In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Begeleidingsstijlen: Aanpassen aan de cliënt
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je je begeleidingsstijl aanpassen aan de cliënt, rekening houdend met hun mogelijkheden en belastbaarheid.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de studenten zullen leren.
Wat weet je al over verschillende begeleidingsstijlen?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Autoritaire stijl
De autoritaire stijl houdt in dat de begeleider beslissingen neemt zonder rekening te houden met de mening van de cliënt.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat de autoritaire stijl is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer deze stijl nuttig zou kunnen zijn in de begeleiding.
Permissieve stijl
De permissieve stijl houdt in dat de begeleider de cliënt volledige vrijheid geeft om hun eigen beslissingen te nemen.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat de permissieve stijl is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer deze stijl nuttig zou kunnen zijn in de begeleiding.
Autoritatieve stijl
De autoritatieve stijl houdt in dat de begeleider samenwerkt met de cliënt om beslissingen te nemen die het beste zijn voor de cliënt.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat de autoritatieve stijl is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer deze stijl nuttig zou kunnen zijn in de begeleiding.
Laisser-faire stijl
De laisser-faire stijl houdt in dat de begeleider de cliënt volledige verantwoordelijkheid geeft voor hun eigen beslissingen en acties.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat de laisser-faire stijl is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer deze stijl nuttig zou kunnen zijn in de begeleiding.
Situationeel begeleiden
De situationele begeleiding houdt in dat de begeleider zijn/haar stijl aanpast aan de specifieke situatie en de behoeften van de cliënt.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat situationeel begeleiden is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer deze stijl nuttig zou kunnen zijn in de begeleiding.
Mogelijkheden en belastbaarheid
Het is belangrijk om rekening te houden met de mogelijkheden en belastbaarheid van de cliënt bij het bepalen van de begeleidingsstijl.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om rekening te houden met de mogelijkheden en belastbaarheid van de cliënt en vraag de studenten om voorbeelden te geven van hoe dit kan worden gedaan.
Case study
Lees de case study van cliënt X en bespreek welke begeleidingsstijl het meest geschikt zou zijn voor deze cliënt.
Slide 10 - Tekstslide
Geef de studenten de case study van cliënt X en vraag hen om in groepen te discussiëren welke begeleidingsstijl het meest geschikt zou zijn voor deze cliënt.
Rollenspel
Voer een rollenspel uit waarbij een student een begeleider speelt en de andere student een cliënt. Pas de begeleidingsstijl aan op basis van de mogelijkheden en belastbaarheid van de cliënt.
Slide 11 - Tekstslide
Wijs studenten in tweetallen aan en geef hen de tijd om de rollen te verdelen. Geef hen de nodige instructies om het rollenspel succesvol te laten verlopen.
Reflectie
Reflecteer op de les en bespreek hoe je je begeleidingsstijl zou aanpassen aan verschillende cliënten.
Slide 12 - Tekstslide
Sluit de les af met een reflectie en laat de studenten hun gedachten delen over hoe ze hun begeleidingsstijl zouden aanpassen aan verschillende cliënten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.