Budgettaire keuzes

Budgetbeheer 
In deze les komt je meer te weten over de inkomsten en uitgaven van de familie Appelmans. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Budgetbeheer 
In deze les komt je meer te weten over de inkomsten en uitgaven van de familie Appelmans. 

Slide 1 - Tekstslide

Maak kennis met de familie Appelmans! 

Slide 2 - Tekstslide

1. Waar halen gezinnen hun geld vandaan? 

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit halen gezinnen een inkomen?

Slide 4 - Woordweb

Stefaan en Caroline hebben allebei een betaalde job. Dit is een....?
A
Aanvullend inkomen of vervangingsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit kapitaal
D
Toevallige inkomens

Slide 5 - Quizvraag

Voor de twee kinderen Jade en Arne ontvangt het gezin maandelijks het groeipakket (vroegere kinderbijslag). Dit is een ...?
A
Aanvullend inkomen of vervangingsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit kapitaal
D
Toevallige inkomens

Slide 6 - Quizvraag

De jaarlijkse rent op het spaarboekje van Caroline en Stefaan valt tegen. Stefaan heeft zich ingeschreven voor een online cursus beleggen. Dit zijn vormen van een ...?
A
Aanvullend inkomen of vervangingsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit kapitaal
D
Toevallige inkomens

Slide 7 - Quizvraag

Caroline koopt soms een krasbiljet van Win for life. Vorig jaar had ze prijs en won ze eenmalig € 250.
A
Aanvullend inkomen of vervangingsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit kapitaal
D
Toevallige inkomens

Slide 8 - Quizvraag

2. Waar geven gezinnen hun geld aan uit? 

Slide 9 - Tekstslide

Waaraan geven gezinnen geld uit?

Slide 10 - Woordweb

Wat zijn volgens jou vaste uitgaven?
A
Uitgaven die vaker voorkomen maar nooit voor hetzelfde bedrag.
B
Uitgaven die altijd opnieuw voorkomen voor min of meer hetzelfde bedrag.
C
Uitgaven die je niet vaak moet doen.
D
Uitgaven die je moet doen omdat er zich plots een bepaalde situatie voordoet. Dit heb je niet in de hand.

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn volgens jou variabele uitgaven?
A
Uitgaven die vaker voorkomen maar nooit voor hetzelfde bedrag.
B
Uitgaven die altijd opnieuw voorkomen voor min of meer hetzelfde bedrag.
C
Uitgaven die je niet vaak moet doen.
D
Uitgaven die je moet doen omdat er zich plots een bepaalde situatie voordoet. Dit heb je niet in de hand.

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn volgens jou uitzonderlijke uitgaven?
A
Uitgaven die vaker voorkomen maar nooit voor hetzelfde bedrag.
B
Uitgaven die altijd opnieuw voorkomen voor min of meer hetzelfde bedrag.
C
Uitgaven die je niet vaak moet doen.
D
Uitgaven die je moet doen omdat er zich plots een bepaalde situatie voordoet. Dit heb je niet in de hand.

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn volgens jou onvoorzien uitgaven?
A
Uitgaven die vaker voorkomen maar nooit voor hetzelfde bedrag.
B
Uitgaven die altijd opnieuw voorkomen voor min of meer hetzelfde bedrag.
C
Uitgaven die je niet vaak moet doen.
D
Uitgaven die je moet doen omdat er zich plots een bepaalde situatie voordoet. Dit heb je niet in de hand.

Slide 14 - Quizvraag

Terug naar het gezin Appelmans! 

Slide 15 - Tekstslide

Het gezin Appelmans heeft een huis gekocht en betaalt hiervoor € 750 per maand af.
A
Onvoorziene uitgaven
B
Vaste uitgaven
C
Uitzonderlijke uitgaven
D
Variabele uitgaven

Slide 16 - Quizvraag

Per maand spendeert het gezin Appelmans € 1000 aan boodschappen.
A
Onvoorziene uitgaven
B
Vaste uitgaven
C
Uitzonderlijke uitgaven
D
Variabele uitgaven

Slide 17 - Quizvraag

Stefaan gaat met de auto naar zijn werk, maar helaas heeft de motor het begeven.
A
Onvoorziene uitgaven
B
Vaste uitgaven
C
Uitzonderlijke uitgaven
D
Variabele uitgaven

Slide 18 - Quizvraag

Arne wordt volgend jaar 18 en droomt van een wereldreis.
A
Onvoorziene uitgaven
B
Vaste uitgaven
C
Uitzonderlijke uitgaven
D
Variabele uitgaven

Slide 19 - Quizvraag

3. Wat is een budget? 

Slide 20 - Tekstslide

Ondertussen bij de familie Appelmans...
Slecht nieuws, de reparatiekosten voor de auto waarmee Stefaan elke dag gaat werken bedragen € 3000. Stefaan wil een nieuwe auto kopen, liefst een elektrische, en dit op afbetaling want het goedkoopste model kost € 25.000. Dit zou neerkomen op € 350 per maand. Mama Caroline maakt zich zorgen. Kunnen ze dit wel betalen elke maand? 

Slide 21 - Tekstslide

Wat denk jij dat een auto op afbetaling kopen betekent?

Slide 22 - Woordweb

Bekijk het budget van de familie Appelmans. 
Voer de cijfers uit het budget in, 
in de budgettool van Wikifin en ontdek of ze genoeg geld overhouden voor de nieuwe elektrische auto. 
Tip: Let op of het gaat om inkomsten / uitgaven per jaar of per maand en pas aan in de budgettool. 
Download de grafieken uit de budgettool en post deze in Classroom. 


Slide 23 - Tekstslide