Inhalatiemiddelen vervolg

Inhalatiemiddelen- Vervolg





Farmacotherapie H22.5 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inhalatiemiddelen- Vervolg





Farmacotherapie H22.5 

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken BSP les
Op tijd in de les zijn
Lesmateriaal meenemen
Opdrachten gemaakt
Mobiel in de tas
Tas op de grond
Geen oortjes in

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze les 
- Weten wat met SABA en LABA wordt bedoeld

- Weten wat met SAMA en LAMA wordt bedoeld

- Het stappenplan in de behandeling van 
astma en COPD uit kunnen leggen

Slide 3 - Tekstslide

Socrative

www.socrative.com

Roomnumber 621103

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Tot welke farmacotherapeutische groep hoort Budesonide?
A
Beta-2-sympaticomimetica
B
Inhalatie corticosteroïden
C
Parasympaticolytica

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een bijwerking van sympaticomimetica?
A
Diarree
B
Droge mond
C
Hartkloppingen
D
Obstipatie

Slide 29 - Quizvraag

Tot welke farmaceutische groep hoort Tiotropium?
A
Parasympatico lytica
B
Parasympatico mimetica
C
Sympaticolytica
D
Sympaticomimetica

Slide 30 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met SABA?
A
Kortwerkend sympaticomimeticum
B
Langwerkend sympaticomimeticum

Slide 31 - Quizvraag

Welk geneesmiddel is een SABA?
A
Salbutamol
B
Salmeterol

Slide 32 - Quizvraag

Patiënt gebruikt Salmeterol én Fluticason;
Welk geneesmiddel eerst gebruiken?
A
Fluticason
B
Salmeterol

Slide 33 - Quizvraag

Met welke geneesmiddelen hebben sympaticomimetica een interactie?
A
Antihistaminica
B
Beta-blokkers
C
NSAID's
D
Paracetamol

Slide 34 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met LABA?
A
Kortwerkend sympaticomimeticum
B
Langwerkend sympaticomimeticum

Slide 35 - Quizvraag

Welk geneesmiddel is een LABA?
A
Formoterol
B
Terbutaline

Slide 36 - Quizvraag

Welk geneesmiddel wordt vooral door COPD patiënten gebruikt?
A
Fluticason
B
Salbutamol
C
Tiotropium
D
Terbutaline

Slide 37 - Quizvraag

Veel succes met de kennistoets!

Slide 38 - Tekstslide

In een woord.... wat heb je vandaag geleerd?

Slide 39 - Open vraag

Einde van de les

Slide 40 - Tekstslide