In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we deze les doen
Herhaling m.b.v. vragen en begrippen
Uitleg 2e deel paragraaf 1
Tijd om zelf aan de slag te gaan
Slide 1 - Tekstslide
Abiotisch
Biotisch
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is een ecosysteem?
A
Biotische factoren in een bepaald gebied
B
Abiotische factoren in een bepaald gebied
C
Biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied
D
Geen factoren in een bepaald gebied
Slide 3 - Quizvraag
Is een voorjaarsbloeier een zonplant of schaduwplant?
A
Zonplant
B
Schaduwplant
Slide 4 - Quizvraag
Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar (voorjaarsbloeiers)?
A
omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar
Slide 5 - Quizvraag
voorjaarsbloeiers
Klimplanten
wortelrozetten
woestijnplanten
bloeien voordat er bladeren aan de bomen komen
zorgen ervoor dat de planten genoeg ruimte voor zichzelf hebben, zodat hij genoeg mineralen en water tot zijn beschikking heeft.
groeit langs de boomstam richting het licht.
hebben aanpassingen om waterverlies tegen te gaan.
Slide 6 - Sleepvraag
Welke aanpassingen hebben woestijnplanten om waterverlies tegen te gaan
Slide 7 - Woordweb
3.1 - Organismen in hun omgeving
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk
Bekijk filmpjes
luister de audiofragmenten
maak de vragen
+- 10 minuten werktijd
Slide 9 - Tekstslide
Hoe zijn dieren aangepast aan kou of hitte
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, hebben dus altijd een constante lichaamstemperatuur.
Slide 10 - Tekstslide
gematigde streken
Slide 11 - Tekstslide
Koude omgeving
Slide 12 - Tekstslide
warme omgeving
Slide 13 - Tekstslide
Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze
Planteneters
Slide 14 - Tekstslide
Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze
Vleeseters
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Poten van vogels
Slide 17 - Tekstslide
De kerkuil is een echte jager. Het liefst pakt hij muizen om op te eten. Welke poten zal een steenuil hebben?
A
Steltpoten
B
Grijppoten
C
klimpoten
D
zwempoten
Slide 18 - Quizvraag
Sommige dieren hebben in de winter een dikke vacht. Deze dieren zijn goed aangepast aan het leven in de kou. Is de dikke vacht een aanpassing aan een abiotische factor, een biotische factor of een aanpassing aan zowel een biotische als een abiotische factor?
A
alleen aan een biotische factor
B
alleen aan een abiotische factor
C
zowel aan een abiotische factor als aan een biotische factor
Slide 19 - Quizvraag
Plooikiezen
A
Schapen en koeien
B
Mensen en varkens
C
Tijgers en leeuwen
D
Vogels en reptielen
Slide 20 - Quizvraag
Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.
Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Grote oren
B
Zomervacht
C
Luchtstroom
D
Dikke vetlaag
Slide 21 - Quizvraag
Een kievit is een weidevogel, welke poten zal de kievit hebben?
A
Klimpoten
B
zwempoten
C
grijppoten
D
steltpoten
Slide 22 - Quizvraag
Dit zijn voorbeelden van:
A
grijppoten
B
zwempoten
C
steltpoten
D
klimpoten
Slide 23 - Quizvraag
Dit zijn voorbeelden van:
A
grijppoten
B
zwempoten
C
steltpoten
D
klimpoten
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een aanpassing van een ijsbeer aan de kou?
A
dunne vacht
B
een lichte kleur
C
zijn omgeving
D
dikke vacht
Slide 25 - Quizvraag
Wat zijn plooikiezen?
A
Kiezen met een knobbelig oppervlakte, waarmee het voedsel kan worden fijngemalen.
B
Kiezen met harde richels van glazuur, waarmee het voedsel kan worden fijngemalen.
C
Scherpe kiezen waarmee het voedsel in stukken kan worden geknipt.
Slide 26 - Quizvraag
Welk onderwerp vind jij lastig en wil je meer informatie over