Test je kennis lezen

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
schrijf het aantal goede antwoorden op!
Test je kennis!

Slide 2 - Tekstslide

tekstsoorten en tekstdoelen 
Elke tekst heeft een ander leesdoel.
Ken je dat schema met de tekstsoorten en tekstdoelen nog?
tekstsoort = Wat is het voor tekst?
tekstdoel= Wat wil de schrijver met een tekst bereiken?

Slide 3 - Tekstslide

In de Donald Duck staat een mop over het coronapaspoort. Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 4 - Quizvraag

Je zoon schrijft voor zijn scriptie een discussiestuk. Hij verwijst naar wetenschappelijke artikelen. Wat is het doel van zijn tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
instrueren

Slide 5 - Quizvraag

Je leest de notulen van de vorige vergadering met punten die nog gedaan moeten worden. Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren

Slide 6 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 7 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
overtuigen of betogen
D
overhalen of activeren

Slide 8 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Ontspannen
D
Activeren

Slide 9 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 10 - Quizvraag


A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij de ingezonden brief?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
instrueren

Slide 12 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij inleiding?
A
aandacht trekken van publiek
B
grootste gedeelte van de tekst
C
informatie over wat er komen gaat
D
meestal 1 alinea

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de kern?
A
het belangrijkste wordt samengevat
B
nieuwe informatie
C
meerdere alinea's
D
deelonderwerpen

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij het slot?
A
de tekst wordt samengevat
B
het belangrijkste wordt herhaald
C
geen nieuwe informatie
D
antwoord op de wwwwwh-vragen

Slide 15 - Quizvraag

Wat staat er in het slot
A
conclusie
B
uitleg
C
onderwerp
D
deelonderwerp

Slide 16 - Quizvraag

Heeft deze tekst een slot?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet dit gedeelte van de tekst?
A
titel
B
inleiding
C
slot
D
kernzin

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet dit gedeelte van de tekst?
A
titel
B
onderwerp
C
tussenkopje
D
kernzin

Slide 19 - Quizvraag

Signaalwoorden
Tekstverbanden
Daardoor
Want
Ten eerste
Opsomming
Voorbeeld
Tegenstelling

Slide 20 - Sleepvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
timer
1:00
Tegenstelling
Reden
Opsomming
want
ten slotte
en
verder
toch
omdat
echter
daarentegen

Slide 22 - Sleepvraag

[2] Het aantal fietsen blijft groeien – Nederland telde er in 2009 al 18 miljoen – en daarmee dreigt het ‘paard van de democratie’,  zoals de fiets wel genoemd wordt, aan zijn eigen succes ten onder te gaan: wegen raken ermee verstopt en parkeerplaatsen lijken er nooit genoeg. Ondanks miljoeneninvesteringen zal het tekort aan fietsparkeerplekken bij stations de komende tien jaar verdubbelen tot tweehonderdduizend. Een ‘fietsinfarct’ dreigt. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hebben beleidsmakers en belangengroepen al die jaren zitten slapen? 
Sleep de tekstverbanden naar het juiste signaalwoord.

opsommend
voorbeeld
tegenstellend

Slide 23 - Sleepvraag

Je leest informatie over het menselijk lichaam. Dan kom je moeilijke woorden tegen en je zoekt de betekenis daarvan op. Bij welke leesstrategie hoort dit?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
D
verkennend lezen

Slide 24 - Quizvraag

In een folder van D-reizen kijk je naar mogelijke vakantiebestemmingen naar Spanje. Welke leesstrategie hoort hierbij?
A
globaal lezen
B
verkennend lezen
C
intensief lezen
D
zoekend lezen

Slide 25 - Quizvraag

Je bepaalt wat de hoofdgedachte van de tekst is. Welke leesstrategie hoort hierbij?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen
C
zoekend lezen
D
intensief lezen

Slide 26 - Quizvraag

Je kijkt in je mail hoe laat je bij de tandarts moet zijn. Welke leesstrategie hoort hierbij?
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
globaal lezen
D
intensief lezen

