V4 ges - p1 - les 3: zonder bronnen geen geschiedenis

Les 3: Zonder bronnen geen geschiedenis
Thema 1
Per. 1
2022-2023
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3: Zonder bronnen geen geschiedenis
Thema 1
Per. 1
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding










https://nos.nl/artikel/2056498-boze-kok-belde-s-nachts-willem-alexander-wakker

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat gaan we vandaag doen?
  • Inleiding
  • Uitleg: bronnen
  • Opdracht: verdwenen botten
  • Nabespreking
  • Uitleg: vaardigheden
  • (evt. opdracht bronnen bekijken)
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Bronnen (iets waaruit je informatie kan halen) heb je nodig om meer over een onderwerp te weten te komen. Maar je moet je realiseren dat er heel veel verschillende bronnen zijn die allemaal anders werken:
- primaire bronnen (geschreven en ongeschreven)
- secundaire bronnen (geschreven en ongeschreven)

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
  • Je doet onderzoek naar Adolf Hitler na aanleiding van de liefde van Hitler voor zijn hond Blondi. Je hebt 5 bronnen die mogelijk informatie zouden kunnen verschaffen over van Hitler.
  • Zet de bronnen nu eens op volgorde van belang. Welke zou je het meeste informatie opleveren en welke het minste?



Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
  • Je doet onderzoek naar aanslagen op Adolf Hitler . Je hebt 5 bronnen die mogelijk informatie zouden kunnen verschaffen over van Hitler.
  • Zet de bronnen nu eens op volgorde van belang. Welke zou je het meeste informatie opleveren en welke het minste?



Slide 7 - Tekstslide

Zet de bronnen nu eens op volgorde van belang. Welke zou je het meeste informatie opleveren en welke het minste?



Zet de bronnen op de juiste volgorde van belang (volgens jou). 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom levert de ene bron nou meer informatie op dan de andere? Dan kan heel veel redenen hebben:
  • de ene bron gaat specifiek in op het onderwerp, de ander niet
  • de ene bron is secundair, de ander primair
  • de ene bron is geschreven en de ander ongeschreven
  • de ene bron is betrouwbaar, de andere niet
  • de ene bron is bruikbaar, de andere niet
  • feit? mening?
  • etc

Slide 9 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 10 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 11 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 12 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 13 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 14 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 15 - Tekstslide

Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is belangrijk om te ontdekken of de informatie uit de bron waarschijnlijk klopt. 

Slide 16 - Tekstslide

 In 1277 verleende de graaf van Holland Floris V een oorkonde aan de Hollandse stad Dordrecht:
‘Ik, Floris, graaf van Holland, maak aan allen die deze brief zullen zien, horen of lezen bekend, dat ik aan al degenen die zich met het maken van wollen stoffen willen bezighouden of zich voornemen dat te gaan doen, een vrijgeleide geef om mijn land binnen te komen, daar te verblijven en weer terug te keren. Voor de eerstkomende tien jaar geef ik hen tolvrijheid voor de lakense stoffen die zij in mijn land maken en voor de andere zaken die tot de wolnijverheid behoren. Ten bewijze hiervan geef ik deze brief die met mijn zegel is bekrachtigd.’


Ter info: Een oorkonde is een officieel gezegeld stuk, waarin afspraken wettelijk zijn vastgelegd, zoals het verlenen van een voorrecht aan een stad of het verkopen van grond.

Slide 17 - Tekstslide

Ter info: bovenstaand fragment komt uit het boek Hitler (2016) van Peter Longerich. "Peter Longerich (1955) is docent moderne geschiedenis aan het Royal Holloway College in Londen en oprichter van het Holocaust Research Centre. Sinds 2013 is hij ook verbonden aan de Universität der Bundeswehr in München. Longerich is gespecialiseerd in de geschiedenis van het nationaalsocialisme. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
In deze opdracht bekijken we een aantal bronnen over Ans van Dijk, 'een Joodse vrouw die er voor koos om andere Joden te verraden in WOII'. 

Je moet het verhaal reconstrueren om een antwoord te vinden op de vraag 'waarom heeft Ans van Dijk zoveel joden verraden tijdens de Tweede Wereldoorlog?'

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
1. Lees met elkaar de zeven bronnen.
2. Noteer op werkblad 1 per bron welk motief voor het verraad van Ans van Dijk genoemd wordt én geef per bron aan in hoeverre jullie die betrouwbaar vinden voor het beantwoorden van de hoofdvraag: 'waarom heeft Ans van Dijk zoveel joden verraden tijdens de Tweede Wereldoorlog??'
3. Noteer daarna op werkblad 2 jullie antwoord op de onderzoeksvraag.

timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreken
Welke bronnen waren BETROUWBAAR?
Waarom waren deze BETROUWBAAR?


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat was de conclusie op de hoofdvraag?

Slide 23 - Open vraag

Nabespreken
Wat maakt het moeilijk om de conclusie met zekerheid te trekken (en dus het verhaal goed te reconstrueren)?

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg
Alles kan een bron zijn, maar niet alles kun je gebruiken voor je onderzoek. Om dat te bepalen, moet je eerst de bron beoordelen. 

- Wat voor soort bron?
- Is de bron bruikbaar?
- Is de bron betrouwbaar? Is er sprake van feiten of een mening?
- Is  maker onafhankelijk of niet?

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 27 - Woordweb