2T Fictie 1.1

• ne
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Aan de slag

Op tafel:

-Werkboek;

-Schrift (opdrachten en aantekeningen);

-Mapje (die super belangrijke om ervoor te zorgen dat je geen propjestas krijgt).

Planning deze les:

Les 1

- Huiswerk controle;

- Gemaakte opdrachten bekijken;

- Verdeling lessen (zie planning en fictiedossier);

- Opdrachten huiswerk

Les 2

Start op de laptop: fictiedossier

De voorgaande les:

7.2 werkwoorden (blz. 117)

opdracht 1

Belangrijk
:

persoonsvorm

voltooid deelwoord

onvoltooid deelwoord

infinitief

INSTAPOPDRACHT

Controleer opdracht 1 van 7.2

Waar kan het fout gaan?

persoonsvorm? geen persoonsvorm?

verleden tijd? tegenwoordige tijd?

Regels van de verschillende werkwoordsvormen?

0

Opdracht 1, nog een keer

Je mag spieken in het schema

Geef eerst aan: persoonsvorm? (streep)

Volg de regels van de persoonsvorm.

Anders? Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief

Opnieuw nakijken

Klaar?

HUISWERK 2.8 opdracht 1 en 2;

Lezen in het leesboek;

Lever jouw leesboek in.

Bespreken opdracht 1

OPDRACHT 1

a gebeurt; luistert

b doorpasst; storend; vertoont

c ontvangt; verblijft; afgelopen

d vervangt; mediteren

e verdwijnt; vertrekt

Bespreken opdracht 1

f probeert; relaxend; worden

g vindt; geslaagd; verandert

h antwoordde; werd; gevraagd

i verwachtte; merkte; freakte; pratend; schreeuwend; verscheen.

Theorie blz. 118

Huiswerk

7.2 opdracht 3, 4 en 5 blz 119 en 120

Les 2

Fictiedossier

Aan de slag

Op tafel:

-Werkboek;

-Schrift (opdrachten en aantekeningen);

-Mapje (die super belangrijke om ervoor te zorgen dat je geen propjestas krijgt).

Planning deze les:

Les 1

- Huiswerk was: opdr. 3, 4 en 5

- Nakijken opdrachten;

- Uitleg voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord;

- Samen lezen: interpunctie blz. 121;

- Aan de slag opdracht 1 en 3 op blz.121 en 122.

Donderdag

7.3 Taalverzorging

Bespreken opdracht 3

De woorden die je moet invullen zijn allemaal PERSOONSVORMEN.

Bedenk bij ieder woord:

tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Ik, hij of wij?