Les 15 H4 Ondernemen is risico's nemen

Economie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
  • Klaslokaalexperiment
  • Herhalen aan de hand van theorie en opdrachten
  • Tips voor het leren van de toets
  • herhaling per les en lastige onderdelen bespreken en eventuele vragen
  • Bespreken oefentoets

Slide 2 - Tekstslide

Klaslokaalexperiment

Slide 3 - Tekstslide

Welke optie heeft je voorkeur?
A
100% kans op €30,-
B
80% kans op €45,-

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de gemiddelde opbrengst wanneer je 80% kans hebt op €45,-

Slide 5 - Open vraag

Welke optie heeft je voorkeur?
A
25% kans op €30,-
B
20% kans op €45,-

Slide 6 - Quizvraag

Certainty effect
Wanneer de kans 100% is, heb je zekerheid. Mensen zijn bereid om een gedeelte van een gedeelte van de verwachte opbrengst af te zien, in ruil voor zekerheid.
Wanneer je kiest voor 100% voor €30,- ben je risicoavers: Je bent bereid in te leveren voor zekerheid.


Slide 7 - Tekstslide

Certainty effect
Vergrote vorm van risicoavers: 99% kans op 2 miljoen lijkt een slechtere optie dan 100% op 1 miljoen, omdat mensen kleine kansen zwaar overschatten.

Het Certainty effect houdt dus in dat je veel over hebt voor 100% zekerheid.

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling vorige les
  • Wat is averechtse selectie?
  • Wat is moral hazard?
  • Wat zijn de gevolgen van averechtse selectie en moral hazard?

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 10 - Tekstslide

Tips voor het tentamen: (1)
  • Het is veel stof, focus je dus op de onderdelen waarvan je denkt dat ze belangrijk zijn.. (rente, inflatie, ruilen over tijd van overheden, mensen en bedrijven , speltheorie, verzekeren)
  • Je weet vanuit de vorige keer dat het draait om stof begrijpen, kunnen toepassen en kunnen berekenen. Ga dus niet stampen.

Slide 11 - Tekstslide

Tips voor het tentamen: (2)
  • Bereid de stof voor adhv toegepaste opgaven (laatste paragraaf per hoofdstuk).
  • focus je minder op stof die minder belangrijk lijkt vanuit de grote lijnen, maar laat het niet volledig links liggen.
  • Zorg dat je de berekeningen kunt en de begrippen uit kunt leggen.

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling per les

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling les 9
Intertemporele substitutie: Ruilen over tijd.
Inflatie: waardevermindering van geld of prijsstijging van producten/diensten
Reëel rendement: rendement gecorrigeerd voor inflatie. heb je dus 3% nominaal rendement, maar 2% inflatie, hou je 1% reëel over.

Slide 14 - Tekstslide

Herhaling les 10
Menselijk kapitaal: productiefactor van arbeid. Neemt toe door bijvoorbeeld opleidingen, doordat je een hogere arbeidsproductiviteit krijgt: hoeveelheid werk per persoon per tijd.
Permanent consumptieniveau: Doordat je niet altijd hetzelfde verdient, maar wel een bepaalde hoeveelheid altijd consumeert, ga je sparen of lenen, krijg je te maken met rente: prijs van tijd

Slide 15 - Tekstslide

Herhaling les 11
Pensioen, bestaat uit pensioen van pensioenfonds, aow en wat je zelf spaart. kan waardevast en welvaartsvast zijn.
Verschil tussen kapitaaldekkingsstelsel en omslagstelsel.
Staatsobligaties: Manier waarop overheid geld leent.
Als de overheid meer geld uitgeeft dan dat er binnenkomt, krijgt zij een financieringstekort (per jaar), leidt uiteindelijk tot een staatsschuld.

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling les 12
4 stappen voor prisoners' dilemma
Verzonken kosten: kosten die je niet op een andere manier terug kunt verdienen, maar die je al wel gemaakt hebt
meeliftgedrag: iemand betaalt niet mee, maar profiteert wel.

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling les 13
Risico = kans * schade
Verwachte opbrengst = gemiddelde opbrengst - gemiddelde kosten
Risicoaversie: iemand die risico's probeert te vermijden

Slide 18 - Tekstslide

Herhaling les 14
Door informatieasymmetrie (de één weet meer dan de ander) ontstaat moral hazard (minder voorzichtig zijn omdat je weet dat je verzekerd bent) en averechtse selectie (mensen met hogere risico's laten zich meer verzekeren dan mensen lagere risico's).
Te verminderen door informatie in te winnen, premiedifferentiatie, bonus-malus-systemen en eigen risico.

Slide 19 - Tekstslide

Evt overige lastige onderdelen:
  • gevolgen inflatie
  • geloofwaardige zelfbinding
  • overheidsfinanciën
  • verzekeren met bijbehorende begrippen

Nog vragen vanuit de klas?

Slide 20 - Tekstslide

Oefentoets bespreken

Slide 21 - Tekstslide