NN6e 2hv H5 gram samengestelde zin

samengestelde zinnen
Je hebt geleerd dat de persoonsvorm verandert als je de zin van tijd verandert.
Zoek op deze manier de persoonsvormen in de volgende zinnen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

samengestelde zinnen
Je hebt geleerd dat de persoonsvorm verandert als je de zin van tijd verandert.
Zoek op deze manier de persoonsvormen in de volgende zinnen.

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de persoonsvormen:
Het weerbericht voorspelde noodweer, maar dat viel gelukkig mee.

Slide 2 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:
Omdat Nederland een waterland is, kampen we steeds weer met overstromingen.

Slide 3 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:
Ik zal de vaat met de hand moeten doen, want de afwasmachine is defect.

Slide 4 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:
Weet je dat je vannacht de planeet Jupiter goed kunt zien?

Slide 5 - Open vraag

Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Er zijn zinnen met één pv en zinnen met meer pv's. 
Een zin met één persoonsvorm heet een enkelvoudige zin:
– Evelien werkt bij de bakker.
Een zin met meer dan één persoonsvorm heet een samengestelde zin:
- Omdat Evelien graag koekjes bakt, werkt ze bij de bakker.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzinnen en bijzinnen
hoofdzin
bijzin
ow en pv staan naast elkaar; er passen bijna nooit andere zinsdelen tussen
tussen ow en pv kunnen wel andere zinsdelen staan, bijvoorbeeld het woordje 'niet'
pv is het eerste of tweede zinsdeel van de zin
pv staat vaak achteraan in de zin

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin of bijzin?
Het weerbericht voorspelde noodweer, maar dat viel gelukkig mee.

Slide 8 - Open vraag

Hoofdzin/bijzin?
Omdat Nederland een waterland is, kampen we steeds weer met overstromingen.

Slide 9 - Open vraag

Een samengestelde zin kan bestaan uit:

1) twee of meer hoofdzinnen 
{hoofdzin Evelien (ow) werkt bij de bakker}, want {hoofdzin zij (ow) bakt graag koekjes}.
2) een hoofdzin met een of meer bijzinnen erin
{(bijzin Omdat Evelien (ow) graag koekjes bakt), hoofdzin werkt zij (ow) bij de bakker}. 
3) een of meer hoofdzinnen met een of meer bijzinnen erin 
{hoofdzin Evelien (ow) werkt bij de bakker}, want {hoofdzin zij (ow) bakt graag koekjes, (bijzin omdat ze die zo lekker vindt)}.


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
De volgende zinnen zijn samengesteld. 
Geef aan of de zin bestaat uit een hoofdzin + hoofdzin (H+H) of een hoofdzin + bijzin (H+B of B+H).

Slide 11 - Tekstslide

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin+ bijzin / bijzin + hoofdzin

Slide 12 - Quizvraag

Toen de meivakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin+ bijzin / bijzin + hoofdzin

Slide 13 - Quizvraag

Als ik jou was, zou ik zeker op tijd komen voor de eerste bijles van de docent wiskunde.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin+ bijzin / bijzin + hoofdzin

Slide 14 - Quizvraag

Daniel had zich opnieuw verslapen, omdat hij tot laat in de avond had zitten gamen.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin+ bijzin / bijzin + hoofdzin

Slide 15 - Quizvraag

Honderden jongeren stonden in de rij voor het concert, want het optreden van de band was gratis.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin+ bijzin / bijzin + hoofdzin

Slide 16 - Quizvraag