STIL bij uitleg / stil werken --> elke keer dat je praat = 15 minuten langer blijven / voorkomen
Aan het werk = aan het werk! Niet aan het werk --> tijd inhalen.
Je bent alleen bezig met wiskunde --> zo niet = 1 lesuur inhalen!
Klaar? Volgende weektaak / boek lezen. Geen spelletjes of MVI.
Je mag niet eerder stoppen. Stoppen is langer blijven / voorkomen.
Je mag niet eerder weg.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
REGELS
STIL bij uitleg / stil werken --> elke keer dat je praat = 15 minuten langer blijven / voorkomen
Aan het werk = aan het werk! Niet aan het werk --> tijd inhalen.
Je bent alleen bezig met wiskunde --> zo niet = 1 lesuur inhalen!
Klaar? Volgende weektaak / boek lezen. Geen spelletjes of MVI.
Je mag niet eerder stoppen. Stoppen is langer blijven / voorkomen.
Je mag niet eerder weg.
Slide 1 - Tekstslide
Vooruitblik
herhaling
leerdoelen en uitleg bij 6.1.2 gehele getallen
maken
evaluatie
vooruitblik wat komt
Slide 2 - Tekstslide
3,5 -1 -3 6,5 -1,5 1 0 -5,5
Welke getallen zijn negatief? Typ ze onder elkaar.
Slide 3 - Open vraag
3,5 -1 -3 6,5 -1,5 1 0 -5,5 Welke getallen zijn elkaars tegenovergestelde? typ in als volgt: ... en ...
Slide 4 - Open vraag
Hoeveel verschil zit er tussen 30 en -30?
Slide 5 - Open vraag
Rihanna heeft op haar rekening €40,-staan. Zij koopt een jurk voor €60,- Wat is haar nieuwe saldo? €.....
Slide 6 - Open vraag
In Londen is het in de middag 4°C warmer dan 's ochtends = -0,5°C. Wat is de middagtemperatuur?
Slide 7 - Open vraag
Kies: 3 < of > 9
Slide 8 - Open vraag
Kies 7 < of > 1
Slide 9 - Open vraag
Leerdoelen
Je legt uit wat negatieve getallen zijn, je plaatst ze op de getallenlijn en je vergelijkt ze.
Je telt op en trekt af met eenvoudige positieve en negatieve getallen, ook op je rekenmachine.
Je legt uit wat gehele getallen zijn.
Criteria:
Je vertelt van twee (gehele of decimale) getallen (allebei positief of negatief, of de een positief en de ander negatief) welke het grootst is (met behulp van een getallenlijn).
Slide 10 - Tekstslide
groter en kleiner
-8 staat links van -5 dus -8 < -5
-3 staat links van 0 dus -3 < 0
-1 staat rechts van -5 dus -1 > -5
-4 staat rechts van -5 dus -4 > -5
Slide 11 - Tekstslide
Waar horen -2,2 / -0,9 / 0,3 / 1,5?
Slide 12 - Tekstslide
Kies uit < en > -21 ..... -29
Slide 13 - Open vraag
Kies uit < en > 12 ..... -12
Slide 14 - Open vraag
Kies uit < en > 8,5 ..... -5,3
Slide 15 - Open vraag
Kies uit < en > 5 .....
421
Slide 16 - Open vraag
Maken vandaag:
6.1.2 stil werken: 15 minuten
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Wat heb je vandaag geleerd?
Kies uit < en >
12 ..... -12
5 ..... 4
21
71
Slide 18 - Tekstslide
vooruitblik
1. herhaling
2. leerdoelen + uitleg bij 6.1.3 + en - met negatieve getallen