P3_litgs_middeleeuwen(1)

Nederlands, periode 3
havo 4
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands, periode 3
havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning literatuurgeschiedenis
  • theorie literatuurgeschiedenis (voorbereiding toetsweek)
  • opdrachten in de les (voor 1 punt leesdossier)
  • middeleeuws werk lezen (voor 1 punt leesdossier)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LIEFDESLIEDJES
literatuurgeschiedenis

*Van middeleeuwen tot fin de siècle*


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Overeenkomst middeleeuwen en heden?
  • De middeleeuwen, dat is toch zo lang geleden. Wat hebben we nou gemeen met die mensen. Die zijn toch heel anders, dan wij, moderne mensen?
  • In elke tijd worden mensen verliefd en zijn er mensen die daar liedjes, gedichten en boeken over schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een van de oudst bewaard gebleven stukken tekst in de Nederlandse taal is een stuk uit een liefdesgedicht.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwen: kernwoorden
  • Vrouwonvriendelijk
  • Feodaal
  • Theocentrisch
  • Armoede, grote kloof arm-rijk
  • Standenmaatschappij

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het feodaal stelsel 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theocentrisch
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  
    > Eigen invulling geloof > ketterij!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdbalk
De tijd van de monniken & ridders
De middeleeuwen: 
  • Vroege Middeleeuwen (500-1000)
  • Hoge Middeleeuwen(1000-1300)
  • Late Middeleeuwen(1300-1450)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driedeling middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  • Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof  >  (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht > - cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het met de liefde toen?
Liefde voor...
  • Vorst, rol van trouw in feodaal systeem
  • God, rol van liefde in theocentrisch wereldbeeld
  • Medemens?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven in opdracht van
Belangrijk om te weten dat men in de middeleeuwen niet zozeer schreef om zichzelf uit te drukken, maar in opdracht
  • Van koning: liefde voor de koning
  • Van kerk: liefde voor God

Opdrachtgever = mecenas

Slide 13 - Tekstslide

Schrijvers en andere kunstenaars werden vaak financieel ondersteund door vorsten en andere adellijke lieden en gaandeweg ook door rijke burgers. Vooral aan een vorstenhof was het mogelijk om een vaste baan als ‘hofdichter’ te krijgen. Hofdichters hadden meestal meerdere taken in de hofhouding van de vorst, maar het was vooral de bedoeling dat zij literatuur schreven om de mensen aan het hof te vermaken en om de reputatie van de vorst te beschermen of te verbeteren.
Weinig plaats voor zelfexpressie
  • Die ‘zelf’ deed er niet toe
  • Toch…

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebban olla vogola...
Een van de oudste zinnetjes in de ‘Nederlandse’ volkstaal komt ook van een monnik.   

Na al dat overschrijven van die droge kost had  de ganzenveer van de monnik niet genoeg inkt meer. Om te voorkomen dat hij vlekken zou maken op zijn manuscript met zijn opnieuw geïnkte pen, schreef hij op de laatste bladzijde eerst een ander stukje tekst op, een zogenaamde pennenproef. Deze monnik had nogal een gevoelige ziel, want hij schreef een stukje van een liefdesgedichtje.

Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic anda thu, wat unbindan we nu?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur
  • Epiek: verhalende teksten (bv. ridderromans)
  • Lyriek: liederen en gedichten
  • Dramatiek: toneelstukken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hendrik van Veldeke

  • Oudste bij naam bekende dichter, eind 11e eeuw
  • schreef zo'n 30 liefdesliedjes
  • Doel: vermaak en voorbeeld van goed gedrag

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofse liefdeslyriek: de zanger toont zich opgetogen over de verblindende schoonheid van zijn geliefde, toch is hij in het diepst van het hart gewond, hij is bereid tot onvoorwaardelijke dienstbaarheid en toont zich bezorgd dat haar iets zal overkomen.

liefdeslyriek: veel over natuur, met natureingang: stemming van de dichter

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofsheid
Eercultuur → aanzien en waardering is afhankelijk van je individuele gedrag

Kenmerken hoofsheid:
galant zijn, je inleven in een ander, jezelf beheersen, vrouwen zijn hoogwaardige wezens, dienstbaarheid
→ Gedragsregels die bedoeld zijn om onderlinge spanningen te voorkomen → Beschaafde omgangsvormen
→ Belangrijkste eigenschap: zelfbeheersing


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To do...
  • Luister deze podcast en maak de bijbehorende vragen.

  • In deze podcast komen begrippen voor die je moet kennen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 - vragen bij de podcast
Zoek de volgende begrippen/namen op, geef in eigen woorden steeds kort aan wat of wie wordt bedoeld:
  • Wat zijn troubadours en Minnesänger?
  • Wat wordt bedoeld met hoofs? Geef een genoemde karakterisering en geef genoemde voorbeelden van hoofsheid.
  • Wat is een Natureingang?
  • Wie zijn de volgende personen? (Wie zijn ze, wat schreven ze, wanneer leefden ze? Let op het gaat om literatuur)
Hadewych
Bredero 
Vondel 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To do...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 - vragen bij gedicht
Vragen bij het gedicht:
1. Heeft het gedicht een Natureingang?
Zo ja, citeer het tekstgedeelte.

