bevolkingsgroei (fase in de demografischetransitie)
leeftijdsopbouw
verstedelijking
geboorte- en sterftecijfer
Corruptie
Democratie/ dictatuur
persvrijheid
burgerrechten
Wie heeft de macht?
Samenwerking met andere landen etc.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van de culturele dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
in India worden veel talen gesproken
D
in India komt elke zomer de moesson
Slide 10 - Quizvraag
Onder welke dimensie valt de bevolkingsgroei
A
Demografisch
B
Sociaal-cultureel
C
Economisch
D
Politiek
Slide 11 - Quizvraag
Bij welke aardrijkskundige dimensie horen conflicten?
A
Fysisch
B
Sociaal-cultureel
C
Demografisch
D
Politiek
Slide 12 - Quizvraag
Analfabetisme past bij de volgende dimensie...
A
politiek
B
natuurlijk
C
sociaal-cultureel
D
economisch
Slide 13 - Quizvraag
De olielekkages en vervuiling vallen onder de .. dimensie
A
economisch
B
politiek
C
fysisch
D
demografisch
Slide 14 - Quizvraag
Schaalniveaus
Elke kaart heeft een schaalniveau.
Hoe verder je uitzoomt hoe groter het gebied.
Hoe verder je inzoomt hoe kleiner het gebied.
Slide 15 - Tekstslide
Waarom verschil arm en rijk?
Falende overheid (corruptie, vriendjespolitiek)
Koloniaal verleden - rijke landen heersten over de arme landen
Via constructies belastingen ontlopen - arme landen missen dan inkomsten
Bescherming eigen bedrijven/markt door rijke landen - arme landen verkopen dan niks - verdienen dus geen geld
Arme landen verkopen vooral grondstoffen = goedkoop
In arme landen vaak (gewapende) conflicten - legt een economie lam
Slide 16 - Tekstslide
Meten van welvaart
BBP per hoofd van de bevolking
BBP = de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar.
BBP per hoofd van de bevolking = BBP : aantal inwoners van het land.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Nadeel BBP als maatstaf
BBP wordt vaak uitgedrukt in dollars en koersen kunnen wisselen.
De koopkracht (hoeveel kun je van een dollar kopen?) verschilt per land;
Informele sector wordt niet meegenomen;
BBP is een gemiddelde: het zegt niet over de verschillen tussen mensen (sociale ongelijkheid);
BBP laat ook geen regionale ongelijkheid zien;
BBP zegt niets over levensomstandigheden.
Informele sector
Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting en dragen zo niet bij tot het Bruto Nationaal Product.
Regionale ongelijkheid
Onrechtmatige verschillen in welvaart tussen gebieden.
Slide 19 - Tekstslide
Regionale verschillen?
Wil je regionale verschillen beter zien, dan moet je 'inzoomen', dus veranderen van schaalniveau. Van mondiaal (wereld) naar continentaal, nationaal,regionaal of lokaal
Slide 20 - Tekstslide
Controle van begrip
Wat betekent BBP?
Noem 2 nadelen voor het gebruik van het BBP om landen met elkaar te vergelijken?
Welke dimensie is BBP?
Wat is beter: BBP of BRP? Waarom?
Als je een beter beeld wil hebben van een gebied, moet je dan een klein of groot schaalniveau hebben?
Slide 21 - Tekstslide
Minder welvarend land
Welvarend land
Slide 22 - Sleepvraag
Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de agrarische sector
C
Meeste mensen werken in de diensten
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten
Slide 23 - Quizvraag
Wat is in Nederland de grootste sector in de beroepsbevolking?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair/quartiair
Slide 24 - Quizvraag
VN-ontwikkelingsindex
Ook wel Human Development index (HDi).
Meet het welzijn op: inkomen, alfabetiseringsgraad (of analfabetisme), levensverwachting.
Ook wordt vaak gekeken naar toegang tot schoon drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg, de voedselsituatie en beschikbaarheid telefoon/computer.
HDi is beter dan BNP per hoofd - het is een samengestelde index, dus het kijkt naar meerdere aspecten i.p.v. alleen het BNP per hoofd.
Slide 25 - Tekstslide
Controle van begrip
Wat wordt bedoeld met welzijn?
Uit welke indicatoren bestaat HDi/ VN-ontwikkelingsindex?
Wat kun je beter gebruiken om landen te vergelijken: BNP of HDi ?
Slide 26 - Tekstslide
Quiz
Slide 27 - Tekstslide
Wat zijn 2 nadelen van het gebruik van het BBP om landen economisch met elkaar te vergelijken?
Slide 28 - Open vraag
Welvaart
Welzijn
BBP/ hoofd
Koopkracht
Verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
VN ontwikkelingsindex
Slide 29 - Sleepvraag
Heeft Marokko een grote sociale ongelijkheid? Leg je antwoord uit!
Slide 30 - Open vraag
In arme landen is er sprake van een hoog geboorte- én sterftecijfer. Welke dimensie staat hier centraal?
A
Economisch
B
sociaal-cultureel
C
Demografisch
D
fysisch
Slide 31 - Quizvraag
In Nederland werkte in 2012 82,2% van de beroepsbevolking in de dienstensector. Welke dimensie staat hier centraal?
A
Economisch
B
Politiek
C
Sociaal-cultureel
D
demografisch
Slide 32 - Quizvraag
In welk continent is het welzijn het slechtst?
A
Zuid-Amerika
B
Afrika
C
Europa
D
Azië
Slide 33 - Quizvraag
Gebruik de atlas, statistiek wereld (285). Gebruik de kolom werken. Kijk naar de verdeling van de beroepsbevolking. Zet deze landen op volgorde van arm naar rijk: Kameroen, Israël, Mozambique, Ivoorkust