1.3 landdegradatie

Hoofdstuk 1

1.3 Landdegradatie 
6 vwo
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

1.3 Landdegradatie 
6 vwo

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
  • terugblik vorige les
  • Theorie 1.3 - incl verwerkingsopdrachten
  • aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Köppen baseerde zijn klimaatindeling op:
A
Temperatuur
B
Bodemsoort
C
Plantengroei
D
Neerslag

Slide 3 - Quizvraag

De klimaatgrafiek hoort bij
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk de klimaatgrafiek. Van welk klimaat zou dit een klimaatgrafiek kunnen zijn?
A
A-klimaat
B
B-klimaat
C
C-klimaat
D
E-Klimaat

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor klimaat zie je hier volgens Koppen?
A
Af
B
EH
C
EF
D
ET

Slide 6 - Quizvraag

Welke klimaatgrafiek is van een zeeklimaat?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 7 - Quizvraag

Welk klimaat van Köppen?
A
Cs
B
Aw
C
Cw
D
As

Slide 8 - Quizvraag

Welk klimaat van Köppen?
A
ET
B
Cf
C
Df
D
Dw

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de klimaatgrafiek. Van welk klimaat zou dit een klimaatgrafiek kunnen zijn?
A
A-klimaat
B
B-klimaat
C
C-klimaat
D
D-Klimaat

Slide 10 - Quizvraag

Welk klimaat van Köppen?
A
Af
B
As
C
Cs
D
BS

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor klimaatcode van Köppen is er in de Sahara?
A
Af
B
ET
C
BW
D
BF

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor een klimaat is dit in het systeem van Köppen?
A
Af- klimaat
B
BS- klimaat
C
Cs- klimaat
D
Dw- klimaat

Slide 13 - Quizvraag

Deze klimaatgrafiek is van...
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
C
Evenaar
D
Polen

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor klimaat volgens Koppen zie je hier?
A
BW
B
BS
C
BF
D
BD

Slide 15 - Quizvraag

Deze klimaatgrafiek is een voorbeeld van een...
A
Dw
B
Cw
C
Cf
D
Cs

Slide 16 - Quizvraag

Theorie §1.3


Landdegradatie

Slide 17 - Tekstslide


Leerdoelen §1.3




  • Wat is het verschil tussen bodemerosie en versnelde bodemerosie?

  • Door welke drie activiteiten ontstaat versnelde bodemerosie?

  • Met welke maatregelen kun je het optreden van bodemerosie beperken?

  • Hoe komt het proces van capillaire werking op gang?







Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke ingrepen heeft de mens gedaan om de bodem in de volgende situaties te optimaliseren?
 

te droge grond
 onvruchtbare grond
 veel reliëf

 

Slide 20 - Tekstslide



te droog

onvruchtbaar 

veel reliëf


irrigatie 

bemesting
 
aanleg terrassen


Kunstmest > chemische vruchtbaarheid

Dierlijke mest > chemische en fysische vruchtbaarheid

Slide 21 - Tekstslide

De onvoorziene (negatieve) gevolgen van diverse landbouwkundige ingrepen noemen we:

 
landdegradatie

Slide 22 - Tekstslide

Na hevige regenval spoelt de humushoudende bovenlaag van de bodem weg.


Dit heet ...
bodemerosie

Slide 23 - Tekstslide

In zeer droge gebieden kan door het verdampen van (grond)water een zoutkorst ontstaan.


Dit heet ...
verzilting

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen erosie en bodemerosie?


Verschil:
Van erosie is sprake wanneer: stromend water, bewegend ijs of de wind materiaal wegschuren. 

Van bodemerosie is sprake wanneer: de humushoudende bovenlaag wordt weggeschuurd. 

Slide 25 - Tekstslide

Bodemerosie is een natuurlijk proces.

Versnelde bodemerosie ontstaat wanneer de grond onbedekt raakt door menselijke activiteiten.

Slide 26 - Tekstslide

Door welke drie activiteiten op de foto’s raakt de grond onbedekt?.

De 3 activiteiten zijn:
overbeweiding 

ontbossing

akkerbouw

Slide 27 - Tekstslide

Akkerbouw kan leiden tot versnelde bodemerosie.
vooral bij monocultuur


Oplossing op foto:
strip-cropping
Oplossingen:
- strip cropping
- evenwijdig aan hoogtelijnen ploegen
- weinig ploegen
- resten van gewassen laten liggen
- bomen dwars op de windrichting


Slide 28 - Tekstslide

Verzilting door irrigatie >
drie soorten irrigatie

Slide 29 - Tekstslide

1. Geulirrigatie
  1. Water wordt door gegraven geulen gespoeld
  2. Water infiltreert.
  3. Veel water wordt niet door planten opgenomen >grondwater stijgt.
  4. Door kleine openingen wordt het grondwater omhoog gezogen (capillaire werking van de grond).
  5. Het grondwater dat kleine hoeveelheden zout bevat verdampt en het zout blijft achter.
  6. Na verloop van tijd ontstaat een zoutkorst.

Slide 30 - Tekstslide

1. Geulirrigatie
  1. Water wordt door gegraven geulen gespoeld
  2. Water infiltreert.
  3. Veel water wordt niet door planten opgenomen >grondwater stijgt.
  4. Door kleine openingen wordt het grondwater omhoog gezogen (capillaire werking van de grond).
  5. Het grondwater dat kleine hoeveelheden zout bevat verdampt en het zout blijft achter.
  6. Na verloop van tijd ontstaat een zoutkorst.

Slide 31 - Tekstslide

2. Beregening
Beregenen is een andere irrigatietechniek met vergelijkbare gevolgen. 
Bedenk dat net als bij geulirrigatie: 

- een groot deel van het water direct verdampt 
- veel water infiltreert 
- dat leidt tot verzilting

Slide 32 - Tekstslide

3. Drupelirrigatie
Door middel van druppelirrigatie wordt er net zoveel water naar de plantenwortel geleid als deze kan opnemen:

- er zal vrijwel geen water infiltreren of verdampen
- het grondwater zal nauwelijks stijgen
- het is de beste manier van irrigatie,
maar vraagt wel om een investering in techniek

Slide 33 - Tekstslide

Niet elke landschapszone is even gevoelig voor landdegradatie.

Slide 34 - Tekstslide

Welke gebieden zijn extra gevoelig wanneer mensen landbouw gaan bedrijven?


Extra gevoelig zijn ...
gebieden met grote droogte

reliëfrijke gebieden

gebieden met een hoge neerslag-intensiteit

Slide 35 - Tekstslide

Kans op herstel verschilt
Meer kans op herstel:
     - bodem met veel voedingsstoffen
     - klimaat verschaft voldoende vocht

Minder kans op herstel:
     - arme bodems
     - weinig vocht

Slide 36 - Tekstslide

Intensieve landbouw zorgt voor uitputting

Oplossing:
  
duurzaam
landgebruik

Slide 37 - Tekstslide

Akkerbouw kan leiden tot versnelde bodemerosie.
vooral bij monocultuur


Oplossing op foto:
strip-cropping
Oplossingen:
- strip cropping
- evenwijdig aan hoogtelijnen ploegen
- weinig ploegen
- resten van gewassen laten liggen
- bomen dwars op de windrichting


Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag: individueel uitwerken. 
1. Maak  H1.3: opdrachten
2. Klaar? Box landdegradatie


timer
15:00

Slide 39 - Tekstslide