Van een zelfstandig naamwoord kun je een verkleinwoord maken door er -je, -kje, -pje, -tje of -etje achter te zetten:
bandje, kettinkje, filmpje, kriebeltje, hebbedingetje.
Let op bij afkortingen (sms’je) en bij woorden die op een klinker eindigen: fotootje, colaatje, menuutje, hobby’tje, taxietje. Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang: glaasje.