08 H2 24 May § 5.4 RECAP If-sentences (first conditional)

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Unit 5 > 8th lesson        2122

vechtdalcollege-my.sharepoint.com

•  I know how to form and when to use the First Conditional (if-sentence) 

•  I have worked on some of my learning targets § 5.4 

Today's Learning targets

FIRST CONDITIONAL  

WHAT

Conditionals

Conditionals zijn voorwaardelijke zinnen: als ..... , dan ......

Een conditional sentence bestaat uit twee delen, een hoofdzin en een zinsdeel met if.

First conditional

First Conditional

Vorm: bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Present Simple en in het andere zinsdeel will + een werkwoord.

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.

If - sentences (first conditional)

If you study well,

you will pass the test. 

voorwaarde

waarschijnlijk gevolg

  * In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple

     Hier: study

If - sentences (first conditional)

If you study well,

you will pass the test. 

voorwaarde

waarschijnlijk gevolg

* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + een werkwoord

    Hier: will pass

If - sentences (first conditional)

Onthoud:         if en 'will' gaan niet samen.!!!!!!!!!

If you will study well, you will pass the test.

Let's 

If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.

1. have - will buy
2. will have - buy
3. have - buy
4. will have - will have

If she .......(not listen), I ............(call) the security

1. don't listen/will call
2. didn't listen/ will call
3. doesn't listen/will call
4. doesn't listen/ won't call

If I ... (win) the lottery, I ... (treat) myself with a new car.

1. will win - will treat
2. win - will treat
3. win - treat
4. will win - treat

I ... (stay) home, if it ... (rain)

1. stay - will rain
2. stay - rains
3. will stay - rains
4. will stay - will rain

If I ... (see) Mary, I ... (tell) her.

If you ... (work) hard, you ... (get) rich.

Their teacher ... (to be) sad if they ... (not - to pass) their exam.

Je gebruikt een First Conditional als iets ...... gaat gebeuren.

1. waarschijnlijk
2. niet waarschijnlijk
3. helemaal zeker
4. misschien

•  I know how to form and when to use the First Conditional (if-sentence) 

•  I have worked on some of my learning targets § 5.4 

Today's Learning targets

Ik kan een first conditional maken en weet wanneer ik hem moet gebruiken.

010

Time to work on your learning targets § 5.4

Thanks for your attention

      Wait for                              Push your chair         

      the bell                                under the table