Orientatie op Ondernemerschap - Les 3

Ondernemend gedrag 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ondernemend gedrag 

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
- Leerdoelen
- Instructie en uitleg over de onderwerpen van vandaag: "Competenties en denkstijlen" en 'Hoe kom je tot een goed idee"
- Opdrachten: Hoofdstuk 2 lezen en vragen beantwoorden!!! 
- Hoofdstuk 3: lezen en vragen beantwoorden!! 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van deze week: 
- Beoordeel jezelf op een aantal competenties. 
- Beoordeel jezelf op competenties die belangrijk zijn wanneer je als zelfstandig ondernemer aan de slag wilt gaan 
- Wij gaan stilstaan bij het model van Driessen over verschillende denkstijlen. Je denkstijl is van invloed op het gedrag dat je laat zien. 
- Beoordeel jezelf daarop!
- Hoofdstuk 3: Creativiteit!! 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen verkopen en netwerken!

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Onderwerpen van vandaag 
- Denkstijlen
- Overtuigingen
- Blinde vlek
- Feedback
- Kwaliteiten 
- Reflecteren

Slide 6 - Tekstslide

Denkstijlen
Je manier van denken bepaalt in sterke mate hoe je je voelt en hoe je handelt. 

Denken, voelen en doen hangen sterke mate met elkaar samen en bepalen samen hoe je in een gegeven situatie handelt. 

Slide 7 - Tekstslide

Elk mens heeft de voorkeur voor een of meerdere denkstijlen en jijzelf dus ook. Jouw prestatie zal daardoor snel een afspiegeling zijn van je denkstijl.

Die denkstijl is jouw kracht maar ook je valkuil: de dromer vergeet de praktische uitwerking, het gevoelsmens vergeet de feiten. 

Slide 8 - Tekstslide

Wie ben jij eigenlijk? 

Hoe goed ken je jezelf? 
Begrijp je waarom je bepaalde situaties liever vermijdt? 
Weet je waar je energie van krijgt?

Je ziet jezelf als iemand met sterke en zwakke punten en je weet waarin je anders bent dan anderen.

Slide 9 - Tekstslide

Inzicht
Psychologen doen onderzoek naar mensen en maken modellen om te ordenen wat zij hebben ontdekt. 

Die modellen helpen je om je eigen denkstijlen en kwaliteiten te leren kennen en te ontwikkelen. 

Slide 10 - Tekstslide

Van karakter naar gedrag
Wapen je tegen jouw valkuil, ben minder vatbaar voor je allergie en je hebt een extra kwaliteit ontwikkeld. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wie ben ik? 
Om inzicht te krijgen in jouw denkstijlen zijn er psychologische testen ontwikkeld. 

Bijvoorbeeld de DISC Test:
- welk gedrag laat ik vaak zien?
- hoe communiceer ik met anderen?

Hoe beter je je eigen gedrag kent en begrijpt, hoe makkelijker je met een ander kunt communiceren en samenwerken. 





Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht DISC Test 
DISC - test - bepaald je persoonlijkheidsprofiel (hulpmiddel)
Dominantie, Invloed, Stabiliteit en Consciëntieusheid.

1. Lees de instructie, maak de test en zet de uitslag in jouw portfolio!
2. Ben je het eens met de uitslag?
Geef eerlijk en spontaan antwoord.
https://www.123test.nl/disc-test/
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

D(ominant) 
Kwaliteit = optimistische leiders, taak en doel zijn belangrijk, nemen graag initiatief. 
Valkuil = te veel domineren (alles zelf doen), kritisch en ongeduldig. Dwarsliggen als ze hun zin niet krijgen. 

--> iemand die dominant is heeft tegengas nodig (maar niet te veel). Wil het gevoel hebben in control te zijn. Geen tijd voor details, grote lijn telt. Slijmen kan helpen!

Slide 16 - Tekstslide

I(invloed)
Kwaliteit: Enthousiaste inspirator. Nemen graag initiatief, hebben behoefte aan lachen en gekkigheid. Zijn erg op de persoongericht (minder op het doel en de taak).
Valkuil: heeft veel behoefte aan erkenning en complimenten

--> wil graag een enthousiast en positief verhaal horen. Is geinteresseerd in details. 

Slide 17 - Tekstslide

S(ociaal) en S(tabiel)
Kwaliteit: Rustige en gemoedelijke mensen. Relatie is belangrijk en ze stellen zich vaak dienstbaar op. Houden het hoofd koel. 
Valkuil: hebben tijd nodig voor veranderingen, minder flexibel. 

--> wil graag zekerheid, een verhaal met zelfvertrouwen. Investeer in de samenwerking en heb geduld. 

Slide 18 - Tekstslide

C(onscientieus) C(orrect) C(alculerend)
Kwaliteit: heel rationeel, analytisch en objectief. Logica is belangrijk, zijn gericht op feiten  en emotie speelt geen rol bij beslissingen. 
Valkuil: te weinig oog voor de menselijke aspecten, star en stug. Houden niet van discussies. 

--> houdt van details, feiten. Willen bewijzen en deskundigheid zien. 

Slide 19 - Tekstslide

Confirmation Bias
Hoe je je gedraagt komt voort uit hoe je je voelt en hoe je denkt. 
En zit voor een groot deel in je onderbewuste (ijsberg).

Confirmation Bias? 

Is de neiging om aandacht en waarde te hechten aan informatie die de (bewuste) eigen ideeën, overtuigingen bevestigt.  In het algemeen zijn mensen geneigd om informatie zodanig te zoeken, te interpreteren en te onthouden dat deze ondersteuning vormen voor hun persoonlijke ideeën, terwijl minder aandacht wordt besteed aan informatie die deze ideeën tegenspreekt.

Slide 20 - Tekstslide

Overtuigingen
Zijn denkbeelden in het Onderbewuste; 

Hebben vaak te maken met jouw ervaringen uit het verleden. 

Ontstaan uit Opvoeding, Cultuur, vrienden en familie. 

Het is een vorm van beeldvorming. 

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden van Belemmerende overtuigingen:
- ik heb maar een MBO opleiding
- ik ben erg verlegen
- ik ben niet zo'n goede spreker
- ik ben niet goed genoeg om voor mezelf te starten
- ?

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeelden van Stimulerende overtuigingen:
- ik ben goed in het bedenken van oplossingen
- ik kan wel tegen een stootje
- ik zie een risico als een uitdaging
- ?

Slide 23 - Tekstslide

Als je je eigen overtuigingen en blinde vlekken kent, kan je ze ontwikkelen. 
Dat is nodig want het geeft een vertroebeld beeld op jou kwaliteiten. Ze kunnen je afremmen of overmoedig maken. 

Om een ondernemer te zijn moet je je overtuigingen, blinde vlekken, kwaliteiten kennen. 

Welke dat zijn stel je vast door zelfreflectie. 

Slide 24 - Tekstslide

Zelfreflectie
Hoe zie jij jezelf? 
Heb een positief of negatief zelfbeeld over je zelf?

Zelfreflectie is goed kijken naar je eigen handelen of kunnen. 
Je kijkt als het ware van een afstand naar jezelf, alsof je een vreemde bent. 

Onderzoeken door: 
- feedback te vragen in jouw omgeving 
- testen te doen die ordening aanbrengen in gedachten 
Reflecteer niet alleen op negatieve situaties, maar ook op positieve!

Slide 25 - Tekstslide

Oefening doen: 

Slide 26 - Tekstslide

Pionier
- Denk in mogelijkheden
- Positief 
- Maakt chaos in een situatie of ordent de situatie
- Raakt snel verveeld door routine en heeft weinig aandacht voor details

Slide 27 - Tekstslide

Verkoper
- Mensgericht 
- Gevoel
- Harmonie
- Gaat conflicten uit de weg

Slide 28 - Tekstslide

Manager
- Zekerheid. Hecht belang aan regels en procedures
- Gericht op korte termijn
- Structuur
- Houdt niet van veranderingen
- Verantwoordelijkheidsgevoel

Slide 29 - Tekstslide

Vakman
- OP de hoogte van ontwikkelingen in zijn vakgebied
- Perfectionistisch
- Leveren van kwaliteit
- Communiceren is lastiger

Slide 30 - Tekstslide

Portfolio
Beantwoord in je portfolio de volgende vragen: 
- Op welke prestatie in de laatste 2 jaar ben jij het meest trots?

- Wat zou (in één zin) de kern van je werk/onderneming moeten zijn om het naar je zin te hebben?

- Wat wil je het liefst bijdragen/doen (als geld geen rol speelt)?
- Waar kom je je bed voor uit? 

Slide 31 - Tekstslide

Portfolio
- Wat zijn mijn interesses?

- Wat kan ik goed?
- Waar wil ik me het liefst mee bezig houden? 

- Wat zijn organisaties of functies die bij mij passen?
- Wat voor soort onderneming zou bij me passen?
- Wat zijn voorbeelden van ondernemingen waar ik graag zou werken of die ik zelf had willen starten? 





Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting deel 1 

Deze week sluiten we deel 1 van het keuzedeel af.

Je hebt je georiënteerd op het starten van een onderneming en weet of het is voor jou is! 
Wie ben ik, wat kan ik, wat moet ik nog leren... 

Slide 33 - Tekstslide

Volgende week deel 2:
Start: 
in tweetallen beginnen met het uitwerken van een idee voor een eigen onderneming. We beginnen met het uitwerken van 4 ideeën!

Denk vast na over met wie jij wil samenwerken en of je een idee voor een eigen bedrijf hebt? 

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk:
Zie canvas Module Les 3: Wie ben ik? 

* vraag mensen in jouw omgeving of ze jou als ondernemer zien? Zet een verslag in jouw portfolio. 

* overdenk wat je tot nu toe over jezelf te weten bent gekomen en waar je nu staat? Zou je ondernemer kunnen zijn? Zet een verslag met jouw mening in je portfolio. 

Slide 35 - Tekstslide

Leuk om te lezen:


https://specials.fd.nl/talenten - over geslaagde startende ondernemers

https://www.quotenet.nl/zakelijk/a35360972/helloprint-5-jaar-later-200-mensen-met-22-nationaliteiten-in-dienst/ - een oud klasgenoot van mij die een mooie onderneming opbouwde. 

Slide 36 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Tot de volgende keer! Dan gaan we starten met


De oriëntatie op het runnen van een onderneming!
Welke ideeën heb jij?

De opdrachten staan in Canvas. Maak ze ook!


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Leerpunten 
Extra opdracht: 

Leerpunt        Wat wil je verbeteren?             Hoe ga je dat verbeteren? 
Geen geduld     Rustig afwachten hoe iets loopt    Stap voor stap, neem afstand
.......                .........                                        .........

Slide 40 - Tekstslide

 Business Model Canvas
 
Schrijf in eigen woorden op wat elke bouwsteen van het Business Model Canvas volgens jou betekent.
Zoek op internet informatie over het Business Model Canvas.

Ontdek het model voor je eigen bedrijf!

https://www.stichtingpraktijkleren.nl/fileadmin/spl_xapi/CODE-T3TsBW2H/resources/werkblad_businessmodelcanvas.pdf




Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Vragen bij het Canvas Model

Kernactiviteiten: wat gaat je bedrijf doen? (inkoop/verkoop/dienstverlening)

Middelen en mensen: welke bronnen (mensen, machines, startkapitaal) heb je nodig?
Waarde: wat maakt jou uniek? Welke waarde voeg je toe? Waarom kiezen klanten voor jou?
Klantsegmenten: aan wie ga je verkopen? Wat is je doelgroep?
Kanalen: hoe vinden klanten je bedrijf? Hoe zorg je voor bekendheid?
Klantrelaties: hoe onderhoud je contact met je klanten?
Strategische partners: met wie wil je samenwerken? Wie levert je benodigde materialen/diensten?
Kostenstructuur: wat kost het om je onderneming te starten en te onderhouden?
Inkomstenstromen: hoeveel inkomsten verwacht je te ontvangen? 







Slide 43 - Tekstslide