1V H4 vd/ovd

H4 werkwoordspelling
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord 

+ herhaling PVTT en PVVT 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 werkwoordspelling
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord 

+ herhaling PVTT en PVVT 

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm t.t.

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hij ... (snijden) zich voor de tweede keer in zijn vinger.
A
Ow: zijn vinger (REST) dus ik-vorm +t
B
Ow: zich (rest) dus ik-vorm +t
C
Ow: Hij (REST) dus ik-vorm +t
D
Ow: ik dus ik-vorm

Slide 6 - Quizvraag

Zij vindt dat haar vriendin te weinig rekening met haar ... (houden)
A
Ow: Zij (REST) dus ik-vorm + t
B
Ow: haar vriendin (REST) dus ik-vorm + t
C
Ow: ik dus ik-vorm
D
Ow: ...je/jij dus ik-vorm

Slide 7 - Quizvraag

Je ... (bezorgen) je medeklasgenoten teveel overlast.
A
Bezorgt
B
Bezorgd
C
Bezorgdt
D
Bezorgde

Slide 8 - Quizvraag

Ik ... (binden) dat touw er wel stevig omheen.
A
Bindt
B
Bind
C
Binde
D
Blinde

Slide 9 - Quizvraag

Persoonsvorm v.t.

Slide 10 - Woordweb

Persoonsvorm v.t. 
Zwakke ww Ik- vorm + te(n)
Of 
- Ik-vorm + de(n)
 -> gebruik 't kofschip, hele ww -en, laatste letter in 't kofschip = +te(n) 
Sterke ww - veranderen van klank. Loop (t.t.) -> liep (v.t.) 

Slide 11 - Tekstslide

... (gebeuren) hier tegenwoordig weleens iets geks?
A
Gebeurt
B
Gebeurd
C
Gebeurde

Slide 12 - Quizvraag

Gisteren ... (worden) er iemand erg bang voor de hond
A
Wordt
B
Word
C
Werd

Slide 13 - Quizvraag

Vroeger ... (gebeuren) hier nooit iets bijzonders
A
Gebeurt
B
Gebeurd
C
Gebeurde
D
Gebeurdde

Slide 14 - Quizvraag

Noteer het voltooid deelwoord van de volgende woorden + een vorm van hebben, zijn of worden
1. Boffen
2. Groeien
3. Harken
4. Kloppen
5. Kuchen

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1 blz. 132 afmaken
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1 bespreken + maken opdracht 2, 3 en 4. 


Voor opdracht 3 en 4 gebruik je het schema

Niet af? Huiswerk voor de volgende les. 

Slide 17 - Tekstslide

Theorie H4 ww-spelling blz. 132
Voltooid deelwoord - geeft aan dat de handeling is afgerond = voltooid. Hebben altijd een vorm van hebben, zijn of worden. 
Maarten is naar Spanje gevlogen. = langer maken of 't kofschip

Onvoltooid deelwoord - is nog niet voltooid, de handeling is nog aan de gang. Zoals: juichend liep hij op straat. = altijd + d

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3 en 4 maken volgens deze tabel: 
Soort ww
Regel
Schrijfwijze
1. Vluchten = OVD
Raken= VD
Altijd +d 

Hele ww -en = -k zit in 't kofschip dus +t
Vluchtend 

Geraakt 
Tergend = etc.

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2, 3 en 4 blz. 133 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 133
Maak een zin van de werkwoordsvormen: verplichtte, verplicht en verplichte

Slide 22 - Open vraag

Opdracht 5 blz. 133
Maak een zin van de werkwoordsvormen:
kleedde, gekleed, geklede

Slide 23 - Open vraag

Maken opdracht 5 

Slide 24 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
STAP 1: zoek de persoonsvorm  (verander de zin van tijd, het woord dat verandert is de persoonsvorm) 
STAP 2: Vind de ik-vorm van het hele werkwoord (infinitief) door de laatste twee letter (-en) weg te laten. 
STAP 3: Wat is het ow? 
 Ik of staat ...je/jij achter het werkwoord = ik-vorm
Rest = ik-vorm + t. 
Meervoud = hele ww. 

Slide 25 - Tekstslide