De resultaten van de ingezonden brief komen deze week.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De resultaten van de ingezonden brief komen deze week.
Slide 1 - Tekstslide
Argumentatie (4)
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Weet je welke verschillende soorten argumentatieschema's er zijn
Kun je verschillende soorten argumentatieschema’s herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Planning
Herhaling argumentatietheorie
Theorie argumentatieschema's - nieuwe theorie
Aan de slag
Slide 4 - Tekstslide
Wat hebben we al behandeld?
Standpunt (positief standpunt, negatief standpunt en standpunt van twijfel) en argumenten
Signaalwoorden:
Standpunt - ik vind, volgens mij, daarom, kortom, etc.
Argument - want, omdat, immers etc.
Slide 5 - Tekstslide
Wat hebben we al behandeld?
Argumenten, tegenargumenten (je ontkracht een standpunt) en weerleggingen (je ontkracht een argument)
Argumentatiestructuren
Slide 6 - Tekstslide
Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 7 - Sleepvraag
3 vormen van argumenteren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 8 - Tekstslide
Je kunt maar beter niet op Texel wonen. Het waait er altijd en het leven is er erg duur. Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Het waait er altijd
Je kunt maar beter niet op Texel wonen.
Het leven is er erg duur
Slide 9 - Sleepvraag
Start theorie argumentatie
argumentatieschema's
Slide 10 - Tekstslide
Argumentatieschema's (1)
Argumentatieschema = het verband tussen het standpunt + de argumenten
Slide 11 - Tekstslide
Argumentatieschema's; argumentatie kan gebaseerd zijn op:
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit (expert)
Slide 12 - Tekstslide
Argumentatieschema's (3)
Mensen zouden eens wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan (standpunt), want dat is goed voor het milieu, het is goed voor hun conditie en het maakt het fileprobleem kleiner (argumenten: voordelen)
argumentatie op basis van voordelen
Slide 13 - Tekstslide
Argumentatieschema's (4)
Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch te worden bejegend. (argument: eigenschap) Geen wonder dat zij veel moeite hebben met kritiek die zij vanuit het buitenland krijgen (standpunt)
argumentatie op basis van kenmerk/eigenschap
Slide 14 - Tekstslide
Oefenen
Slide 15 - Tekstslide
Het Nederlands verloedert, want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 16 - Quizvraag
Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de strijd tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal gisteren in Nieuwsuur niet gehoord?
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld
Slide 17 - Quizvraag
Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld
Slide 18 - Quizvraag
Het nieuwe seizoen van Mocro Maffia is een serie die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 19 - Quizvraag
De theorie van argumentatieschema's begrijp ik goed.
Omdat jij je taalgebruik niet serieus neemt, zal je profielwerkstuk niet geaccepteerd worden.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 23 - Quizvraag
Als je meer gaat trainen, zullen je hockeyprestaties wel verbeteren, maar je zult op school wel problemen gaan krijgen om alles bij te houden. Als je het niet erg vindt om een jaartje langer over je school te doen, zou ik die trainingen erbij gaan doen.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 24 - Quizvraag
Huiswerk nakijken
§3 opdr. 1-6
Slide 25 - Tekstslide
Opdracht 1
C argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B argumentatie op basis van een voorbeeld
A argumentatie op basis van autoriteit
D argumentatie op basis van vergelijking
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht 2
B oorzaak en gevolg
A autoriteit
C vergelijking
B oorzaak en gevolg
C voor- en nadelen
A en D autoriteit en voor- en nadelen
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht 3
B kenmerk of eigenschap
A autoriteit
D voorbeeld
C vergelijking
B kenmerk of eigenschap
D voorbeeld
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht 4 (1)
Standpunt: Sinds mensenheugenis wegen dokters de behandelopties af tegen wat een oud lichaam nog aankan.
Argument: Zo heb ik sinds het begin van mijn opleiding talloze ouderen behandelingen niet laten ondergaan, omdat het einde van het leven te nabij was.
D voorbeelden
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht 4 (2)
3 Standpunt: Het is onzin om te zeggen dat de keuze altijd aan de oudere zelf blijft.
Argument: In ons zorgsysteem kunnen patiënten nooit een behandeling afdwingen als die vanuit het oordeel van de arts medisch zinloos is.
4 A kenmerk of eigenschap
Slide 30 - Tekstslide
Opdracht 4 (3)
5 Standpunt: Gelukkig komt het in dit opzicht vrijwel nooit tot een conflict.
Argument: (omdat) artsen en verpleegkundigen hebben geleerd hierover met patiënten in gesprek te gaan.
6 B oorzaak en gevolg
Slide 31 - Tekstslide
Opdracht 5
1 Standpunt: Liegen is bij kinderen een ‘teken van intelligentie’.
Argument: (want) kinderen die bij een experiment zeiden dat ze iets niet gedaan hadden terwijl ze het wel hadden gedaan, scoorden hoger op een intelligentietest dan de kinderen die de waarheid hadden gesproken.
2 B kenmerken
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht 6
1 Standpunt: Voor je rust moet je niet naar de Tobago Cays gaan.