In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> dicht
Etui --> pen/potlood en rekenmachine.
Map --> open
Gelukt = stil zijn en wachten :)
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Uitleg 10 min
Werken 30 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel trede 6
week 1
Je legt uit wat negatieve getallen zijn, je plaatst ze op de getallenlijn en je vergelijkt ze. Je legt uit wat gehele getallen zijn. Je telt op en trekt af met eenvoudige positieve en negatieve (decimale) getallen, ook op je rekenmachine.
Slide 4 - Tekstslide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je legt uit wat de woorden 'positief' en 'negatief' betekent bij getallen.
Je legt uit wat een positief getal en een negatief getal is.
Je wijst een negatief getal aan en plaatst dit op een getallenlijn.
Je benoemt gehele getallen.
Je noemt het tegengestelde getal van een gegeven getal.
Je benoemt de uitbreiding van de natuurlijke getallen met de negatieve getallen als 'gehele getallen'.
Slide 5 - Tekstslide
negatieve getallen
Negatieve getallen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
3+ -6,8=
A
-3,8
B
3,8
C
9,8
D
-9,8
Slide 8 - Quizvraag
- 4,5 + 6 =
A
-1,5
B
1,5
C
-10,5
D
10,5
Slide 9 - Quizvraag
8 - -4 =
A
-12
B
4
C
12
D
-4
Slide 10 - Quizvraag
We gaan aan de slag!
Doelen deze week:
Les 1: 6.1.1 Negatieve getallen
Les 2: 6.1.2 Gehele getallen vergelijken
6.1.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen
Slide 11 - Tekstslide
Kunnen wij het nu?
Je legt uit wat de woorden 'positief' en 'negatief' betekent bij getallen.
Je legt uit wat een positief getal en een negatief getal is.
Je wijst een negatief getal aan en plaatst dit op een getallenlijn.
Je benoemt gehele getallen.
Je noemt het tegengestelde getal van een gegeven getal.
Je benoemt de uitbreiding van de natuurlijke getallen met de negatieve getallen als 'gehele getallen'.
Je hebt een schuld bij iemand van 10 euro, vervolgens leen je nog 5 euro bij diegene.. hoeveel wordt de totale schuld?
Slide 12 - Tekstslide
Je hebt een schuld bij iemand van 10 euro, vervolgens leen je nog 5 euro bij diegene.. hoeveel wordt de totale schuld?