In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 4 - Voortplanting en seksualiteit
Slide 1 - Tekstslide
Basisstof 1
De puberteit
Slide 2 - Tekstslide
Voortplanting
Slide 3 - Woordweb
geslachtskenmerken
primaire geslachtskenmerken
secundaire geslachtskenmerken
Slide 4 - Tekstslide
Primaire geslachtskenmerken
Aanwezig bij de geboorte:
Meisje: schaamlippen, vagina
Jongen: penis, balzak
Slide 5 - Tekstslide
Secundaire geslachtskenmerken
Ontstaan in de puberteit.
Meisje: borsten, ronde vormen
Jongen: borsthaar, baardhaar, baard in de keel
Slide 6 - Tekstslide
Geslachtskenmerken
Slide 7 - Tekstslide
Eigen tempo
Slide 8 - Tekstslide
Basisstof 2
Een vrouw
Slide 9 - Tekstslide
Voortplantingsstelsel van een vrouw
Ovulatie (eisprong): vrijkomen van een eicel uit de eierstok
Slide 10 - Tekstslide
Uitwendige voortplantingsorganen
Slide 11 - Tekstslide
Menstruatie
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Basisstof 3
Een man
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Leg je boek en chromebook op tafel
Slide 19 - Tekstslide
Hier is het baarmoederslijmvlies tijdens de menstruatiecyclus te zien. Wat is de juiste volgorde?
1
2
3
4
Slide 20 - Sleepvraag
Fleur heeft op de kalender haar laatste menstruatie aangegeven. Ze heeft een cyclus van 28 dagen. Wanneer is de volgende ovulatie?
Slide 21 - Open vraag
Een baby groeit bij een vrouw in de ...
A
eierstokken
B
Baarmoeder
C
vagina
D
eileider
Slide 22 - Quizvraag
Je kan een tampon kwijtraken in je vagina.
A
FEIT
B
FABEL
Slide 23 - Quizvraag
Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.
Slide 24 - Quizvraag
Bij welke nummer breng je een tampon in?
A
5
B
6
C
12
Slide 25 - Quizvraag
Fleur heeft een cyclus van 28 dagen. Op welke datum zal de volgende menstruatie beginnen?
Slide 26 - Open vraag
Basisstof 6
Zwangerschap
Slide 27 - Tekstslide
Bevruchting
bevruchting
Slide 28 - Tekstslide
De bevruchting vindt plaats in deeileiders.
Na de bevruchting:
Delen
Naar baarmoeder
Innesteling
Na bevruchting is de eicel na ongeveer 5 tot 7 dagen in de baarmoeder, waar hij zich kan innestelen
Slide 29 - Tekstslide
Innesteling
Slide 30 - Tekstslide
Bloed moeder en kind mengt niet. Uitwisseling via tegenstroomprincipe
In de placenta worden ook schadelijke stoffen uitgewisseld, bv nicotine, medicijnen en sommige ziekteverwekkers.
Slide 31 - Tekstslide
Echo: Met geluidsgolven ontstaat een beeld van de foetus in de baarmoeder. De verloskundige kan bepalen hoelang je zwanger bent en of de foetus genoeg groeit.
20-wekenecho: de foetus wordt onderzocht op verschillende aangeboren afwijkingen aan het hart, de hersenen, de organen en de ledematen.
Ze kunnen het geslacht ook bepalen.
Pretecho: de ouders kunnen de foetus alvast zien.
Slide 32 - Tekstslide
Prenataal onderzoek: onderzoek tijdens de zwangerschap. Ze bepalen of er een grotere kans is op een kind met een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte.
Combinatieonderzoek: Er wordt vastgesteld of er een kans is op een kindje met downsyndroom.
- Nekplooimeting bij de foetus
- Bloedonderzoek bij de moeder
Slide 33 - Tekstslide
NIPT: Niet-invasieve prenatale test.
Er wordt bij de moeder bloed afgenomen, hier zit een beetje DNA van de
placenta in. Hieruit kunnen ze DNA van het kind onderzoeken.
Er wordt onderzocht of het kind een erfelijke ziekte heeft.