Lesw. 26-10 Spelling: hoofdletters en gebiedende wijs

Welkom bij Nederlands!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

In deze proefles:
  • Wat is Nederlands?
  • De grote leesuitdaging
  • Het woordenspel
  • Wat hebben we vandaag gedaan? 

Doel: 
Je kunt aan het einde van de les vertellen waarom Nederlands zo belangrijk is.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

In deze les:
  • 10 minuten lezen
  • Testvragen: wat weet je al over het schrijven van hoofdletters?
  • Uitleg: hoofdletters, gebiedende wijs en je of jij achter de persoonsvorm.
  • Maken:
    3.1 B Hoofdletters

    3.5 C Gebiedende wijs
  • Terugkijken

Doelen van deze les:
1.  Je kunt aan het einde van de les de gebiedende wijs op de juiste manier schrijven.
2. Je kunt aan het einde van de les de persoonsvorm juist schrijven, als je of jij erachter staat.
3. Je kunt aan het einde van de les uitleggen wanneer je woorden met een hoofdletter moet schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

woensdag 18 november 
Inleveren: boekvlog

Slide 6 - Tekstslide

Woord van de week:
aangezien

Slide 7 - Tekstslide

Woord van de week
aangezien 
1. omdat;
2. Ik heb mijn mail niet geopend, aangezien (omdat) het vakantie is. 

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
marieke lucas
B
Marieke lucas
C
marieke Lucas
D
Marieke Lucas

Slide 9 - Quizvraag

5 januari heb ik een afspraak.

In deze zin...
A
...zit een fout.
B
...zit geen fout.

Slide 10 - Quizvraag

Klik op het juiste verbeterde woord.

In de herfst zijn we langs het stadion van psv gelopen.
A
Herfst
B
in
C
PSV
D
Stadion

Slide 11 - Quizvraag

Ik had een voldoende voor Frans en Aardrijkskunde.

Welk woord is fout gespeld?
A
Frans
B
Aardrijkskunde
C
voldoende
D
Ik

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer gebruik je hoofdletters en wanneer niet?

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer schrijf je geen hoofdletter?

Slide 15 - Tekstslide

Namen van tijdperken schrijf je altijd met een hoofdletter.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Welke is juist gespeld?
A
Walid vroeg: 'heb je zin om bij mij te komen eten?'
B
walid vroeg: 'heb je zin om bij mij te komen eten?'
C
Walid vroeg: 'Heb je zin om bij mij te komen eten?'
D
Walid vroeg: 'heb Je zin om bij mij te komen eten?'

Slide 17 - Quizvraag

Gebiedende wijs

Slide 18 - Tekstslide

Hoe maak je de gebiedende wijs?

Slide 19 - Tekstslide

Hoe maak je de gebiedende wijs?

Slide 20 - Tekstslide

Welke gebiedende wijs is goed?
A
Blijft jij eens rustig!
B
Houdt u eens op!
C
Smult ervan!
D
Doet het raam dicht!

Slide 21 - Quizvraag

Je of jij achter de persoonsvorm?

Schrijf de ik-vorm!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Maak een zin waarbij je of jij achter de persoonsvorm staat.

Slide 24 - Open vraag

Maak: 
3.1  B Hoofdletters
3.5 C Deel 2: Werkwoordspelling: Gebiedende wijs, jij / je achter persoonsvorm

Slide 25 - Tekstslide

johan van delden kocht gisteren een televisie van philips bij media markt

Slide 26 - Open vraag

In deze les:
  • Samen kijken: waarom kan lezen leuk zijn?
  • Terugblik huiswerk: fictie en non-fictie, realistisch en onrealistisch, de leesautobiografie
  • Uitleg: boeken kiezen en genres
  • Doen: 1.2 Boeken uitzoeken, A t/m D
  • Terugkijken

Doelen van deze les:

1.  Je kunt uitleggen hoe je een boek kunt kiezen dat bij je past;
2. Je kunt uitleggen welke niveaus jeugdboeken er zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

werkwoorden vervoegen

Slide 31 - Tekstslide