(P1) Les 6: Ontwikkelingskenmerken

Startklaar
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
Tijd- en ruimte compressie
Globalisering

Het proces waarbij landen economisch, cultureel, en politiek steeds meer met elkaar verbonden raken.
Het sneller verplaatsen van mensen, goederen, en informatie over grote afstanden door technologische vooruitgang.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik
A                D                C                A        

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEZEN 10 min
Lezen

Slide 5 - Tekstslide

https://nos.nl/artikel/2513880-in-nigeria-is-kidnappen-een-snel-verdienmodel-het-is-een-industrie-geworden
      Lesdoel
Vandaag gaan we leren hoe we landen met elkaar kunnen vergelijken door te kijken naar verschillende indicatoren. Dit zijn cijfers en statistieken die ons helpen om landen op meerdere vlakken te beoordelen. 

We zullen drie soorten indicatoren leren kennen: economische indicatoren, demografische indicatoren en sociaal-culturele indicatoren.

Slide 6 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen kennen het HDI.

2. De leerlingen kennen het woord: sociaal-cultureel.

3. De leerlingen kennen het woord: demografisch.
     

Slide 7 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Wat was ook alweer het HDI?
Gem. leeftijd
Jaren onderwijs
Inkomen
Geboortecijfer
Sterftecijfer

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

HDI, maar uitgebreider
De aardrijkskundige dimensies

1. Economische indicatoren
2. Demografische indicatoren
3. Sociaal-culturele indicatoren

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Iets uitgebreider

Slide 10 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Iets uitgebreider

Slide 11 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Wat is een nadeel van het alleen gebruiken van deze gegevens?

Slide 12 - Open vraag

Het is een gemiddelde
Centrum-Periferie model
Centrum
Semi periferie
Periferie
.











BNP/Hoofd: 
598
Levensverwachting
63,8
Analfabetisme
3%
Beroepsbevolking
secondair: 74%
Bevolking
Vergrijzing

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Centrum-Periferie model
BNP/Hoofd
Type economie
Demografische druk
BNP/Hoofd
McDonald's

Slide 14 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Noord- en Zuid Korea?

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking
          Indicator
     Noord-Korea
       Zuid-Korea
Geboorte-
cijfer
Diensten-sector
BNP
Godsdienst
Politieke
Burgerrechten

Cultuurgebied

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het BBP per hoofd is een veelgebruikte economische indicator voor het vergelijken
van landen. Een land met een hoog BBP per hoofd heeft
vaak een … 1 … (hoge / lage / gematigde) koopkracht.

Dit betekent dat de bevolking in dat land gemiddeld … 2 … (veel / weinig / voldoende) geld
heeft om uit te geven aan goederen en diensten.

Slide 17 - Open vraag

hoge, veel

De bevolkingsgroei geeft aan hoe snel de bevolking van een land toeneemt.
In ontwikkelde landen is de bevolkingsgroei vaak … 1 … (hoog / laag / stabiel),
terwijl in veel ontwikkelingslanden de bevolkingsgroei
… 2 … (toeneemt / afneemt / gelijk blijft).

Slide 18 - Open vraag

laag, toeneemt

De VN-ontwikkelingsindex combineert indicatoren zoals l
evensverwachting, inkomen en onderwijsniveau. Een land met een
hoge VN-ontwikkelingsindex heeft vaak een … 1 … (hoge / lage / gemiddelde)
levensverwachting, en de toegang tot onderwijs is meestal … 2 … (goed / slecht / matig).

Slide 19 - Open vraag

hoge, goed
Zelf aan de slag
Vraag 1
Uitspraak 1: Landen met een hoge verstedelijkingsgraad hebben vaak een hoge VN-ontwikkelingsindex.
Uitspraak 2: De beroepsbevolking in ontwikkelingslanden bestaat vooral uit mensen in de dienstensector.
Uitspraak 3: De bevolkingsspreiding in een land kan invloed hebben op de toegang tot gezondheidszorg.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 20 - Tekstslide

Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Onjuist
Uitspraak 3: Juist
Zelf aan de slag
Vraag 2
Uitspraak 1: Een land met een hoog analfabetisme heeft vaak een lage Human Development Index (HDI).
Uitspraak 2: De bevolkingsdichtheid is meestal hoger in bergachtige gebieden dan in vlakke gebieden.
Uitspraak 3: Het bruto nationaal product (BNP) per hoofd is een betrouwbare indicator voor het meten van economische ongelijkheid binnen een land.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 21 - Tekstslide

Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Onjuist
Uitspraak 3: Onjuist
Zelf aan de slag
Vraag 3
Uitspraak 1: Landen met een hoge koopkracht hebben vaak een lagere bevolkingsgroei.
Uitspraak 2: De bevolkingsgroei in ontwikkelde landen is gemiddeld hoger dan in ontwikkelingslanden.
Uitspraak 3: Een hoge bevolkingsdichtheid leidt altijd tot een hogere economische groei.

Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 22 - Tekstslide

Uitspraak 1: Juist
Uitspraak 2: Onjuist
Uitspraak 3: Onjuist

     Kleine afsluiting
BBP (Bruto Binnenlands Product)
Bevolkingsdichtheid
Leeftijdsopbouw
Koopkracht
Verstedelijking
Analfabetisme
VN-ontwikkelingsindex (HDI)
Economisch
Demografisch
Sociaal-cultureel

Slide 23 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Aardrijkskundige dimensies

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Grote afsluiting
Vandaag gaan we leren hoe we landen met elkaar kunnen vergelijken door te kijken naar verschillende indicatoren. Dit zijn cijfers en statistieken die ons helpen om landen op meerdere vlakken te beoordelen.

We zullen drie soorten indicatoren leren kennen: economische indicatoren, demografische indicatoren en sociaal-culturele indicatoren.




Slide 26 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/nl/934393194/periode-1-hv-leerjaar-2-flash-cards/?i=1fo1jg&x=1jqt

Slide 27 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Vraag 1
Leg uit waarom het BBP per hoofd een beter beeld geeft van de welvaart in een land dan het totale BBP.

Slide 29 - Tekstslide

Het BBP per hoofd geeft een beter beeld van de welvaart omdat het rekening houdt met het aantal inwoners. Het totale BBP kan hoog zijn, maar als het land veel inwoners heeft, zegt dit weinig over de welvaart per persoon.


Vraag 2 
Leg uit waarom de bevolkingsdichtheid in sommige gebieden van een land hoger is dan in andere gebieden.

Slide 30 - Tekstslide

De bevolkingsdichtheid is hoger in gebieden met veel voorzieningen, werkgelegenheid en goede infrastructuur, zoals steden. In landelijke of bergachtige gebieden zijn er minder voorzieningen en daardoor wonen er minder mensen per vierkante kilometer.
Vraag 3 
Leg uit waarom een hoge mate van verstedelijking vaak samengaat met economische groei in een land.

Slide 31 - Tekstslide

Verstedelijking gaat vaak samen met economische groei omdat steden meer mogelijkheden bieden voor werk, handel, en innovatie. Bedrijven vestigen zich in steden, wat zorgt voor meer banen en hogere inkomens.
Vraag 4 
Leg uit waarom landen met een hoge VN-ontwikkelingsindex vaak een lager analfabetisme hebben dan landen met een lage index.

Slide 32 - Tekstslide

Landen met een hoge VN-ontwikkelingsindex hebben vaak een goed onderwijssysteem, wat leidt tot een lager percentage analfabetisme. In landen met een lage index is de toegang tot onderwijs vaak beperkt, waardoor meer mensen analfabeet blijven.