Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
week 6
Le passé composé
Huiswerk: over je vakantie vertellen
Le but: à la fin de ce cours:
Kun je de passé composé toepassen in het Frans
Kun je vertellen waar je deze zomer op vakantie bent geweest.
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Le passé composé
Huiswerk: over je vakantie vertellen
Le but: à la fin de ce cours:
Kun je de passé composé toepassen in het Frans
Kun je vertellen waar je deze zomer op vakantie bent geweest.
Slide 1 - Tekstslide
être
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het onderwerp
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis
Slide 2 - Sleepvraag
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 3 - Sleepvraag
noteer alle vormen van être onder elkaar (le présent)
Slide 4 - Open vraag
noteer alle vormen van avoir onder elkaar (le présent)
Slide 5 - Open vraag
Le passé composé
1) De passé composé gebruik je om te zeggen dat iets al gebeurd is.
In het Nederlands bijvoorbeeld: ik HEB gegeten of
Ik BEN gevallen.
Slide 6 - Tekstslide
passé composé ww -er
Stam + é
Je suis arrivé
J'ai commencé
Je suis entré
Je suis resté
J'ai dansé
etc.
Slide 7 - Tekstslide
Le passé composé
2) Bestaat uit
hulpwerkwoord
AVOIR of ÊTRE
én een
voltooid deelwoord
De meeste werkwoorden worden met avoir vervoegd
- meestal hulp ww NL = hulp ww FR
- uitzondering bijv.: ik ben geweest = j'ai été.
Slide 8 - Tekstslide
Wat valt je op - wat is de regel?
Il a donné - Elle a donné
Il est parti - Elle est partie
Nous avons fini - Vous avez fini
Je suis tombé(e) - Ils sont tombés
Slide 9 - Tekstslide
Le passé composé
Als het hulpwerkwoord
être
is, kan het voltooid deelwoord extra letters krijgen:
mnl ev
-
Il est allé
vrl ev
+e
Elle est allé
e
mnl mv
+s
Nous sommes allé
s
Vous êtes allé
s
Ils sont allé
s
vrl mv
+es
Elles sont allé
es
Slide 10 - Tekstslide
Zie ook pagina 24!
Slide 11 - Tekstslide
Welk werkwoord gebruik je het meest bij de passé composé?
A
être
B
avoir
Slide 12 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Nous ... arrivés au Portugal.
A
avons
B
sommes
Slide 13 - Quizvraag
Tu ... allé au supermarché.
A
as
B
es
C
est
D
a
Slide 14 - Quizvraag
Ma soeur ... arrivée à l'heure.
A
a
B
es
C
est
D
as
Slide 15 - Quizvraag
Les amis ... allés au cinéma.
A
sont
B
avons
C
sommes
D
ont
Slide 16 - Quizvraag
Klopt de zin in de passé composé?
Vous avez allé à Paris.
A
B
Slide 17 - Quizvraag
Elles sont arrivés à la maison.
A
B
Slide 18 - Quizvraag
Elle est allée à la piscine.
A
B
Slide 19 - Quizvraag
Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord avoir ?
A
rester
B
aller
C
regarder
D
entrer
Slide 20 - Quizvraag
Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
gagner
B
faire
C
aller
D
avoir
Slide 21 - Quizvraag
Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
rentrer
B
être
C
écouter
D
louer
Slide 22 - Quizvraag
Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes in.
Elle est ... à Lille. (arriver)
Slide 23 - Open vraag
Nous sommes ... à l'école. (aller)
Slide 24 - Open vraag
Les garçons sont ... en retard. (arriver)
Slide 25 - Open vraag
Tu es ... au marché. (aller)
Slide 26 - Open vraag
Sophie et Anne sont ... en France. (arriver)
Slide 27 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé.
Sarah ... chez le coiffeur. (aller)
Slide 28 - Open vraag
Nous ... en Espagne. (arriver)
Slide 29 - Open vraag
Les filles ... au concert. (aller)
Slide 30 - Open vraag
Ils ... chez moi. (arriver)
Slide 31 - Open vraag
Les devoirs
Exercices 28 et 29
Slide 32 - Tekstslide
Tu es allé où?
Slide 33 - Open vraag
comment avez-vous voyagé?
Slide 34 - Open vraag
Il a fait beau?
Slide 35 - Open vraag
Tu es resté combien de temps?
Slide 36 - Open vraag
Tu as été à l'hotel?
Slide 37 - Open vraag
Les devoirs
Leren: apprendre 5
Faire: exercice 16c en 16d
Leren alle apprendres en stof voor toetsweek
Slide 38 - Tekstslide
Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden in de passé composé.
In de kolom links vink je
présent
uit en de
passé composé
aan
In de kolom rechts vink je 4 werkwoorden aan:
arriver, aller
,
parler
en
rest
er.
Klik op
confirmer
.
Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen bij welke persoon. Vul het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in.
Klik op
suivant
om naar de volgende vraag te gaan.
Slide 39 - Tekstslide
www.verbuga.eu
Slide 40 - Link
Meer lessen zoals deze
Passé composé être
April 2021
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé composé être
Mei 2023
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Passé composé avoir (répétition) et être (nouveau)
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Passé composé être havo
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ch. 3, grammaire D
Juni 2021
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé Composé
September 2021
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1 décembre 2022
November 2022
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2M Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels landennamen
Juni 2020
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2