Ma 31-10 1.8 spelling
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dit cijfer geef ik mijn herfstvakantie
Slide 2 - Poll
Vliegen
zwam
Narcis
zwam
Rode kool
zwam
Inkt
zwam
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Fictie
Wat is fictie?
Wat is fictie?
A
Verzonnen verhalen
B
Biografie
C
Informatieve verhalen
D
Autobiografie
Slide 5 - Quizvraag
Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 6 - Quizvraag
Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 7 - Quizvraag
Wat is verkennend lezen?
Slide 8 - Woordweb
Wat is het onderwerp van de tekst?
Het onderwerp is........
Het onderwerp is........
Slide 9 - Open vraag
Hoe kun je de betekenis van een onbekend woord vinden?
Slide 10 - Woordweb
Wat is ook alweer de persoonsvorm?
En hoe vind je de persoonsvorm?
En hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 11 - Open vraag
Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.
timer
0:30
Slide 12 - Open vraag
Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken?
B
Wie of wat + gezegde?’
C
Wie of wat + onderwerp + gezegde?’
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Caro legt het onderwerp uit.
Caro legt het onderwerp uit.
A
Caro
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 15 - Quizvraag
Hij (worden) volgend jaar opa.
A
Word
B
Wordt
Slide 16 - Quizvraag
Houd je mond
A
.
B
?
C
!
D
'' ''
