
Tijdens, Kerst, Graaf
C
Tijdens, Graaf
D
Tijdens, Kerst

Slide 17 - Quizvraag

In welk geval zijn de hoofdletters juist geschreven?
A
Rene Van Der Gijp
B
juffrouw Van Den Oever
C
Leon De Winter
D
A.F. Van Blaak

Slide 18 - Quizvraag