Thema 5 Les 5: Opname en transport bij planten

Wij hebben longen en bloed,
wat hebben planten?
§5.4 en 5.5 BvJ
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wij hebben longen en bloed,
wat hebben planten?
§5.4 en 5.5 BvJ

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
  • Planten hebben 4 organen: bladeren, wortels, stengels, bloemen
  • Planten doen overdag aan fotosynthese om zich te voeden
  • Planten doen 24 uur per dag aan aerobe dissimilatie
  • Planten hebben CO2 en water nodig voor fotosynthese
  • Planten vormen glucose en zuurstof bij fotosynthese

Slide 2 - Tekstslide

Wat kom je deze les te weten?
  • Hoe transporteren planten water en glucose door de plant?
  • Hoe ademen planten: CO2 in en zuurstof uit
  • Hoe bepaal ik of een plant goed 'gegeten' heeft?

Slide 3 - Tekstslide

Genoeg gegeten?
Bij mensen kan ik de hoeveelheid voedsel meten die iemand eet.
Waarom is de hoeveel energie die een plant 'binnenkrijgt' moeilijk te meten?

Hoe actief mensen zijn kan ik meten door hoeveel CO2 zij uitademen.
Waarom geeft dit bij planten niet altijd een goed resultaat?

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel eet een plant?
Planten eten door fotosynthese.

Dus door hoeveelheid geproduceerd zuurstof weet ik hoeveel glucose zij gemaakt hebben.

Maar... hoe actief (dissimilatie) planten zijn, beïnvloed hoeveelheid zuurstof die planten uitademen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zuurstofafgifte
Zuurstofafgifte = zuurstofproductie (fotosynthese) - zuurstofgebruik (dissimilatie)

Dissimilatie bij elke verlichtingssterkte hetzelfde, zolang je de temperatuur maar constant houdt. 

Compensatiepunt: dissimilatie = fotosynthese (bij een bepaalde lichtintensiteit)

 


Slide 7 - Tekstslide

Oefenen!
Rekensommen is vooral oefenen.

Doe dit dus nu met de opgaven van §5.4: 56 t/m 65

(wat van Nectaronline niet hoeft, hoeft niet)

Slide 8 - Tekstslide

Stoffen opnemen
Mensen hebben voor dissimilatie elke dag nodig:
  •  
  •  

En we moeten kwijt, de afvalstof:
  •  
(en teveel aan warmte door zweten)

Slide 9 - Tekstslide

Stoffen opnemen
Mensen hebben voor dissimilatie elke dag nodig:
  •  voedsel
  •  zuurstof

En we moeten kwijt, de afvalstof:
  •   CO2
(en teveel aan warmte door zweten)

Slide 10 - Tekstslide

En planten?
Planten hebben voor dissimilatie elke dag nodig:
  •  fotosynthese (dus CO2, water en licht)
  •  zuurstof

En ze moeten kwijt, de afvalstof:
  •   CO2
(en teveel aan warmte door zweten)

Slide 11 - Tekstslide

En planten?
Planten hebben voor dissimilatie elke dag nodig:
  •  fotosynthese (dus CO2, water en licht)
  •  zuurstof

En ze moeten kwijt, de afvalstof:
  •   CO2
  • zuurstof, meer dan nodig
(en teveel aan warmte door zweten)

Slide 12 - Tekstslide

Stoffen opnemen en transporteren
Bladeren wisselen via huidmondjes gassen uit.

In de nacht:
(alleen dissimilatie)
uitademen: CO2
inademen: zuurstof

Overdag:
(dissimilatie + fotosynthese)
uitademen: zuurstof
inademen: CO2
Zweten doen planten ook
via huidmondjes

Slide 13 - Tekstslide

Stoffen opnemen en transporteren

Water wordt opgenomen via de wortels.

Dit moet naar de bladeren (want: nodig bij fotosynthese).

Slide 14 - Tekstslide

Stoffen opnemen en transporteren
Transport van stoffen in planten is dus:
  • water, wortel naar bladeren
  • glucose, waar nodig (wortels en bij groei)

Water gaat via houtvaten omhoog.

Glucose gaat via bastvaten.

Slide 15 - Tekstslide

Stoffen opnemen en transporteren


Oefen hiermee met de vragen van §5.5:
vr 68 - 70, 74, 75, 77 - 80

Slide 16 - Tekstslide