COPD

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bij COPD is de luchtwegobstructie:
A
Niet reversibel
B
Niet volledig reversibel
C
Volledig reversibel

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bij hoeveel procent van de rokers wordt de diagnose COPD gesteld?
A
5-10%
B
10-15%
C
15-20%
D
20-25%

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk niet-medicamenteus advies wordt NIET gegeven?
A
Gezond eten
B
Griepprik
C
Uitlokkende prikkels vermijden
D
Deze adviezen worden allemaal WEL gegeven

Slide 18 - Quizvraag

Is er bewijs dat influenzavaccinatie het aantal exacerbaties bij COPD vermindert?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het gebruik van een geïndividualiseerd actieplan heeft positief effect op aantal exacerbaties.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

SABA beter effect dan SAMA bij monotherapie kortwerkende luchtwegverwijding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Combinatiebehandeling LABA + Tiotropium heeft klinisch relevant positief effect t.o.v. monotherapie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Bij behandeling met ICS:
Tegenover het voorkomen van 8 exacerbaties staat het optreden van 1 extra pneumonie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Leidt vroegtijdig behandelen van een exacerbatie met orale medicatie tot sneller herstel?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide