Zinnen worden aan elkaar geplakt met voegwoorden.
Hoofdzinnen krijgen
nevenschikkende voegwoorden. Daar zijn er maar 5 van:
en, maar, dus, want, ofLet op: 'of' kan ook een onderschikkend voegwoord zijn!
Een bijzin wordt aan een zin geplakt met een onderschikkend voegwoord. Daar zijn er heel veel van zoals: als, mits, nadat, voordat, omdat, hoewel, ofschoon, terwijl.....