Grote keersommen

1 spel kost 48 euro.
Ik heb 4 spellen.
Welke keersom past hierbij?
A
1 x 48
B
1 x 4
C
4 x 48
D
48 x 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1 spel kost 48 euro.
Ik heb 4 spellen.
Welke keersom past hierbij?
A
1 x 48
B
1 x 4
C
4 x 48
D
48 x 4

Slide 1 - Quizvraag

1 team bestaat uit 6 spelers
Ik heb nu 7 teams.
Welke keersom hoort erbij?
A
6 x 6
B
7 x 6
C
1 x 6
D
8 x 6

Slide 2 - Quizvraag

LESDOEL
Ik kan vermenigvuldigen met grote getallen.

Ik kan het uitrekenen door te splitsen of door cijferend te vermenigvuldigen.

Slide 3 - Tekstslide

wat is de som?
Vier jongeren hebben elk 24 euro. Hoeveel euro hebben ze samen?

De som is:
...............................

Slide 4 - Tekstslide

manier 1: splitsen
!!manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Docent doet het voor!

Slide 5 - Tekstslide

wat is de som?
Zes jongeren hebben elk 23 euro. Hoeveel euro hebben ze samen?

De som is:
...............................

Slide 6 - Tekstslide

manier 1: splitsen
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Samen met de docent!

Slide 7 - Tekstslide

wat is de som?
Joop koopt drie boeken.
Wat moet hij betalen?

De som is:
...............................
1 boek voor € 45,-

Slide 8 - Tekstslide

manier 1: cijferend vermenigvuldigen,
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Nu jullie!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

manier 1: cijferend vermenigvuldigen,
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Nu jij

Slide 11 - Tekstslide

manier 1: cijferend vermenigvuldigen,
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Nu jij

Slide 12 - Tekstslide

manier 1: cijferend vermenigvuldigen,
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Nu jij

Slide 13 - Tekstslide

Kies zelf hoe je de volgende  sommen maakt.








Splitsen of cijferend vermenigvuldigen

Slide 14 - Tekstslide

4 x 34 =

Slide 15 - Open vraag

8 x 37 =

Slide 16 - Open vraag

7 x 65 =

Slide 17 - Open vraag

6 x 86 =

Slide 18 - Open vraag

9 x 83 =

Slide 19 - Open vraag