9.2 Goed geregeld

9.2 Goed geregeld



1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.2 Goed geregeld



Slide 1 - Tekstslide

Herhaling §9.1

Slide 2 - Tekstslide

Je rookt elke dag. Je vindt het moeilijk om te stoppen omdat je dan niet meer samen met je vrienden gezellig buiten kunt staan. Op welke manier ben je dan afhankelijk van een genotmiddel?
A
Lichamelijk afhankelijk
B
Geestelijk afhankelijk
C
Sociaal afhankelijk

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor effect heeft alcohol op je hersenen?
A
Verdovend
B
Stimulerend
C
Bewustzijn veranderend

Slide 4 - Quizvraag

Welke stof in een sigaret zorgt ervoor dat je conditie omlaag gaat, omdat er minder zuurstof vervoerd wordt door je rode bloedcellen?
A
Nicotine
B
Koolstofmonoxide
C
Teer
D
COPD

Slide 5 - Quizvraag

Welke stof in sigaretten vergroot de kans op longkanker?
A
Nicotine
B
Koolstofmonoxide
C
Teer
D
COPD

Slide 6 - Quizvraag

Bewustzijns veranderende drugs
Stimulerende drugs
verdovende drugs
XTC
Cocaïne
Hasj & Wiet
GHB
LSD & Paddo's 
Speed
Alcohol
Slaapmiddelen

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke organen nemen stoffen uit het milieu op?
A
Longen en huid
B
Huid en nieren
C
Darmen en nieren
D
Longen en darmen

Slide 12 - Quizvraag

Welke organen scheiden stoffen uit?
A
Longen, darmen en huid
B
Longen, huid en nieren
C
Darmen, nieren en longen
D
Longen, darmen en nieren

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Glucose =
A
Energiearm
B
Energierijk

Slide 15 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend op je wisbord:
+
+
  _______>
Verbranding
+
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Glucose
Energie

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 20 - Sleepvraag

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 21 - Sleepvraag

In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
Lever
B
Spieren
C
Alvleesklier
D
Milt

Slide 22 - Quizvraag

Tim gaat heel hard sporten, welk hormoon zorgt ervoor dat zijn glucosegehalte normaal blijft?
A
Insuline
B
Glucagon

Slide 23 - Quizvraag

Glucagon afgifte zorgt voor een daling in het glucosegehalte in het bloed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Evaluatie
Zelfstandig werken of verlengde instructie?

Slide 25 - Tekstslide

Deel 2: Wat heb je nodig?
- Leerboek §9.2;


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Diabetes type I patiënten moeten extra insuline inspuiten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
Glycogeen
B
Insuline
C
Glucagon
D
Glucose

Slide 32 - Quizvraag

Lees voor jezelf:
Hoe raakt je lichaam afvalstoffen kwijt? (blz. 145)

Klaar? Alvast opdracht 16 + 17!
timer
2:30

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Lees voor jezelf:
Hoe werken je nieren? (blz. 146)

Klaar? Alvast opdracht 20!
timer
2:30

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

De nieren liggen.....
A
Laag in de buikholte
B
In het midden van de buikholte
C
Hoog in de buikholte
D
In de borstholte

Slide 39 - Quizvraag

Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de volgorde waarin een afvalstof je lichaam verlaat?
A
nierslagader > nier > urineleider > blaas > urinebuis > wc
B
nierslagader > nier > urinebuis > blaas > urineleider > wc
C
nierslagader > nier > urineleider > urinebuis > blaas > wc
D
nierslagader > nier > urinebuis > urineleider > blaas > wc

Slide 41 - Quizvraag

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Ademhalingstelsel

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Oefening
Je maakt:
- Opdr. 11 t/m 22.

Klaar?
1. Nakijken;
2. Huiswerk maken of leren (kijk in weekplanner!)
timer
10:00

Slide 45 - Tekstslide