Les 1

Examentraining Cel, Weefsel & Huid
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining Cel, Weefsel & Huid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Armspieren 

Slide 2 - Tekstslide

Armspieren zijn hele flexibele spieren. Ze kunnen namelijk veel verschillende bewegingen maken. Ze kunnen bijvoorbeeld naar voren en naar achter zwaaien, omhoog en voor de borst worden gehouden. De schouder is de basis van de arm. De meeste armspieren hebben daarom hun oorsprong aan de schouder.
Biceps
= tweehoofdige armspier

O: schouderblad en ravenbekuitsteeksel

A: spaakbeenknobbel

W:
  • buigt elleboog/arm
  • draait onderarm en pols naar buiten 
  • heft arm voorwaarts

Slide 3 - Tekstslide

Musculus Biceps, 2 oorsprongen/hoofden
De bekende spierballen.
W-> buigt de arm in het ellebooggewricht= flexie
Draait de arm naar buiten = supinatie


Tweehoofdige armspier/biceps (musculus biceps)
De tweehoofdige armspier ligt aan de voorzijde van de bovenarm. De spier zorgt voor bewegingen in het schouder- en ellebooggewricht en bestaat uit twee spierhoofden: een lang en een kort hoofd.

De tweehoofdige armspier wordt ook wel de spierbal genoemd. Je ziet hem als je je arm aanspant.

Oorsprong:
het lange hoofd begint bij het uitsteeksel net boven de kom van de schouder
het korte hoofd begint bij het ravenbekuitsteeksel van het schouderblad
Aanhechting:
via een korte eindpees aan de spaakbeenknobbel
Werking:
buigt de elleboog in het ellebooggewricht (flexie)
draait de arm en pols naar buiten (open draaien)
heft de arm voorwaarts

Triceps
= driehoofdige armspier

O: Schouderblad (1  hoofd) en 
     opperarmbeen (2 hoofden)

A: elleboogpunt

W:
  • strekt elleboog/arm
  • beweegt arm naar achteren
  • arm naar lichaam toe. 

Slide 4 - Tekstslide

Musculus Triceps
De bekende kipfileetjes als de spier niet getraind is.
W -> strekt = extensie, naar lichaam = adductie
Antagonist van de biceps


Driehoofdige armspier/triceps (musculus triceps)
Ligt aan de achterkant van de bovenarm. Strekt de elleboog (extensie) en beweegt de arm naar achteren. Bestaat uit drie hoofden: het langste, binnenste en buitenste.

Oorsprong:
het langste hoofd ontspringt aan de onderkant van de gewrichtskom aan de achterzijde van het schouderblad
het buitenste hoofd ontspringt aan de buitenzijde van de achterzijde van het opperarmbeen
het binnenste hoofd ontspringt aan de binnenzijde van de achterzijde van het opperarmbeen
Aanhechting:
via een pees aan het elleboogpunt van de ellepijp
Werking:
strekt de elleboog (extensie)
beweegt de arm naar achteren
het langste hoofd beweegt de arm naar het lichaam toe

Welke spier wordt aangeduid met nr. 1 (groen)
A
Deltaspier
B
Biceps
C
Triceps
D
Cepsis

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams.

MODETH les 9 opdracht 2
Armen

Gezamenlijk nakijken
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams.

MODETH les 9 opdracht 3 Biologiepagina opdracht armspieren
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Spieren/spieren.htm


Nabespreken opdracht 2 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen armen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Ga naar opdrachten in Teams
Opdracht 1 
Oefenen Skelet 


Slide 12 - Tekstslide

https://biologiepagina.nl/Brugklasnieuw/Bewegen/Oefenenskelet/oefenenskelet.htm
Opdracht 2
Ga naar opdrachten in Teams
Opdracht 2
Oefenen Kniegewricht


Slide 13 - Tekstslide

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Kniegewricht/kniegewricht.htm
Opdracht 3
Ga naar opdrachten in Teams
Opdracht 3
Matching Game
Huidaandoeningen


Slide 14 - Tekstslide

https://www.educaplay.com/learning-resources/11096471-modeth_les_10_opdracht_1.html
Bovenbeenspieren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenbeenspieren
Drie spiergroepen:
- Heupspieren
- Dijbeenspieren
- Achterdijbeenspieren

Slide 16 - Tekstslide

De heupspieren hebben een belangrijke functie bij het lopen:
- grote bilspier
- heup-lendenspier (hoef je niet te kennen) Roteert het bekken naar boven. En buigt de heup, draait bovenbeen naar buiten en draait heup naar binnen.

Grote bilspier
OF:
- darmbeen, heiligbeen en staartbeen
- zitbeenknobbels

Aanhechting:
- dijbeen

IN:
- strekken been achterwaarts
- been naar buiten draaien
Traplopen!

