Hoofdstuk 2 herhaling

Herhalen H2 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen H2 

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
Herhalen van de lesstof uit hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

Rekenvolgorde
1.

2.

3.

4.



Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen. (L naar R)
Optellen en aftellen (L naar R)
Machten, Kwadrateren en worteltrekken.

Slide 3 - Sleepvraag


Wat is het hellingsgetal van formule C?
A
+ 55
B
- 2
C
+ 70
D
+ 3

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het startgetal?
A
0
B
600

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het startgetal?
A
4
B
4000

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het startgetal?
A
1
B
400
C
2800
D
600

Slide 7 - Quizvraag

Welk soort grafiek hoort er bij een lineaire formule?
A
Vloeiende kromme
B
Rechte grafiek
C
Periodieke grafiek
D
Gebogen grafiek

Slide 8 - Quizvraag

Is de grafiek die bij de formule hoort een stijgende of een dalende grafiek?
Aantal flesjes = 40 - 6 x aantal weken
A
Stijgend
B
Geen van beide
C
Dalend
D
Ik kan het niet aflezen in de formule

Slide 9 - Quizvraag

Wat moet je altijd vermelden als je een assenstelsel tekent?
A
Titel, eenheid x-as, eenheid y-as
B
Helemaal niets
C
Titel
D
De formule

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
Staat bij de horizontale as
B
Staat bij de verticale as
C
Begingetal
D
Stijg- of daalgetal

Slide 11 - Quizvraag

staat bij de horizontale as
hellingsgetal
startgetal
staat bij de verticale as

Slide 12 - Sleepvraag

Kosten = 50 + 10 x lengte in m

Bereken lengte = 2 meter.
A
100
B
80
C
70
D
90

Slide 13 - Quizvraag

Kosten = 50 + 10 x lengte in m

Bereken lengte = 4 meter.
A
140
B
200
C
240
D
90

Slide 14 - Quizvraag

afstand in km = 10 + 6t
Wat is de afstand als t = 0
A
10
B
16
C
6
D
0

Slide 15 - Quizvraag

Maak van deze woordformule een letterformule.
winst in euro = 5 + 3 x aantal dagen
A
w = 5 + 3a
B
w = 5 + 3 x aantal
C
winst in euro = 5 + 3t
D
w = 5 + 3t

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het
startgetal?
A
60
B
40
C
20
D
Dat kan je niet weten!

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het startgetal van de volgende formule?


B = 8,5t
A
8,5
B
kun je niet weten
C
1
D
0

Slide 18 - Quizvraag

Geef van de formules aan of de bijbehorende grafiek een dalende of een stijgende lijn is. Sleep de formule naar het juiste vak.
Stijgende lijn
dalende lijn
b = -2a
b = a + 4
b = 25 + 2a
b = -6a + 12
b = 10 - 3a
b = 2a - 5

Slide 19 - Sleepvraag

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
variabele bij de horizontale as
B
variabele bij de verticale as
C
startgetal
D
hellingsgetal

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal bij deze grafiek?
A
400
B
100
C
-100
D
-500

Slide 21 - Quizvraag

Welke formule past bij deze grafiek?
A
b = 25t - 75
B
b = 75 - 25t
C
b = 25 + 75t
D
b = 75 + 25t

Slide 22 - Quizvraag

Bereken ik het hellingsgetal. Wat is juist?
A
2,5 dat zie ik in de grafiek
B
12 : 6 = 2, dus 2
C
geen idee
D
6 : 12 = 0,5, dus 0,5

Slide 23 - Quizvraag

Bereken ik het hellingsgetal. Wat is juist?
A
ongeveer 250 dat zie ik in de grafiek
B
40 : 1250 = 0,032
C
geen idee
D
1250 : 40 = 31,25

Slide 24 - Quizvraag

 10 min in stilte werken.
 Lezen theoriestukjes 
Maak Samenvatting Extra oefening in je lesboek op bladzijde 72 t/m 68 opdracht 1 t/m 19. 

Ben je klaar?
  • nakijken
  • U7 en U8 op bladzijde 69 maken
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video