Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Dag 2 - Thema 10
Woorden
Thema 10: Regels en Straf
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woorden
Thema 10: Regels en Straf
Slide 1 - Tekstslide
de
betekenis
wat iemand met iets bedoelt
Zin:
De
betekenis
van dit woord is duidelijk.
Zin:
Wat is de
betekenis
van deze kleuren?
7
Slide 2 - Tekstslide
de
boete
een straf die je moet betalen
Zin:
Ik moet een
boete
betalen, omdat ik geen licht op mijn fiets heb.
Zin
: Een
boete
betalen is niet leuk.
8
Slide 3 - Tekstslide
controleren (ww)
kijken of iets goed is
werkwoord
ik controleer - wij controleren
Zin
:
De docent
controleert
de toets.
Zin
:
De politie moet alle auto's
controleren
.
9
Slide 4 - Tekstslide
daar
op die plaats
daar > < hier
Zin
:
De jongen zit
daar
.
Zin
:
Daar
loopt een kat.
10
Slide 5 - Tekstslide
denken (ww)
je hersens gebruiken
werkwoord
ik denk - wij denken
Zin
:
Ik
denk
altijd goed na.
Zin
:
Ik moet aan mijn oma
denken
.
11
Slide 6 - Tekstslide
dus
dit woord gebruik je als iets een logisch gevolg is van iets anders.
Zin
:
Het is koud buiten,
dus
ik trek een jas aan.
12
Slide 7 - Tekstslide
De docent legt .................... uit van het woord.
7
A
het probleem
B
de betekenis
C
de boete
D
het idee
Slide 8 - Quizvraag
Wat bedoelen wij met het woord
'de boete'?
8
A
een uitnodiging
B
een straf waar je geld moet betalen
C
geen straf
D
iets doen wat niet mag
Slide 9 - Quizvraag
De ........ schrijft een ........... voor te hard rijden.
8
37
A
buurman, probleem
B
politie, boete
C
hand, peper
D
auto, boete
Slide 10 - Quizvraag
De docent gaat ons werk .............. als het af is.
9
A
maken
B
controleren
C
regelen
D
goedmaken
Slide 11 - Quizvraag
Wat bedoelen wij met het woord 'daar'?
10
A
praten over iets
B
hier
C
op die plaats
D
raar
Slide 12 - Quizvraag
Maak een zin met het woord:
daar
10
Slide 13 - Open vraag
Waar wordt het woord ''denken'' goed gebruikt?
11
A
Ik denk aan mijn moeder.
B
Hij denk goed na over de woorden.
C
Zij denkt altijd dat ze het beter weet.
D
De jongens denkt dat het morgen mooi weer is.
Slide 14 - Quizvraag
Wat doet de man?
11
A
Hij zingt.
B
Hij slaapt.
C
Hij denkt.
D
Hij dekt.
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord past in de zin?
Ik ben moe .......... ik ga naar bed
12
A
daar
B
maar
C
omdat
D
dus
Slide 16 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Dag 2 - Thema 10
Maart 2024
- Les met
17 slides
NT2
ISK
WOORDEN Regels en straf dag 2
Mei 2023
- Les met
22 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
WOORDEN Regels en straf dag 3
Maart 2024
- Les met
20 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
O5----- DISK thema 4 eten, trappen der vergelijking (wk 1, les 3)
Januari 2024
- Les met
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
O5----- DISK thema 5 verliefd zijn, trappen der vergelijking (wk 1, les 3)
Januari 2023
- Les met
21 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
A-GEEL: thema 5 verliefd zijn (beg), voorzetsels van plaats (wk 4, les 1)
Januari 2023
- Les met
31 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
7.7: in de file
November 2023
- Les met
16 slides
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Inversie
Oktober 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Hoger onderwijs