Slide 17 - Tekstslide

Musculus gluteus maximus
Bepaald voor groot deel de vorm van de billen. Geeft de bil de kenmerkende ronde vorm.

Heupspieren hebben een belangrijke functie bij het lopen:
- grote bilspier (strekt het dijbeen achterwaarts (extensie)
draait het bovenbeen naar buiten (exorotatie)
- heup-lendenspier (hoef je niet te kennen) Roteert het bekken naar boven. En buigt de heup, draait bovenbeen naar buiten en draait heup naar binnen.

Dijbeenspieren

- vierhoofdige dijbeenspier 
- kleermakersspier
- spanspier van de dijschede

Slide 18 - Tekstslide

De spieren in het bovenste gedeelte van het been kun je onderverdelen in drie groepen: 
Heupspieren, 
Dijbeenspieren 
Achterdijbeenspieren

Dijbeenspieren die je niet hoeft te kennen:
- schaambeenkamspier 
- lange aanvoerder van het dijbeen
- grote aanvoerder van het dijbeen
- slanke dijbeenspier

Vierhoofdige dijbeenspier
O: 
- darmbeen
- binnenkant, buitenkant en voorkant dijbeen

A: 
- Scheenbeenknobbel

W:
- heft het bovenbeen
- strekken kniegewricht

Slide 19 - Tekstslide

Musculus quadriceps fermoris
4 -> 4 hoofdig -> rechte hoofd, middelste hoofd, binnenste hoofd en buitenste hoofd.

Vier oorsprongen:
aan de voorste, onderste darmbeendoorn
aan de binnenkant van het dijbeen
aan de buitenkant van het dijbeen
aan de voorkant van het dijbeen

Kleermakerspier
O: darmbeen 

A: scheenbeen

W: 
- been voorwaarts 
- buiten draaien 
- buigt de knie
- draait onderbeen naar binnen

Kleermakerszit!

Slide 20 - Tekstslide

Musculus sartorius
Langste spier van de mens

O: aan de voorste darmbeendoorn

A: aan de binnenkant van het scheenbeen, naast de scheenbeenknobbel

W -> buitendraaien = exorotatie,
     buigen = flexie,
     binnen draaien = endorotatie

Spanspier van de dijschede
O: darmbeen

A: boven de knie

W: 
- spant de dijschede aan
- voert het dijbeen af (abductie)

Slide 21 - Tekstslide

O -> Darmbeendoorn
A ->Bovenbeenspieren (De aanhechting van de spanspier van de dijschede is aan de bindweefselomhulling van de bovenbeenspieren)

Musculus tensor fasciale latae
Bovenaan, buitenzijde bovenbeen

W -> voert af = abductie

Achterdijbeenspieren
Achterzijde bovenbeen - Hamstrings
(van mediaal naar lateraal):
- Halfvliesachtige spier
- Halfpeesachtige spier
- Tweehoofdige dijbeenspier

W -> Buigen de knie

Slide 22 - Tekstslide

Gevormd door drie spieren
Van binnen naar buiten 
Halfvliesachtige spier
O: zitbeenknobbel

A: scheenbeen

W:
- strekt heupgewricht
- draait heupgewricht naar binnen
- voert het heupgewricht aan
- buigt kniegewricht
- draait kniegewricht naar binnen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halfpeesachtige spier
O: zitbeenknobbel

A: scheenbeen

W:
- buigt kniegewricht
- draait onderbeen naar binnen
- bovenbeen naar buiten draaien

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweehoofdige dijbeenspier
O: bekken en voorkant dijbeen

A: kuitbeen

W: 
- buigt kniegewricht
- draait onderbeen naar buiten
- draait bovenbeen naar buiten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slanke dijbeenspier
O: schaambeen

A: Scheenbeen

W: 
- voert been aan (adductie)
- buigt de knie
- draait onderbeen naar binnen 

Slide 26 - Tekstslide

Musculus gracilis
W -> voert aan = aductie, buiten = flexie , draait naar binnen = endorotatie

Slanke dijbeenspier
De slanke dijbeenspier (musculus gracilis) is één van de adductoren van het bovenbeen. Hij draait het bovenbeen naar binnen.

