VWO6 H1 P3

Aarde - Landschapszones
Par. 1.3
Landdegradatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aarde - Landschapszones
Par. 1.3
Landdegradatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen par. 1.3
Na deze les
  • ken je de verschillende vormen van landdegradatie;
  • begrijp je hoe landdegradatie verschilt per landschapzone;
  • begrijp je hoe duurzaam landgebruik landdegradatie afremt;
  • kun je landdegradatie relateren aan menselijke activiteiten.

Slide 2 - Tekstslide

Welke ingrepen heeft de mens gedaan om de bodem in de volgende situaties te optimaliseren?
 

te droge grond
 onvruchtbare grond
 veel reliëf

 

Slide 3 - Tekstslide

te droog

onvruchtbaar 

veel reliëf
irrigatie 

bemesting
 
aanleg terrassen


Kunstmest > chemische vruchtbaarheid

Dierlijke mest > chemische en fysische vruchtbaarheid

Slide 4 - Tekstslide

Landdegradatie: 
alle veranderingen in het landschap die het vermogen van bodem en grond om gezond voedsel en andere natuurlijke hulpbronnen te produceren verminderen. 
 
landdegradatie

Slide 5 - Tekstslide

Na hevige regenval spoelt de humushoudende bovenlaag van de bodem weg.


Dit heet ...
bodemerosie

Slide 6 - Tekstslide

In zeer droge gebieden kan door het verdampen van (grond)water een zoutkorst ontstaan.


Dit heet ...
verzilting

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen erosie en bodemerosie?


Verschil:
Van erosie is sprake wanneer: stromend water, bewegend ijs of de wind materiaal wegschuurt. 

Van bodemerosie is sprake wanneer: de humushoudende bovenlaag wordt weggeschuurd. 

Slide 8 - Tekstslide

Bodemerosie is een natuurlijk proces.
  

Versnelde bodemerosie ontstaat wanneer de grond onbedekt raakt door menselijke activiteiten.

Slide 9 - Tekstslide

Door welke drie activiteiten op de foto’s raakt de grond onbedekt?.

De 3 activiteiten zijn:
overbeweiding 

ontbossing

akkerbouw

Slide 10 - Tekstslide

Akkerbouw kan leiden tot versnelde bodemerosie.
vooral bij monocultuur


Oplossing op foto:
strip-cropping en werken langs de hoogtelijnen
Oplossingen:
- strip cropping
- evenwijdig aan hoogtelijnen ploegen
- weinig ploegen
- resten van gewassen laten liggen
- bomen dwars op de windrichting


Slide 11 - Tekstslide

Verzilting door irrigatie >
drie soorten irrigatie

Slide 12 - Tekstslide

Geulirrigatie
  1. Water wordt door gegraven geulen gespoeld;
  2. water infiltreert;
  3. veel water wordt niet door planten opgenomen > grondwaterpeil stijgt;
  4. door kleine openingen wordt het grondwater omhoog gezogen (capillaire werking van de grond);
  5. het grondwater dat kleine hoeveelheden zout bevat verdampt en het zout blijft achter;
  6. na verloop van tijd ontstaat een zoutkorst.

Slide 13 - Tekstslide

Beregening
Beregenen is een andere irrigatietechniek met vergelijkbare gevolgen. 
Net als bij geulirrigatie: 

- verdampt een groot deel van het water direct,
- verdampt veel water na infiltratie en oplossen van zouten in de grond, 
- leidt dat tot verzilting.

Slide 14 - Tekstslide

Druppelirrigatie
Door middel van druppelirrigatie wordt er net zoveel water naar de plantenwortel geleid als deze kan opnemen:

- er zal vrijwel geen water dieper infiltreren of verdampen;
- het grondwater zal nauwelijks stijgen;
- dit leidt dus niet tot verzilting. 

Het is de beste manier van irrigatie, maar vraagt wel om een investering.

Slide 15 - Tekstslide

Niet elke landschapszone is even gevoelig voor landdegradatie.

Slide 16 - Tekstslide

Welke gebieden zijn extra gevoelig
wanneer mensen landbouw gaan bedrijven?


Extra gevoelig zijn ...
gebieden met grote droogte

reliëfrijke gebieden

gebieden met een hoge neerslag-intensiteit

Slide 17 - Tekstslide

Kans op herstel verschilt
Meer kans op herstel:
     - bodem met veel voedingsstoffen
     - klimaat verschaft voldoende vocht

Minder kans op herstel:
     - arme bodems
     - weinig vocht

Slide 18 - Tekstslide

Intensieve landbouw zorgt voor uitputting

Oplossing:
  
duurzaam
landgebruik

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen gehaald?
Na deze les
  • ken je de verschillende vormen van landdegradatie;
  • begrijp je hoe landdegradatie verschilt per landschapzone;
  • begrijp je hoe duurzaam landgebruik landdegradatie afremt;
  • kun je landdegradatie relateren aan menselijke activiteiten.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!


- Lees par. 1.3 goed door
- Maak de bijbehorende vragen
- Maak de hoofdvraag

Slide 21 - Tekstslide