will - going to (toekomst plannen)

3A and 3B
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3A and 3B

Slide 1 - Tekstslide

Goal
Je kunt 4 verschillende vormen van de toekomende tijd gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

programme:
  1. Warming up
  2. check homework
  3. Grammar 3 = future (toekomende tijd)
  4. Exercises 25 +26

  5. Slim stampen: stones 2, grammar 3, vocab GHI en P&S

Slide 3 - Tekstslide

Make a sentence with the word "provide"

Slide 4 - Open vraag

Make a sentence with the word:
"respond"

Slide 5 - Open vraag

check homework
check in pairs
write down any questions you need to.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

 stones 3 p.14

Making plans for the future.......

= toekomende tijd

= iets beloven, aanbieden, aankondigen, voorspellen

= iets van plan zijn, gaan doen, gaat gebeuren (bewijs)

He will buy four tickets for the show. 

We are going to see a comedy show tomorrow. 

Slide 8 - Tekstslide

iets aanbieden, beloven, aankondigen, voorspelling

Slide 9 - Tekstslide

iets (van plan om te) gaan doen of bewijs dat het gaat gebeuren

Slide 10 - Tekstslide

toekomende tijd
-
iets aanbieden
iets beloven
iets aankondigen, voorspellen
-
van plan zijn, gaan doen = intention


voorspelling        =                prediction
the future 
-
I will get you some more tea.
Anne will call you back later.
They will be home at six.
-
Tom is going to do his homework tonight.

Tom will get a good grade.

Slide 11 - Tekstslide

de toekomende tijd
is in het engels:
A
the present
B
the future
C
the past
D
the continuous

Slide 12 - Quizvraag

om iets aan te bieden,
te beloven, voorspellen
of aan te kondigen:
A
will + hele werkwoord
B
do + hele werkwoord
C
allowed to + hele werkwoord
D
am/are/is + going to + hele werkwoord

Slide 13 - Quizvraag

als je iets van plan bent, gaat doen
of iets gaat zeker gebeuren:
A
will + hele ww
B
do + hele ww
C
allowed to + hele ww
D
am/are/is + going to + hele ww

Slide 14 - Quizvraag

will + hele werkwoord gebruik je ...

A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 15 - Quizvraag

I am - she/he/it is - you/we/they are + going to + ww

We are going to lose the game.
A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 16 - Quizvraag

The traffic is really bad.
We ... our flight. (miss)
A
will miss
B
are going to

Slide 17 - Quizvraag

I promise I ... you a letter soon. (write)
A
will write
B
am going to write

Slide 18 - Quizvraag

Toekomende tijd:
We ...... our holiday in Spain. (spend)
A
go to spend
B
are going to spend
C
are spent
D
go spending

Slide 19 - Quizvraag

Look, a clear blue sky.
It .... another warm day. (be)
A
will go to be
B
is
C
is going to
D
will be

Slide 20 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to
B
make
C
will making
D
will make

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

I can't come tomorrow.
We .........( visit) my grandmother then.
A
will visit
B
are going to visit
C
are visiting
D
visit

Slide 24 - Quizvraag

Can you tell me when the bus to Stadskanaal ................(leave) here
A
will leave
B
is going to leave
C
is leaving
D
leaves

Slide 25 - Quizvraag

I have an idea. Let's have a party!
We........................(invite) the whole class
A
will invite
B
are going to invite
C
are inviting
D
invite

Slide 26 - Quizvraag

For my birthday next month I .................( have) a party
A
will have
B
am going to have
C
am having
D
have

Slide 27 - Quizvraag

We ................( have) a party at John's house tonight
A
will have
B
are going to have
C
are having
D
have

Slide 28 - Quizvraag

Theme 1 Have fun! - part three

  1. Exercises 25 +26
  2. Slim stampen: stones 2, grammar 3, vocab GHI en P&S

Slide 29 - Tekstslide

So..... what have you learned today?
  • hoe je zinnen maakt die over de (nabije) toekomst gaan
  • am/are/is     + going to    + hele ww
  • will    + hele ww
  • present continuous
  • present simple

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video