Slide 27 - Quizvraag

Voor Nederlands moet je weten wat de tekstsoort is. Welke leesstrategie hoort hierbij?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen
C
zoekend lezen
D
intensief lezen

Slide 28 - Quizvraag

Je klasgenoot vraagt waar de tekst over gaat (het onderwerp). Welke leesstrategie hoort hierbij?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen
C
zoekend lezen
D
intensief lezen

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste punten van een tekst
B
De plaatjes
C
Argumenten, voorbeelden en uitleg
D
Alle tussenkopjes samen

Slide 30 - Quizvraag

Is een hoofdzaak vaak een voorbeeld?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Hoofdzaak of bijzaak?
De spinnen zijn ontdekt in het computerlokaal.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 32 - Quizvraag

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 33 - Quizvraag

De volgende opgaven zijn gehaald uit een oud-examen. Lees de tekst globaal en ga dan naar de vragen. 

Slide 34 - Tekstslide

Waarom kunt u rekenen op de beste behandeling?
1. Het menselijk lichaam is een verbazend knap en goed georganiseerd geheel van spieren, botten en gewrichten waar we dagelijks op moeten kunnen rekenen. Lopen, staan, springen, bukken: het zijn vaak volkomen vanzelfsprekende bewegingen. Dat bewegen niet zo vanzelfsprekend is, beseft u pas als u ergens last van krijgt. Als het lichaam even niet meewerkt. Degene die daar alles van afweet, is de fysiotherapeut. Bij hem of haar kunt u terecht voor de behandeling van klachten, maar ook om (ergere) klachten te voorkomen.

2. Jaarlijks gaan zo'n 2,5 miljoen mensen, jong en oud, naar de fysiotherapeut. Omdat ze klachten hebben vanwege hun houding of omdat een beweging problemen oplevert. Het kan gaan om sportblessures, klachten opgedaan tijdens het werk, klachten vanwege een ongeval of ziekte, een 'verkeerde' beweging of simpelweg omdat het lichaam ouder wordt.
 Uw fysiotherapeut adviseert, behandelt en begeleidt u, zodat u weer zo goed mogelijk uw dagelijkse leven kun voortzetten. U leert hoe u door verantwoord te bewegen verdere problemen kunt voorkomen of beperken.

3. Afhankelijk van uw situatie gaat u naar een fysiotherapeut in een eigen praktijk of in een zorginstelling. In sommige gevallen komt de fysiotherapeut bij u thuis. Een behandeling duurt ongeveer een half uur per keer. Bij de eerste afspraak vormt de fysiotherapeut zich een zo volledig mogelijk beeld van uw klachten, door u eerst te onderzoeken en vragen te stellen. Op basis daarvan kan de fysiotherapeut samen met u een behandelplan opstellen. Veel fysiotherapeuten werken met vaste richtlijnen als basis, maar elke klacht is anders en elk lichaam reageert anders. Het behandelplan is dan ook maatwerk. 

Slide 35 - Tekstslide

4. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is oefentherapie. Deze therapie is bedoeld om de bewegingsmogelijkheden van gewrichten te beïnvloeden en om spierkracht te vergroten. Daarnaast worden een betere houding aangeleerd en een beter evenwicht gerealiseerd. Soms is de therapie bedoeld om een betere ademhalingstechniek aan te leren of te ontspannen. Als onderdeel van de behandeling doet u zelf oefeningen thuis. Ter ondersteuning van de oefentherapie kan de fysiotherapie ook gebruik maken van massage en fysiotechniek. De fysiotherapeut geeft ook preventief advies en voorlichting. Door gerichte begeleiding leert u voldoende en verantwoord te bewegen, om herhaling of verergering van uw klachten te voorkomen. Het is belangrijk dat u zelf meewerkt aan het verminderen van uw klachten. 

5. Het is mogelijk om zelf contact op te nemen met een fysiotherapeut voor een afspraak. In de meeste gevallen gaat u met een klacht eerst naar de huisarts. Die verwijst u door naar de fysiotherapeut. 
Ook een specialist of een tandarts kunnen dat doen. De fysiotherapeut kan ook zelf een onderzoek doen. Verwijzer en fysiotherapeut wisselen veelal onderling patiënteninformatie uit en hebben overleg over  eventuele complicaties. Als de behandeling is afgerond, doet de fysiotherapeut weer verslag aan de verwijzer en geeft aanwijzingen voor eventuele vervolgbehandeling. 

6. Fysiotherapeuten willen een positieve bijdrage leveren aan bijvoorbeeld gezond bewegen, het terugdringen van ziekteverzuim en het voorkomen van blessures. Op die manier helpt uw fysiotherapeut u om uw lichaam zo goed mogelijk functionerend te houden. Uw lichaam verdient immers de beste behandeling. 

Slide 36 - Tekstslide

De fysiotherapeut geeft ook advies over een juiste houding.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Een patiënt moet een verwijzing van een arts hebben voor fysiotherapie
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Een patiënt moet zelf ook oefeningen doen
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Een patiënt van 75 jaar is te oud voor fysiotherapie
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Emre heeft elke keer na het sporten last van spierpijn en gaat naar de fysiotherapeut?
A
D fysiotherapeut bespreekt het behandelplan met Emre
B
De fysiotherapeut start met de eerste behandeling van Emre
C
De fysiotherapeut voert een intakegesprek met Emre

Slide 41 - Quizvraag

4. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is oefentherapie. Deze therapie is bedoeld om de bewegingsmogelijkheden van gewrichten te beïnvloeden en om spierkracht te vergroten. Daarnaast worden een betere houding aangeleerd en een beter evenwicht gerealiseerd. Soms is de therapie bedoeld om een betere ademhalingstechniek aan te leren of te ontspannen. Als onderdeel van de behandeling doet u zelf oefeningen thuis. Ter ondersteuning van de oefentherapie kan de fysiotherapie ook gebruik maken van massage en fysiotechniek. De fysiotherapeut geeft ook preventief advies en voorlichting. Door gerichte begeleiding leert u voldoende en verantwoord te bewegen, om herhaling of verergering van uw klachten te voorkomen. Het is belangrijk dat u zelf meewerkt aan het verminderen van uw klachten. 

5. Het is mogelijk om zelf contact op te nemen met een fysiotherapeut voor een afspraak. In de meeste gevallen gaat u met een klacht eerst naar de huisarts. Die verwijst u door naar de fysiotherapeut. 
Ook een specialist of een tandarts kunnen dat doen. De fysiotherapeut kan ook zelf een onderzoek doen. Verwijzer en fysiotherapeut wisselen veelal onderling patiënteninformatie uit en hebben overleg over  eventuele complicaties. Als de behandeling is afgerond, doet de fysiotherapeut weer verslag aan de verwijzer en geeft aanwijzingen voor eventuele vervolgbehandeling. 

6. Fysiotherapeuten willen een positieve bijdrage leveren aan bijvoorbeeld gezond bewegen, het terugdringen van ziekteverzuim en het voorkomen van blessures. Op die manier helpt uw fysiotherapeut u om uw lichaam zo goed mogelijk functionerend te houden. Uw lichaam verdient immers de beste behandeling. 

Slide 42 - Tekstslide

Wat is de functie van alinea 4?
A
Alinea 4 geeft een uitwerking van een behandelmethode
B
Alinea 4 geeft een vergelijking van behandelmethodes
C
Alinea 4 geeft een volgorde van een behandelmethode.

Slide 43 - Quizvraag

4. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is oefentherapie. Deze therapie is bedoeld om de bewegingsmogelijkheden van gewrichten te beïnvloeden en om spierkracht te vergroten. Daarnaast worden een betere houding aangeleerd en een beter evenwicht gerealiseerd. Soms is de therapie bedoeld om een betere ademhalingstechniek aan te leren of te ontspannen. Als onderdeel van de behandeling doet u zelf oefeningen thuis. Ter ondersteuning van de oefentherapie kan de fysiotherapie ook gebruik maken van massage en fysiotechniek. De fysiotherapeut geeft ook preventief advies en voorlichting. Door gerichte begeleiding leert u voldoende en verantwoord te bewegen, om herhaling of verergering van uw klachten te voorkomen. Het is belangrijk dat u zelf meewerkt aan het verminderen van uw klachten. 

5. Het is mogelijk om zelf contact op te nemen met een fysiotherapeut voor een afspraak. In de meeste gevallen gaat u met een klacht eerst naar de huisarts. Die verwijst u door naar de fysiotherapeut. 
Ook een specialist of een tandarts kunnen dat doen. De fysiotherapeut kan ook zelf een onderzoek doen. Verwijzer en fysiotherapeut wisselen veelal onderling patiënteninformatie uit en hebben overleg over  eventuele complicaties. Als de behandeling is afgerond, doet de fysiotherapeut weer verslag aan de verwijzer en geeft aanwijzingen voor eventuele vervolgbehandeling. 

6. Fysiotherapeuten willen een positieve bijdrage leveren aan bijvoorbeeld gezond bewegen, het terugdringen van ziekteverzuim en het voorkomen van blessures. Op die manier helpt uw fysiotherapeut u om uw lichaam zo goed mogelijk functionerend te houden. Uw lichaam verdient immers de beste behandeling. 

Slide 44 - Tekstslide

Welk kopje past het best boven alinea 5?
A
Behandeling door een fysiotherapeut
B
De weg naar fysiotherapie
C
Huisarts en fysiotherapeut werken samen

Slide 45 - Quizvraag

4. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is oefentherapie. Deze therapie is bedoeld om de bewegingsmogelijkheden van gewrichten te beïnvloeden en om spierkracht te vergroten. Daarnaast worden een betere houding aangeleerd en een beter evenwicht gerealiseerd. Soms is de therapie bedoeld om een betere ademhalingstechniek aan te leren of te ontspannen. Als onderdeel van de behandeling doet u zelf oefeningen thuis. Ter ondersteuning van de oefentherapie kan de fysiotherapie ook gebruik maken van massage en fysiotechniek. De fysiotherapeut geeft ook preventief advies en voorlichting. Door gerichte begeleiding leert u voldoende en verantwoord te bewegen, om herhaling of verergering van uw klachten te voorkomen. Het is belangrijk dat u zelf meewerkt aan het verminderen van uw klachten. 

5. Het is mogelijk om zelf contact op te nemen met een fysiotherapeut voor een afspraak. In de meeste gevallen gaat u met een klacht eerst naar de huisarts. Die verwijst u door naar de fysiotherapeut. 
Ook een specialist of een tandarts kunnen dat doen. De fysiotherapeut kan ook zelf een onderzoek doen. Verwijzer en fysiotherapeut wisselen veelal onderling patiënteninformatie uit en hebben overleg over  eventuele complicaties. Als de behandeling is afgerond, doet de fysiotherapeut weer verslag aan de verwijzer en geeft aanwijzingen voor eventuele vervolgbehandeling. 

6. Fysiotherapeuten willen een positieve bijdrage leveren aan bijvoorbeeld gezond bewegen, het terugdringen van ziekteverzuim en het voorkomen van blessures. Op die manier helpt uw fysiotherapeut u om uw lichaam zo goed mogelijk functionerend te houden. Uw lichaam verdient immers de beste behandeling. 

Slide 46 - Tekstslide

De laatste zin van de tekst is: 'Uw lichaam verdient immers de beste behandeling. 'Wat wil de schrijver met deze zin bereiken?
A
Hij wil de lezer overtuigen van het voorkomen van klachten
B
Hij wil de lezer overtuigen van het belang van fysiotherapie.
C
Hij wil de lezer overtuigen van het belang van gezond bewegen

Slide 47 - Quizvraag

Je hebt 38 vragen gemaakt. Heb je 17 vragen goed? Dan heb je een 5. Bij 29 vragen goed, heb je een 8. Tevreden met je resultaat?
Ja, ik ben tevreden
Nee, ik ben niet tevreden

Slide 48 - Poll