LaatsteLesH5+H6
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
Onderstreep de pv
B
Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
C
Zoek het onderwerp
D
Zet wg onder alle werkwoorden
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.
'zijn' is
Woordsoorten zijn lastig.
'zijn' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.
'lastig' is
Woordsoorten zijn lastig.
'lastig' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn 'de, het, een' voor woordsoorten?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vier voegwoorden hebben ALTIJD een hoofdzin - hoofdzin?
A
Want, maar, en, dus
B
Waarmee, maar, en, of
C
Want, maar , of , dus
D
Wanneer, maar, of, dus
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin klopt? (hoofdzin +hoofdzin)
A
Ik werk in Breda, maar ik wil er wel wonen.
B
Ik werk in Breda, daardoor moet ik elke dag reizen naar breda.
C
Ik werk in Breda, omdat ik niks anders kan vinden.
D
Ik werk in Breda, omdat ik dat leuk vind.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Eenmaal aangekomen bij het laatste hoofdstuk kon Lasse het niet laten het boek uit te lezen.'
Is dit een verkeerd aansluitende of kloppende beknopte bijzin?
Is dit een verkeerd aansluitende of kloppende beknopte bijzin?
A
Verkeerd aansluitend
B
Kloppend
Slide 8 - Quizvraag
Het onderwerp is in beide zinnen: Lasse
Slapend op een besneeuwde bank, trof een medewerker van Het Leger des Heils een jonge vrouw aan.
De beknopte bijzin is een verkeerd of een goed aansluitende bijzin?
De beknopte bijzin is een verkeerd of een goed aansluitende bijzin?
A
verkeerd
B
goed
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Na koffie te hebben gedronken, vertrok de bus naar Hamburg.
Verbeter de verkeerd aansluitende beknopte bijzin.
Verbeter de verkeerd aansluitende beknopte bijzin.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Verbeter de verkeerd aansluitende beknopte bijzin in onderstaande zin.
'Half slapend ging de wekker.'
'Half slapend ging de wekker.'
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Interpunctie
Slide 13 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Werkwoordspelling
A
Zij downloadt het document
B
Zij download het document
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
werkwoordspelling
A
hij heeft de boel belazerd
B
hij heeft de boel belazert
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling.
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
1. (worden) je moe van werkwoordspelling?
2. (worden) je broer ook zo moe van werkwoordspelling?
2. (worden) je broer ook zo moe van werkwoordspelling?
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In de volgende zin is de interpunctie correct:
Ik riep: 'Komt er nog een eind aan'?
Ik riep: 'Komt er nog een eind aan'?
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kies de zin met juist gebruikte interpunctie
A
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!"
B
Mees riep: "Kijk uit voor die fietser!"
C
Mees riep: "kijk uit voor die fietser!
D
Mees riep, kijk uit voor die fietser!
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
HOOFDLETTERS & INTERPUNCTIE
De zin moet zijn:
in het zuiden van de verenigde staten spreekt men spaans
De zin moet zijn:
in het zuiden van de verenigde staten spreekt men spaans
A
In het zuiden van de verenigde Staten spreekt men Spaans.
B
In het zuiden van de Verenigde Staten spreekt men Spaans.
C
In het zuiden van de Verenigde Staten spreekt men spaans.
D
In het zuiden van de Verenigde staten spreekt men Spaans.
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