Oorsprong:
aan de onderzijde van het schaambeen
Aanhechting:
aan de bovenbinnenzijde van het scheenbeen, naast de scheenbeenknobbel
Werking:
voert het bovenbeen aan (adductie)
buigt het been in het kniegewricht (flexie)
draait het onderbeen naar binnen (endorotatie)

Schaambeenkamspier
De schaambeenkamspier (musculus pectineus) is, net als de slanke dijbeenspier, een adductor van het bovenbeen.
Oorsprong:
aan de kam van het schaambeen
Aanhechting:
aan de binnenzijde van het dijbeen
Werking:
voert het bovenbeen aan (adductie)
is een hulpspier bij het buitenwaarts draaien van het bovenbeen in het heupgewricht (exorotatie)
is een hulpspier bij het heffen van het bovenbeen

Lange aanvoerder van het dijbeen
De lange aanvoerder van het dijbeen (musculus adductor longus) is de middelste van de aanvoerders van het dijbeen.
Oorsprong:
aan de voorzijde van het heupbeen
Aanhechting:
aan de binnenzijde van het dijbeen
Werking:
voert het bovenbeen aan (adductie)
draait het bovenbeen naar buiten (exorotatie)

Grote aanvoerder van het dijbeen
De grote aanvoerder van het dijbeen (musculus adductor magnus) is de grootste adductor van het dijbeen. Deze spier is het grootste in oppervlakte en ligt onder de korte en lange aanvoerder van het dijbeen.
Oorsprong:
aan de voorzijde van het heupbeen
Aanhechting:
aan de binnenzijde van het dijbeen, over de gehele lengte van het dijbeen
Werking:
voert het bovenbeen aan (adductie)
draait het bovenbeen naar buiten (exorotatie)
heft het bovenbeen achterwaarts
strekt het been in de heup (extensie)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is dit?
A
kleermakerspier
B
hamstrings

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zit de vierhoofdige dijbeenspier voor of achter op de bovenbeen?
A
voor
B
achter

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is het langste van het lichaam?
A
slanke dijbeenspier
B
vierhoofdige dijbeenspier
C
kleermakerspier
D
grote bilspier

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier strekt het been vanuit de knie naar voren?
A
vierhoofdige dijbeenspier
B
slanke dijbeenspier
C
halfvliesachtige spier
D
tweehoofdige dijbeenspier

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 

Ga naar opdrachten in teams.
MODTH les 5 opdracht 3 bovenbeenspieren

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema bovenbeen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke botten bestaat
het heupbeen?

Slide 36 - Woordweb

heupbeen bestaat uit darmbeen, zitbeen en schaambeen
Uit welke botten bestaat de bekkengordel?

Slide 37 - Open vraag

bekkengordel bestaat uit heiligbeen, staartbeen, schaambeenvoeg en twee heupbeenderen (= darmbeen, zitbeen en schaambeen).
Wat voor soort gewricht is het heupgewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
eigewricht
D
zadelgewricht

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dijbeen
Darmbeen
Zitbeen
Schaambeen

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

voorkant been
achterkant been
tweehoofdige dijbeenspier
vierhoofdige dijbeenspier
slanke dijbeenspier
kleermakerspier
halfvliesachtige spier
halfpeesachtige spier
spanspier van de dijschede

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de langste spier van het lichaam?
A
Vierhoofdige dijbeenspier
B
Slanke dijbeenspier
C
Kleermakerspier
D
Grote bilspier

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spieren onderbeen

Slide 42 - Tekstslide

Het onderste gedeelte van het been bestaat uit drie groepen: 
  • de tweehoofdige kuitspier
  • de voorste scheenbeenspier  
  • de kuitbeenspieren. 

In totaal zijn er twee kuitbeenspieren: 
  • de lange kuitbeenspier (peroneus longus) 
  • de korte kuitbeenspier (peroneus brevis).
Tweehoofdige kuitspier
O: 
- buitenste dijbeenknobbel
- binnenste dijbeenknobbel

A: achterkant onderbeen

W:
- buigt knie naar achteren
- buigt de voet naar voetzool
- draait de voet naar buiten

Slide 43 - Tekstslide

Musculus gastrocnemius
2 oorsprongen, beide aan de dijbeenknobbel

Voorste scheenbeenspier
O: scheenbeen net onder de knie

A: voetwortelbeentjes

W: neerkomen van de voorkant van de voet tijdens het lopen. 

Slide 44 - Tekstslide

Musculus tibialis anerior
Verloop -> aan de buitenzijde en het midden van de voorkant van het onderbeen
Heft de voet bij tenen op. Hulp bij het lopen zodat voet niet op de grond klapt.

Voorste scheenbeen
spier 
Twee hoofdige kuitspier 

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams. 
MODTH les 6 opdr. 1 benen 
(Gezamenlijk nakijken)
&
MODTH les 6 opdr. 2
 botten benen (link)
timer
20:00

Slide 46 - Tekstslide

https://www.anatomie-online.nl/botten-onderlichaam-nl.html

Nakijken 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen botten / spieren onderbenen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga naar opdracht in teams. 

MODTH M4 les 1 opdracht 1 woordzoeker

timer
15:00

Slide 51 - Tekstslide

https://woordzoekerfabriek.nl/oplossen/rBALOicXhVBoeNYYNXQnOPldqVPr8efD.html

Vandaag
Herhalen 
De formatieve toets

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student maakt de formatieve toets over de gezichtsmassage

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies