oefenen theorievragen en oude examenvragen bloedsomloop

1. Zelfstandig maken vragen
2. Klassikaal nakijken
3. Huiswerk afmaken BS 1t/m 4


Wat gaan we doen vandaag?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Zelfstandig maken vragen
2. Klassikaal nakijken
3. Huiswerk afmaken BS 1t/m 4


Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen.
Je krijgt een aantal vragen
Je mag het antwoord op het blad schrijven
NOG NIET NAKIJKEN
NAKIJKEN KLASSIKAAL 
Eerder klaar -> maak je huiswerk af
timer
25:00

Slide 2 - Tekstslide

 Klassikaal  Nakijken

Slide 3 - Tekstslide

104
Welk orgaan zorgt ervoor dat het bloed door het lichaam blijft stromen ?

Slide 4 - Tekstslide

105
Welke 3 typen bloedvaten zijn er te vinden in het menselijk lichaam

Slide 5 - Tekstslide

106
Hoe heet de grootste slagader die van het hart naar de buik loopt

Slide 6 - Tekstslide

107
Welke van de onderstaande beweringen over bloedvaten is/zijn juist. Meerdere antwoorden mogelijk.
A. het bloed in de slagaders in meestal zuurstofarm
B. In de slagaders is de bloeddruk hoger dan in de ander andere bloedvaten
C. De kransslagader voorziet het hart zelf van zuurstof
D. De meeste zuurstofuitwisseling vindt plaats in de aderen

Slide 7 - Tekstslide

108
Langs welke organen loopt de kleine bloedsomloop

Slide 8 - Tekstslide

109
Bloedplasma bestaat voornamelijk uit... en zorgt ervoor dat het bloed vloeibaar is. Het bevat tevens ruim honderd verschillende..... die allemaal een andere functie hebben.

Slide 9 - Tekstslide

110
Welk eiwit dient als transportmiddel voor zuurstof ? In welke cellen zit dit eiwit ?

Slide 10 - Tekstslide


111
Welke van de onderstaande opmerkingen over bloedcellen is/zijn juist. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A . Rode bloedcellen bevatten geen celkern
B. Rode bloedcellen zijn een onderdeel van het immuunsysteem
C. Wittel bloedcellen zorgen ervoor dat het bloed stolt bij verwondingen
D. Hemoglobine  zorgt ervoor dat het bloed rood kleurt

Slide 11 - Tekstslide

112
Welk onderdeel van het hart pompt het bloed de aorta in. Is dit zuurstofrijk of zuurstofarm

Slide 12 - Tekstslide

113.


Hoe wordt het overtollig vloeistof weer uit het weefsel uitgevoerd.
Hebben we nog niet gehad.

Slide 13 - Tekstslide

114
Welke verandering in de bloedvaten van het zwellichaam hebben tot gevolg dat de zwellichamen worden gevuld met bloed
A. aders en slagaders worden nauwer
B. Ader en slagaders worden wijder
C. Aders worden nauwer en slagader worden wijder
D. Aders worden wijder en slagaders worden nauwer

Slide 14 - Tekstslide

115
Hoe heten deze bloedvaten ( P)

Slide 15 - Tekstslide

116
Op plaatsen met deze afwijking kunnen de cellen rondom de bloedvaten niet goed functioneren
Leg uit waardoor ze niet goed kunnen functioneren

Slide 16 - Tekstslide

117.

Leg uit waardoor de wand van een ader wel beschadigd kan raken door een verhoogde bloeddruk

Slide 17 - Tekstslide

118.
Als een bloedvat beschadigd is, laten bloeddeeltjes het bloed stollen om bloedverlies tegen te gaan.
Welke bloeddeeltjes zijn dit ?
A. Bloedplaatjes
B. Rode Bloedcellen
C. Witte bloedcellen

Slide 18 - Tekstslide

119. Op weg vanuit de beenader naar de longen is het bloedstolsel gekomen.
A. Linkerboezem en dan linkerkamer
B. linkerkamer en dan linkerboezem
C. Rechterboezem en dan rechterkamer
D. Rechterkamer en dan rechterboezem

Slide 19 - Tekstslide

120.
Een onderzoeker met het zuurstofgehalte van het bloed in enkele bloedvaten van de grote bloedsomloop. 
Een van de 4 diagrammen geeft het juist weer.
A. Diagram 1
B. Diagram 2
C. Diagram 3
D. Diagram 4

Slide 20 - Tekstslide

121
Een bilirubine deeltje gaat met het bloed via de korste weg van de lever naar de huid
Schrijf vijf van de cijfers uit de afbeelding op in de volgorde waarin dit deeltje dan door die bloedvaten komt

Slide 21 - Tekstslide

122.
Welke letter geeft de aorta aan ?
A. Letter Q
B. Letter R
C. Letter S
D. Letter T
E. Letter U

Slide 22 - Tekstslide

huiswerk:
Alle opdrachten BS 1 t/m 4
verder afmaken


Vergeet niet om na te kijken

Slide 23 - Tekstslide