2. Het gedicht is hoofs te noemen. Welke hoofse kenmerken kom je tegen?

3. Tegen welk hoofs kenmerk wordt door de ik-persoon in het gedicht gezondigd?
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 - opzoeken
  • Ga op zoek naar een liedje/rap uit je eigen wereld die over hetzelfde onderwerp gaat.
  • Dus niet alleen over liefde, maar over de fout die de ik-persoon in het gedicht van Veldeke maakte.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LYRIEK

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofse liefdeslyriek: de zanger toont zich opgetogen over de verblindende schoonheid van zijn geliefde, toch is hij in het diepst van het hart gewond, hij is bereid tot onvoorwaardelijke dienstbaarheid en toont zich bezorgd dat haar iets zal overkomen.

liefdeslyriek: veel over natuur, met natureingang: stemming van de dichter

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egidiuslied

  • beroemd liefdesgedicht uit de middeleeuwen: dichter treurt om gestorven vriend 

  • Orale vertelcultuur: troubadours trokken van hof naar hof --> rijm

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn.
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven.
Ic moet noch zinghen een liedekijn.
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn.
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.





Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar je, mijn vriend.
Jij koos de dood, mij liet je ’t leven.
We hadden een goede, mooie vriendschap.
Het scheen of wij tezamen zouden sterven.
Nu ben jij opgestegen naar Gods troon,
omstraald door licht dat helder is dan de zonneschijn.
Alle vreugde valt jou ten deel.
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar je, mijn vriend.
Jij koos de dood, mij liet je ’t leven.
Bid voor mij, want ik moet nog ploeteren
en pijn lijden in deze wereld.
Bewaar een plaatsje voor me, naast jou.
Ik moet hier nog een liedje zingen.
Maar sterven moet iedereen.
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar je, mijn vriend.
Jij koos de dood, mij liet je ’t leven.
We hadden een goede, mooie vriendschap.
Het scheen of wij tezamen zouden sterven.





Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egidius-lied

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epiek > tragiek Tristan & Isolde
Tristan gaat naar Ierland om een bruid te zoeken voor zijn geliefde heer, koning Mark van Cornwall. Om aan het vijandelijke Ierse hof niet herkend te worden, geeft Tristan zich uit voor een minstreel. Geïnspireerd door Isoldes oogverblindende schoonheid zingt hij een aangrijpend liefdeslied, waardoor hij haar tot dan toe ongenaakbare hart diep weet te raken. Na de nodige onderhandelingen staat de koning hem toe Isolde mee te nemen naar Cornwall om met koning Mark te trouwen. Maar door onoplettendheid van Isoldes dienares drinken Tristan en Isolde tijdens de zeereis een liefdesdrank, waardoor ze hevig verliefd op elkaar worden. Isolde is echter voorbestemd om Marks bruid te worden, en de liefde tussen haar en Tristan is dus gedoemd een overspelige te blijven. Als Mark de geliefden uiteindelijk betrapt, wordt Tristan naar Bretagne verbannen. Daar trouwt hij, maar kan zijn geliefde Isolde niet vergeten. Als hij, door een giftig wapen verwond, stervende is, laat hij Isolde roepen. Zijn vrouw liegt hem echter voor dat ze niet komt, zodat Tristan vertwijfeld sterft. Als Isolde hem even later dood aantreft sterft ze naast hem van verdriet.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EPIEK

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ridderromans (1)
  • voorhoofse ridderroman
  • hoofse ridderroman
  • oosterse ridderroman

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ridderromans (2)
  • voorhoofse ridderroman
    - keizer Karel de Grote (747-814)
    - ridders trouw aan vorst -> eercultuur
    - vrouw ondergeschikte rol

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ridderromans (3)
  • hoofse ridderroman
    - legendarische koning Arthur (5e eeuw)
    - hoe je je moet gedragen
    - ridders zijn eervol, ze aanbidden de vrouw
    en gaan voor haar op queeste

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ridderromans (4)
  • oosterse ridderroman
    - hoofse romans gebaseerd op Arabische
    literatuur/afspelen in het Midden-Oosten
    - ontstaan onder invloed van kruistochten

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fake news?!
  • Wereldbeeld vormen -> gezin/vrienden/(social) media
  • In de middeleeuwen niet zo primitief als vaak gedacht -> kennis uit de Bijbel / klassieke geschriften / eigen waarneming
  • Encyclopedie: feiten en verzonnen verhalen  Jacob van Maerlant 'Der naturen bloeme' 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DRAMATIEK

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geestelijk vs. wereldlijk
  • geestelijk: bijbelse verhalen opvoeren
  •  wereldlijk: abele spelen (ernstig/mooi/kunstig)

  • rederijkers: vereniging voor literatuur in wedstrijdvorm (gedichten en toneelstukken)
    volgens strenge regels iets bedenken, zeer kunstig gemaakt
    Anthonis de Roovere (1466 stadsdichter Brugge)

Slide 41 - Tekstslide

Deze toneelstukken zijn:
Esmoreit (1018 regels)
Gloriant (1142 regels)
Lanseloet van Denemerken (952 regels)
Vanden Winter ende vanden Somer (625 regels)

Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf de late middeleeuwen gingen organiseren in verenigingen.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LANSELOET VAN DENEMARKEN
Middelnederlands toneelstuk (oudste abele spelen)
952 regels
tweede helft 14e eeuw (Brabant?)
hoofs taalgebruik (Sanderijn)
onhoofse woorden (Lanseloet)
standenverschillen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies