Verspreid je over het lokaal
Achter: Zelfstandig werken, je bent stil (je praat niet met anderen)
Midden: Je overlegt met je medeklasgenoten, doe dit op normale toon (niet schreeuwen of roepen)
Voor: Je krijgt begeleiding van mij, we gaan samen opdrachten maken die je nog lastig vindt.
Je mag tijdens het werken, jezelf gewoon verplaatsen.