Voortplanting 2H

Thema 4 - Voortplanting en seksualiteit 
Basisstof 1 en 2
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 - Voortplanting en seksualiteit 
Basisstof 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Voortplanting

Slide 2 - Woordweb

geslachtskenmerken
primaire geslachtskenmerken

secundaire geslachtskenmerken

Slide 3 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Aanwezig bij de geboorte:
Meisje: schaamlippen, vagina
Jongen: penis, balzak

Slide 4 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken
Ontstaan in de puberteit.
Meisje: borsten, ronde vormen
Jongen: borsthaar, baardhaar, baard in de keel

Slide 5 - Tekstslide

Geslachtskenmerken

Slide 6 - Tekstslide

Eigen tempo

Slide 7 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van een vrouw
Ovulatie (eisprong): vrijkomen van een eicel uit de eierstok

Slide 8 - Tekstslide

Uitwendige voortplantingsorganen

Slide 9 - Tekstslide

Menstruatie 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Leg je boek en chromebook op tafel

Slide 16 - Tekstslide

Hier is het baarmoederslijmvlies tijdens de menstruatiecyclus te zien. Wat is de juiste volgorde?
1
2
3
4

Slide 17 - Sleepvraag

Fleur heeft op de kalender haar laatste menstruatie aangegeven. Ze heeft een cyclus van 28 dagen.
Wanneer is de volgende ovulatie?

Slide 18 - Open vraag

Een baby groeit bij een vrouw in de ...
A
eierstokken
B
Baarmoeder
C
vagina
D
eileider

Slide 19 - Quizvraag

Je kan een tampon kwijtraken in je vagina.
A
FEIT
B
FABEL

Slide 20 - Quizvraag

Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke nummer breng je een tampon in?
A
5
B
6
C
12

Slide 22 - Quizvraag

Fleur heeft een cyclus van 28 dagen.
Op welke datum zal de volgende menstruatie beginnen?

Slide 23 - Open vraag

Zwangerschap

Slide 24 - Tekstslide

Bevruchting

bevruchting

Slide 25 - Tekstslide

De bevruchting vindt plaats in de eileiders.

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling
Na bevruchting is de eicel na ongeveer 5 tot 7 dagen in de baarmoeder, waar hij zich kan innestelen

Slide 26 - Tekstslide

Innesteling

Slide 27 - Tekstslide

Bloed moeder en kind mengt niet. Uitwisseling via tegenstroomprincipe
In de placenta worden ook schadelijke stoffen uitgewisseld, bv nicotine, medicijnen en sommige ziekteverwekkers.

Slide 28 - Tekstslide

Echo: Met geluidsgolven ontstaat een beeld van de foetus in de baarmoeder. De verloskundige kan bepalen hoelang je zwanger bent en of de foetus genoeg groeit. 

20-wekenecho: de foetus wordt onderzocht op verschillende aangeboren afwijkingen aan het hart, de hersenen, de organen en de ledematen.
Ze kunnen het geslacht ook bepalen.

Pretecho: de ouders kunnen de foetus alvast zien.


Slide 29 - Tekstslide

Prenataal onderzoek: onderzoek tijdens de zwangerschap. Ze bepalen of er een grotere kans is op een kind met een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte. 
Combinatieonderzoek: Er wordt vastgesteld of er een kans is op een kindje met downsyndroom.
- Nekplooimeting bij de foetus
- Bloedonderzoek bij de moeder


Slide 30 - Tekstslide

NIPT: Niet-invasieve prenatale test.
      Er wordt bij de moeder bloed afgenomen, hier zit een beetje DNA van de 
      placenta in. Hieruit kunnen ze DNA van het kind onderzoeken.
 
     Er wordt onderzocht of het kind een erfelijke ziekte heeft.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide