Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
M4B Monday 9th September
M4B Monday 9th September
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
M4B Monday 9th September
Slide 1 - Tekstslide
Programme
1 BBC news
2 repeat voc. lesson 1.1 and homework
3 practise exam vocabulary (BU 53,54)
4 Reading and speaking
5 Watching
Slide 2 - Tekstslide
Programme
1 BBC news
Slide 3 - Tekstslide
Programme
2 repeat voc. lesson 1.1
Slide 4 - Tekstslide
Programme
3 practise exam vocabulary
(Build Up 53,54)
Slide 5 - Tekstslide
Programme
4. Homework
Slide 6 - Tekstslide
If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test.
Wanneer gebruik je de first conditional?
* Als er aan deze voorwaarde wordt voldaan, is de kans heel groot dat dit zal gebeuren.
Dus, als iets waarschijnlijk is om te gebeuren - nu of in de toekomst.
Slide 7 - Tekstslide
If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test.
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* "If-clause", het zinsdeel waar
if
in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de
present simple
study
Slide 8 - Tekstslide
If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test.
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd
will + een werkwoord
will pass
Slide 9 - Tekstslide
If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test.
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd
will + een werkwoord
will pass
* "If-clause", het zinsdeel waar
if
in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de
present simple
study
Slide 10 - Tekstslide
If I ... (to have) enough money, I ... (to buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have
Slide 11 - Quizvraag
If I ... (to win) the lottery, I ... (to treat) myself with a new car.
A
will win - will treat
B
win - will treat
C
win - treat
D
will win - treat
Slide 12 - Quizvraag
I ... (to stay) home, if it ... (to rain)
A
stay - will rain
B
stay - rains
C
will stay - rains
D
will stay - will rain
Slide 13 - Quizvraag
Typ de zin over en vul de antwoorden in.
We ... (to invite) John, if he ... (to be) free tomorrow.
Slide 14 - Open vraag
Je gebruikt The First Conditional als iets ...... is om te gebeuren.
A
waarschijnlijk
B
niet waarschijnlijk
C
helemaal zeker
Slide 15 - Quizvraag
relative pronouns (betrekkelijk voornaamwoord)
who
which
Slide 16 - Tekstslide
een relative clause
een stuk zin waarin je extra informatie geeft.
Je vertelt dus iets extra's over je onderwerp
Hij kocht
een auto
,
die hij niet kon betalen
onderwerp
extra informatie
Slide 17 - Tekstslide
vb
vb
A bus is a big car ,
which carries a lot of people
A banana is a fruit
,
which is long and yellow
vb
vb
The man
who is wearing the red shirt
is very funny.
The postman
who works in this village
is very old.
Slide 18 - Tekstslide
Het woord waar de relative clause mee begint noem je de relative pronoun
A bus is a big car
,
which
carries a lot of people
A banana is a fruit
,
which
is long and yellow
The man
who
is wearing the red shirt
is very funny
The postman
who
works in this village
is very old.
Slide 19 - Tekstslide
1
who - gebruik je als de extra informatie in het
stukje zin (de clause) over een persoon
gaat.
This is the man
who
built our house.
The girl
who
lives next door is very nice.
A giant is someone
who
is very tall.
Slide 20 - Tekstslide
2
which -gebruik je als de extra informatie in de zin (de clause) over een dier of ding gaat.
This is the dog
which
barks every night
There is the bridge
which
we have to cross.
Slide 21 - Tekstslide
Is this the boy.......plays the piano?
A
who
B
which
Slide 22 - Quizvraag
An actress is a woman ..........plays in films or plays.
A
who
B
which
Slide 23 - Quizvraag
The monkey, .... was very young, has eaten two bananas.
A
which
B
who
Slide 24 - Quizvraag
The flowers,...............grow in the garden, are beautiful
A
who
B
which
Slide 25 - Quizvraag
The film, ... lasted for three hours, was boring.
A
who
B
which
Slide 26 - Quizvraag
This is the ring ......I found yesterday.
A
who
B
which
Slide 27 - Quizvraag
Is he the man ... found your wallet?
A
who
B
which
Slide 28 - Quizvraag
Check homework pages
15, 16, 17, 18, 19
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Defining relative clauses + First conditional
Februari 2024
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
V4 grammar revision - Conditionals & Relative clauses
April 2022
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4M week 36 les 2
September 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Conditionals 0 - 1 - 2
Juni 2023
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
4M les 2
September 2023
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Unit 5.5: Relative Clauses (Grammar)
Mei 2021
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4M week 36 les 1
September 2021
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
English | Conditionals and relative clauses | 30-03-2023
Maart 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3