§ 9 Samengestelde zin

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je enkelvoudige en samengestelde zinnen plus hoofd- en bijzinnen kunt herkennen.


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je enkelvoudige en samengestelde zinnen plus hoofd- en bijzinnen kunt herkennen.


Slide 1 - Tekstslide

Er zijn zinnen met één persoonsvorm en zinnen met meer persoonsvormen
Een zin met één persoonsvorm heet een enkelvoudige zin:
– Evelien (ow) werkt bij de bakker.


----------------------------------------------------------------------------
Een zin met meer dan één persoonsvorm heet een samengestelde zin:


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een samengestelde zin kan bestaan uit:

twee of meer samengevoegde hoofdzinnen (zie voorbeeldzin 1: hoofdzin + hoofdzin);



1={hoofdzin Evelien (ow) werkt bij de bakker}, want {hoofdzin zij (ow) bakt graag koekjes}.
 



Slide 4 - Tekstslide

Een samengestelde zin kan bestaan uit:

een hoofdzin met een of meer bijzinnen erin (zie voorbeeldzin 2: bijzin + hoofdzin);


2={(bijzin Omdat Evelien (ow) graag koekjes bakt), hoofdzin werkt zij (ow) bij de bakker}.
 



Slide 5 - Tekstslide

Een samengestelde zin kan bestaan uit:

een of meer hoofdzinnen met een of meer bijzinnen erin (zie voorbeeldzin 3: hoofdzin + hoofdzin + bijzin).

3={hoofdzin Evelien (ow) werkt bij de bakker}, want {hoofdzin zij (ow) bakt graag koekjes,
(bijzin omdat ze die zo lekker vindt)}.



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Gebruik voor het maken van de opdrachten de theorie op blz. 222
Bekijk nog eens goed de zinnen van de theorie, dit zijn andere zinnen dan zojuist genoemd.

Maken:
Cursus 5 Grammatica zinsdelen  §9
blz. 222

opdr. 1 t/m 5

Slide 8 - Tekstslide

§ 9 Samengestelde zin
Staat er: onderstreep, markeer of omcirkel, dan mag dit alleen met POTLOOD in je werkboek. 

De rest schrijf je op in je schrift.

Geen potlood? Leen er een, anders maak je het gewoon ook in je schrift!

Slide 9 - Tekstslide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 10 - Tekstslide

H2E-2022

Slide 11 - Tekstslide

H2F

Slide 12 - Tekstslide

§ 9 Samengestelde zin
Maken:
§ 7 
blz. 218
opdr. 1 t/m 3

§ 9
blz. 222
opdr. 1+2

Slide 13 - Tekstslide

§ 9 Samengestelde zin
Maken:
§ 9
opdr. 4+5
blz.223


Staat er: onderstreep, markeer of omcirkel, dan mag dit alleen met POTLOOD in je werkboek. 

De rest schrijf je op in je schrift.

Geen potlood? Leen er een, anders maak je het gewoon ook in je schrift!

Slide 14 - Tekstslide

§ 9 Samengestelde zin
Maken:
§ 9
opdr. 4+5
blz.223


Staat er: onderstreep, markeer of omcirkel, dan mag dit alleen met POTLOOD in je werkboek. 

De rest schrijf je op in je schrift.

Geen potlood? Leen er een, anders maak je het gewoon ook in je schrift!

Slide 15 - Tekstslide