Zelfstandig werken aan kloppend maken vergelijkingen

Kloppend maken van vergelijkingen
We gaan deze les werken aan het kloppend maken van vergelijkingen. Gebruik eventueel het boekje basisvaardigheden deel 2 wanneer je er niet uitkomt.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kloppend maken van vergelijkingen
We gaan deze les werken aan het kloppend maken van vergelijkingen. Gebruik eventueel het boekje basisvaardigheden deel 2 wanneer je er niet uitkomt.

Slide 1 - Tekstslide

Lesindeling
1.  Herhaling kloppend maken (oefening 1)
2. Zelfstandig werken aan kloppend maken van vergelijkingen, 
     oefening 2 t/m 10
3. Huiswerk 16 december vierde uur / laatste dia.

Slide 2 - Tekstslide

Zelf een reactievergelijking opstellen / herhaling

Aanpak:

stap 1 schrijf het reactieschema op in woorden

stap 2 vertaal de woorden naar de goede formules

stap 3 maak de vergelijking kloppend (let op: je mag de formules niet meer veranderen! je mag er alleen getallen voor zetten)

Slide 3 - Tekstslide

Oefening 1 Klassikaal

Je gaat nu met behulp van deze stappen een reactievergelijking zelf opstellen. Schrijf de opgave en alle stappen mee in je schrift.



Slide 4 - Tekstslide

OPGAVE

Bij de reactie van koperoxide (CuO (s)) en waterstofgas ontstaat waterdamp en koper. Geef de kloppende reactievergelijking.


stap 1 geef het reactieschema in woorden

Slide 5 - Tekstslide

stap 2: vertaal de woorden in formules.
Wat zijn de formules van de beginstoffen?

A
CuO en H2
B
CuO2 en H2
C
CuO en H2O
D
CuO2 en H2O

Slide 6 - Quizvraag

stap 2: vertaal de woorden in formules.
Wat zijn de formules van de stoffen die ontstaan?

A
Cu2 en H2O
B
Cu en H2O
C
Cu2 en H2
D
Cu en H2

Slide 7 - Quizvraag

Als het goed is heb je nu het volgende in je schrift staan:

... CuO + ...H2  --> ...Cu + ....H2O


stap 3  maak de vergelijking kloppend

voor en na de pijl moeten alle atoomsoorten evenveel voorkomen

als dat niet zo is moet je er getallen voor zetten

Slide 8 - Tekstslide

antwoord

de vergelijking was al kloppend, getallen ervoor waren nu niet nodig:


CuO + H2 --> Cu + H2O

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 2 t/m 10
De volgende oefeningen ga je zelfstandig maken, niet te snel vooruit bladeren naar het antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 2
Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van aardgas, aardgas heeft de formule CH4

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Welke stoffen staan er voor de pijl?
Stap 2. 
Welke oxiden kunnen er ontstaan uit CH4 en staan na de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 12 - Tekstslide

Antwoord
CH4(g) +  2O2 (g) -->  CO2 (g) +  2H2O (g)

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 3
Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van aardgas, benzine heeft de formule C8H18


Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Welke stoffen staan er voor de pijl?
Stap 2. 
Welke oxiden kunnen er ontstaan uit C8H18 en staan na de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 15 - Tekstslide

Antwoord
2C8H18(g) +  25O2 (g) -->  16CO2 (g) +  18H2O (g)

Slide 16 - Tekstslide

Oefening 4
ZnS reageert met zuurstof tot ZnO en een ander oxide, geef de kloppende reactievergelijking

Slide 17 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Welke stoffen staan er voor de pijl?
Stap 2. 
Welke oxiden kunnen er ontstaan uit het element S en staat ook na de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 18 - Tekstslide

Antwoord
2ZnS(s) + 3 O2 (g) -->  2ZnO (s) +  2SO2(g)

Slide 19 - Tekstslide

Oefening 5
Een zuurstofleverancier in vuurwerk is kaliumchloraat de formule is KClO3(s). Bij verwarmen van deze stof gaat het ontleden in zuurstof en kaliumchloride (KCl(s)
Geef de kloppende reactievergelijking

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Hoeveel stoffen staan er voor de pijl?
Stap 2. 
Wat is de juiste formule van zuurstof en staat ook na de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 21 - Tekstslide

Antwoord
2KClO3(s) -->  2KCl(s) +  3O2(g)

Slide 22 - Tekstslide

Oefening 6
Alcohol ( C2H5OH(l) ) kan reageren met zuurstof tot azijnzuur (C2H4O2(l) ) en water

Slide 23 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Welke stoffen staan er voor de pijl?
Stap 2. 
Wat is de juiste formule van water en staat ook na de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 24 - Tekstslide

Antwoord
C2H5OH(l) +  O2(g) -->  C2H4O2(l) +  H2O(l)
Let op: soms is een vergelijking al kloppend.

Slide 25 - Tekstslide

Oefening 7
De vorming van salpeterzuur (HNO3(l) ) uit stikstofdioxide 
( NO2(g) ), water en zuurstof.

Slide 26 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Welke stoffen staan er voor de pijl?
Stap 2. 
Wat zijn  de juiste formules van water en zuurstof en staan naast stikstofdioxide voor de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 27 - Tekstslide

Antwoord
2H2O(l) +  O2(g) + 4NO2(g) -->  4HNO3(l)


Slide 28 - Tekstslide

Oefening 8
Het ontstaan van zwavelzuur (H2SO4(l) ) uit zwaveldioxide, water en zuurstof.

Slide 29 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Welke stoffen staan er voor de pijl? (leer de tabelletjes goed uit je hoofd)
Stap 2. 
Wat zijn  de juiste formules van water en zuurstof en staan naast stikstofdioxide voor de pijl?
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 30 - Tekstslide

Antwoord
2H2O(l) +  O2(g) + 2SO2(g) --> 2H2SO4(l)


Slide 31 - Tekstslide

Oefening 10
Geef de reactie van de thermolyse (ontleding door warmte) van ammoniumdichromaat ( (NH4)2Cr2O7 (s) ). Bij deze reactie ontstaan stikstof, waterdamp en chroomoxide ( Cr2O3 (s) )

Slide 32 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Hoeveel stoffen staan er voor de pijl bij ontleding?
Stap 2. 
Welke elementen kunnen bij ontleding ontstaan uit  HCl (g) LET OP !
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 33 - Tekstslide

Antwoord
2HCL(g) --> H2  +  Cl2(l)


Slide 34 - Tekstslide

Oefening 9
Geef de reactie voor de ontleding van waterstofchloride in de elementen  ( HCl (g) ).

Slide 35 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1. 
Hoeveel stoffen staan er voor de pijl bij ontleding?
Stap 2. 
Welke elementen ontstaan er bij deze ontleding ? Let goed op stikstof!
Stap 3. 
Schrijf deze stoffen op en zet de juiste getallen ervoor.
Stap 4.
Controleer je antwoord op de volgende dia.


Slide 36 - Tekstslide

Antwoord
(NH4)2Cr2O7(s) --> N2  +  4H2O (l) + Cr2O3


Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk:
Maandag 16 december / vierde uur.
Maak uit de boekje basisvaardigheden deel 2 de volgende opgaven:  16, 17 en 18.

Slide 38 - Tekstslide