week 3

Les 3
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet die klok?
A
Biologische klok
B
Klinische klok
C
Slaapklok
D
Wekker

Slide 2 - Quizvraag

Welk licht veroorzaakt slapeloosheid bij gebruik van je smartphone?
A
Rood licht
B
Geel licht
C
Groen licht
D
Blauw licht

Slide 3 - Quizvraag

Vandaag

Slaapgedrag
Douchen en toiletgang praktijk
Opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste oorzaak van verkeersongevallen bij jongeren?
A
Alcohol
B
Vermoeidheid

Slide 5 - Quizvraag

Slaapgedrag

Slide 6 - Tekstslide

Slaapstoornissen
  • Moeite met inslapen, slapeloosheid (insomnie)
  • Moeite met doorslapen
  • Slaapapneu 
  • Verstoord dag-nachtritme

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken slaapstoornissen
  • Medisch: pijn, apneu, benauwdheid, ...
  • Fysiek: leeftijd, hormonen, ...
  • Mentaal: stress, depressie, ...
  • Stoffen: alcohol, cafeïne, medicijnen, ...
  • Omgeving: lawaai, snurkende partner, ...
  • Biologische klok: ploegendienst, jetlag, ...

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel uur per nacht slapen volwassenen in Nederland gemiddeld?
A
6 - 7 uur
B
7 - 8 uur
C
8 - 9 uur
D
9 - 10 uur

Slide 9 - Quizvraag

Tijdens het slapen genezen wonden en botbreuken het snelst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Geef je slaap van de afgelopen week een cijfer:
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

3

Slide 12 - Video

Slaap
  • Hoe verbeter je de kwaliteit van slaap?

Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

Fasen van de slaap
  1. Sluimerfase, inslapen (doezelen), snel wakker van geluid
  2. Lichte slaap, hersenactiviteit vertraagt
  3. Diepe slaap, moeilijk wakker te krijgen
  4. Droomslaap (REM-slaap)

  • Per nacht 4 -6 slaapcycli

Slide 15 - Tekstslide

Toiletgang

Slide 16 - Tekstslide

Laat de cliënt weer zoveel mogelijk zelf doen!!!

Slide 17 - Tekstslide

toiletgang
Regelmatig help je cliënten bij de toiletgang. Bij sommige cliënten loop je mee naar het toilet en laat je hen hun gang gaan. Andere cliënten geef je meer hulp. Ook krijg je te maken met cliënten die incontinentiematerialen gebruiken. Als helpende probeer je problemen bij de toiletgang te voorkomen.

Slide 18 - Tekstslide

Hulpmiddelen toiletgang
- Verhoogt toilet
- bengels --> let op neem nooit beugels met zuignap

De ergotherapeut kan adviseren en helpen met aanvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Incontinentie
Bij incontinentie is het goed om na te gaan wanneer het probleem zich voordoet. Kan een cliënt ’s nachts niet snel genoeg bij het toilet komen, doordat dit op een andere verdieping is, dan kan een postoel een goede oplossing zijn. De cliënt kan dan zelf de toiletgang zonder hulp doen

Slide 21 - Tekstslide

Toiletgang op bed
Po / ondersteek / urinaal

Slide 22 - Tekstslide

Po / ondersteek
Een po of ondersteek gebruik je voor de ontlasting van cliënten die op bed liggen. Ook is deze geschikt voor urine bij vrouwen.
Kan een cliënt wel zitten, help de cliënt dan – eventueel samen met een collega – overeind en zet de cliënt op de po. Zorg dat de cliënt zo stevig mogelijk kan zitten.

Slide 23 - Tekstslide

urinaal
Een urinaal is een soort fles die mannen in bed kunnen gebruiken om te plassen. Het urinaal heeft een platte kant, zodat deze in bed goed kan liggen.
Overleg met de cliënt welke hulp hij nodig heeft. De ene cliënt heeft alleen hulp nodig bij de kleding, de ander bij alle handelingen.
Er bestaat ook een urinaal voor vrouwen. Deze is in vorm iets anders, maar de werkwijze is verder hetzelfde.

Slide 24 - Tekstslide

Po stoel
Iemand die geopereerd is aan een knie of heup kan een postoel ook tijdelijk gebruiken. Bijvoorbeeld omdat er geen toilet is op de verdieping waar de slaapkamer is.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Douche
brancard
Voordelen
Cliënten kunnen liggend gedoucht worden. Ervaren de druppels van de douche.
Minder belastend voor cliënten (bijv mensen met verlamming)
Voor verzorger ontlastend en kost minder energie en kracht

Slide 27 - Tekstslide

Douchestoel
Cliënten kunnen beter zelfstandig douchen.
Lichaam is aan alle kanten te bereiken.
Verzorger kan er om heen lopen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Draaischijf
Makkelijke ondersteuning bij transfers (bijvoorbeeld van zitten of liggen naar staan) Draaischijven zijn eenvoudig mee te nemen. Ze hebben onderop en bovenop een antisliplaag.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Tillift
Douche
brancard
Douche
stoel
Draai
schijf

Slide 32 - Sleepvraag

Protocol douchen
Belangrijk: hygiëne, Trek beschermende kleding  aan.
Draai de douchekraan open, stel het water in op cliënt gewenste temperatuur. Controleer de watertemperatuur handmatig.
Ondersteun zo nodig de cliënt met wassen. 


Slide 33 - Tekstslide

Armen, borst, buik, rug, benen en voeten.
Indien mogelijk cliënt laten staan ivm wassen genitaliën
Laat de cliënt zichzelf afspoelen of help hierbij. Afspoelen: Vanaf de schouders naar beneden. Zorg dat alle zeepresten weg zijn. Let op het goed droog maken.
Breng indien gewenst huidcreme en deodorant aan.

Slide 34 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij douchen/baden?
A
Douchebrancard
B
Tillift
C
Douchestoel
D
Beugels

Slide 35 - Quizvraag

Haarverzorging
Soorten haar: Hoofdhaar, Lichaamshaar, Schaamhaar


Functies: Beschermen, Verwarmen ( lucht tussen de haren isoleert de huid), Pronken

Dagelijks wassen stimuleert de talgproductie

Slide 36 - Tekstslide

Aandachtpunten
Inspectie hoofdhuid, Hoofdluis, Irritaties  
Haarklitten bij bedlegerigheid
Haaruitval (bijv. door medicatie)
Roos
Eigenschappen van het haar (vet, roos, dor)
Persoonlijke voorkeur van de zorgvrager

Slide 37 - Tekstslide

Haarverzorgings
hulpmiddelen

Slide 38 - Tekstslide

Wat is dit voor hulpmiddel?
A
Decubitus matras
B
Haar - wastafel
C
Urinoir
D
Babybad

Slide 39 - Quizvraag

Droogshampoo
Shampoocap

Slide 40 - Tekstslide

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 41 - Poll

Opdracht
maak een overzicht van uiterlijke verzorging van een client.

Slide 42 - Tekstslide